ECLI:NL:RBROT:2009:BI9914

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
315693 /HA ZA 08-2347
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.N. van Zelm van Eldik
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvaring tussen binnentankschepen op het Volkerak met voorlopige oordelen over toedracht en schuldvraag

In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, betreft het een aanvaring tussen twee binnentankschepen, de Schloss Windsor en de Baccarat, op 22 februari 2007 op het Volkerak. De rechtbank Rotterdam heeft op 17 juni 2009 uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer 315693 /HA ZA 08-2347. De eisende partijen, Gefo Gesellschaft für Öltransporte mbH en Passat Immobilien GmbH, hebben een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Baccarat B.V., ter hoogte van € 129.968,95, met rente en kosten. De vordering is gebaseerd op schade die is ontstaan door de aanvaring, waarbij de Schloss Windsor schade heeft opgelopen aan de stuurboordzijde.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvaring is veroorzaakt door de onjuiste vaarwijze van de gezagvoerder van de Baccarat, die plotseling de koers wijzigde terwijl de Schloss Windsor deze aan bakboord voorbijvoer. De rechtbank heeft de partijen toegelaten tot tegenbewijs, waarbij Baccarat B.V. moet aantonen dat de aanvaring niet te wijten is aan haar koerswijziging en dat de Schloss Windsor onvoldoende afstand heeft gehouden. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de vordering van Gefo en Passat gerechtvaardigd is, mits zij kunnen aantonen dat de schade niet door verzekeraars is vergoed en dat zij vorderingsgerechtigd zijn.

De rechtbank heeft de partijen verzocht om binnen vier weken na de uitspraak te laten weten of zij getuigen willen horen, en heeft een termijn gesteld voor het indienen van verhinderdata. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en markeert een belangrijke stap in de beoordeling van de aansprakelijkheid en schadevergoeding in deze complexe maritieme zaak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 315693 /HA ZA 08-2347
Uitspraak: 17 juni 2009
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
1. de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging GEFO GESELLSCHAFT FÜR ÖLTRANSPORTE MBH,
gevestigd te Hamburg, Duitsland,
2. de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging PASSAT IMMOBILIEN GMBH, voorheen FRG FAVORIET REEDEREI GMBH,
gevestigd te Hamburg, Duitsland,
eiseressen,
advocaat mr M. Verhagen,
- tegen -
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BACCARAT B.V.,
gevestigd te Wemeldinge,
gedaagde,
advocaat mr W.M. van Rossenberg.
Partijen worden hierna aangeduid als respectievelijk "Gefo", "Passat" en "Baccarat BV".
1. Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 10 september 2008;
- akte houdende overlegging producties tevens akte houdende rectificatie, met producties;
- conclusie van antwoord;
- tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 11 maart 2009, waarbij een comparitie van partijen
is gelast;
- proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 19 mei 2009.
2. De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voorzover van belang - het volgende vast:
2.1
Op 22 februari 2007 heeft op het Volkerak/de Zuid Vlije een aanvaring plaatsgevonden tussen het motortankschip Schloss Windsor en het motortankschip Baccarat. Daarbij is de Schloss Windsor beschadigd.
2.2
De in Duitsland geregistreerde Schloss Windsor was ten tijde van de aanvaring eigendom van FRG Favorite Reederei GmbH. Deze heeft haar rechten in verband met de aanvaring overgedragen aan Gefo, de huidige eigenaar van de Schloss Windsor.
De in België geregistreerde Baccarat was en is eigendom van Baccarat BV.
2.3
FRG Favorite Reederei GmbH heeft op 6 juni 2007 ten laste van Baccarat BV beslag doen leggen op de Baccarat en tevens twee derdenbeslagen doen leggen. Het beslag (op de Baccarat) is opgeheven nadat een garantie was gesteld ten gunste van FRG Favorite Reederei GmbH. Deze vennootschap is thans genaamd Passat Immobilien GmbH.
3. De vordering
De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
Baccarat BV te veroordelen tot betaling van € 129.968,95, met rente en kosten.
Gefo en Passat hebben aan de vordering de volgende - kort en zakelijk weergegeven - stellingen ten grondslag gelegd:
3.1
De aanvaring is bij uitsluiting veroorzaakt door de onjuiste vaarwijze van de gezagvoerder van de Baccarat die plotseling de koers van de Baccarat naar bakboord wijzigde terwijl de Baccarat aan haar bakboordzijde werd voorbijgevaren door de Schloss Windsor. Door de aanvaring is de stuurboordzijde van de Schloss Windsor beschadigd.
3.2
De cascoschade werd op tegenspraak begroot op € 46.772,46. Voor het vaststellen van de schade zijn expertisekosten ontstaan van € 4.224,00. Het tijdverlet werd op tegenspraak vastgesteld op 16 dagen. Er is een tijdverletschade geleden van € 74.114,40.
De beslagkosten in België bedroegen € 2.790,07, die in Nederland € 2.068,02.
Op grond van de aanvaring heeft Gefo dus recht op vergoeding van in totaal € 129.968,95.
4. Het verweer
Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, kosten rechtens.
Baccarat BV heeft daartoe het volgende aangevoerd:
4.1
De aanvaring is te wijten aan en veroorzaakt door de Schloss Windsor en niet de Baccarat.
4.2
De tijdverletschade wordt betwist. De beslagen zijn ten onrechte en nodeloos gelegd.
4.3
Aan te nemen valt dat de schade (deels) is vergoed door verzekeraars, zodat Gefo en Passat dan niet vorderingsgerechtigd zijn. Passat is blijkens haar eigen stellingen in elk geval niet vorderingsgerechtigd.
5. De beoordeling
5.1
De vordering wordt beoordeeld naar Nederlands recht (art. 7 IPR-wet 1993). Ter plaatse van de aanvaring gold het Binnenvaartpolitiereglement (versie 2004).
5.2
Overgelegd is het proces-verbaal dat de waterpolitie van het KLPD Unit Zeeuwse Stromen betreffende de aanvaring heeft opgemaakt. Daarin zijn verklaringen van de betrokken bemanningen opgenomen. Onder de bijlagen daarbij bevindt zich een proces-verbaal van het LVBT (Dienst operationele Ondersteuning en Coördinatie Ongevallenexpertise en Technologische Innovatie). Het LVBT heeft de vaarweg van de Schloss Windsor rond het tijdstip van de aanvaring in kaart gebracht op basis van de boordgegevens (elektronische kaart) van dat schip en tevens het snelheidsverloop op dit traject berekend.
5.3
Op grond van de overgelegde stukken en de stellingen van partijen kan van het navolgende als vaststaand worden uitgegaan.
(a) Op de avond van 22 februari 2007 was de Baccarat (1986,5 ton, lengte 99,10 m, breedte 9,85 m, 770 kW motor) geladen met 1.344 ton gasolie, komende vanaf de Volkeraksluizen, over het Volkerak op weg naar de toegang tot het Schelde-Rijnkanaal. In het stuurhuis was alleen stuurman [persoon 1]. Hij voer op de automatische piloot. De radar stond bij op een bereik van 2000 m, gedecentreerd. De marifoon stond bij op kanaal 10. Het schip voer met een snelheid van ongeveer 14 km/uur.
(b) Het was donker maar goed zicht. Er stond een zuidzuidoostelijke wind kracht 3 Bft.
Er was geen stroom. Het vaarwater tussen de tonnenlijnen was omstreeks 800 m breed.
(c) De Schloss Windsor (1310 ton, lengte 110 m, breedte 11,40 m, 1.214 kW motor, ledig) was na de Baccarat uit de Volkeraksluizen gekomen. Het voer eveneens over het Volkerak en was op weg naar de Krammersluis. In het stuurhuis waren schipper [schipper] en matroos [matroos]. De ene radar stond bij op een bereik van 800 m, de andere op een bereik van 1600 m. De marifoon stond bij op kanaal 10. Het schip voer met een snelheid van ongeveer 19 km/uur.
(d) De Schloss Windsor is verschillende andere schepen voorbijgelopen, sommige aan hun bakboordzijde, sommige aan hun stuurboordzijde.
(e) De Schloss Windsor is ook de Baccarat gaan oplopen aan de bakboordzijde van de Baccarat. De Baccarat voer derhalve tussen de Schloss Windsor en de rode tonnenlijn aan stuurboord.
(f) [persoon 1] had de Schloss Windsor (en een ander schip) achter de Baccarat goed zien naderen, vanaf ongeveer 1000 m. Hij zag de verlichting van de Schloss Windsor en zag dat de Schloss Windsor de Baccarat aan bakboord voorbijliep met een snelheid die nogal wat hoger lag dan die van de Baccarat. Omdat de Schloss Windsor aan bakboord passeerde, veronderstelde hij dat de Schloss Windsor het Schelde-Rijnkanaal zou gaan invaren, net als de Baccarat. [persoon 1] verklaart dat hij toen al op op het witte licht voor het kanaal aanlag en dat licht (boei SRK 4-ZV 11) over stuurboord hield. Toen de Schloss Windsor de Baccarat bijna gepasseerd was, zag [persoon 1] de Schloss Windsor ineens dwars voor de Baccarat komen. Naar zijn zeggen heeft hij zelf geen koers gewijzigd, zodat de Schloss Windsor wel stuurboord uit moet zijn gegaan. Hoewel hij nog volaan achteruit zegt te hebben gegeven, op eenzelfde koers, kon hij de aanvaring niet meer voorkomen. Vóór de aanvaring zag hij nog dat vanaf de Schloss Windsor met een schijnwerper werd geschenen. Ook had hij horen roepen over de marifoon.
(g) [schipper] verklaart dat de Baccarat bij het oplopen strak aan zijn rode kant voer. Omdat schepen die bestemd zijn voor het Schelde-Rijnkanaal juist midvaarwater gaan varen, ging hij ervan uit dat de Baccarat in de richting van de Krammersluis voer. Volgens de verklaringen van [schipper] en [matroos] kwam de Baccarat bij het oplopen steeds meer naar bakboord, waardoor de tussenruimte tussen de schepen langzaam steeds kleiner werd. Om wat meer afstand te scheppen heeft [schipper] wat naar bakboord gestuurd, maar de Baccarat kwam weer naar bakboord. Een oproep via de marifoon en het schijnen op de boeg van de Baccarat hadden geen effect. [matroos] zegt dat [schipper] de Schloss Windsor uiteindelijk naar stuurboord heeft gestuurd zodat de kont wegging van de Baccarat. Daarop vond de aanvaring plaats.
(h) De Baccarat raakte met haar bakboordvoorschip de stuurboordzijde van de Schloss Windsor, achter het midden. Het was een schampende aanvaring.
5.4
Uit het proces-verbaal van het LVBT blijkt dat de Schloss Windsor op een nagenoeg rechte koers voer, in het midden van haar stuurboordshelft van het vaarwater tussen de tonnenlijnen, met een snelheid van ruim 19 km/uur. Op zeker moment is de koers gewijzigd naar stuurboord, terwijl toen ook snelheid is verminderd. Kort daarvoor was de Schloss Windsor kennelijk even iets naar bakboord gekomen. Een en ander lijkt in overeenstemming met de hiervoor weergegeven verklaringen aan de politie, dat de Schloss Windsor eerst wat naar bakboord heeft gestuurd om de dwarsafstand met de Baccarat te vergroten en dat vervolgens naar stuurboord is gestuurd in een poging het achterschip van de Schloss Windsor weg te draaien van de boeg van de Baccarat.
5.5
Partijen zijn het kennelijk erover eens dat het ter plaatse gebruikelijk is dat schepen die vanaf het Volkerak/de Zuid Vlije het voor hen aan de bakboordzijde van het vaarwater gelegen Schelde-Rijnkanaal willen invaren al ruim voor de splitsing naar het midden van het vaarwater komen (als het ware voorsorteren), zodat zij door schepen die de Zuid Vlije vervolgen in de richting van de Krammersluis aan hun stuurboordzijde kunnen worden voorbijgelopen.
Uit de voorliggende gegevens is duidelijk dat de Baccarat, die wel bestemd was voor het Schelde-Rijnkanaal, dit niet had gedaan en tijdens het oplopen door de Schloss Windsor aan de stuurboordzijde van haar stuurboordshelft van het vaarwater voer (en zich dus niet - zoals door Baccarat BV gesteld - ter plaatse van de aanvaring iets stuurboord van midvaarwater bevond).
Hieruit volgt dat niet aan de Schloss Windsor kan worden verweten dat zij de Baccarat aan bakboord en niet aan stuurboord is gaan oplopen, ongeacht of aan stuurboord van de Baccarat voldoende ruimte was.
5.6
[persoon 1] veronderstelde dat de Schloss Windsor net als de Baccarat het Schelde-Rijnkanaal wilde invaren. Om dat kanaal in te varen moest de Baccarat naar bakboord sturen. [persoon 1] verklaart ook dat hij aanstuurde op de ingang van het Schelde-Rijnkanaal. Daarmee in overeenstemming is - naar vermelding door het LVBT - door "de schipper van de Baccarat" (niet geheel duidelijk is of daarmee [persoon 1] is bedoeld) een koerslijn naar bakboord in de kaart getekend. Die koerslijn naar bakboord van de Baccarat kwam daarbij steeds dichter bij de rechtdoorgaande koers van de Schloss Windsor, zulks terwijl de Baccarat door de Schloss Windsor werd opgelopen en deze de Baccarat kennelijk al deels was voorbijgelopen en terwijl [persoon 1] de Schloss Windsor al vanaf geruime afstand had zien aankomen en wist dat dit schip de Baccarat ging op- en voorbijlopen.
5.7
Gelet op het voorgaande neemt de rechtbank voorshands aan dat de Baccarat naar bakboord is gekoerst, terwijl [persoon 1] wist dat dit schip aan bakboord werd opgelopen door de sneller varende Schloss Windsor, waardoor de schepen steeds dichter bij elkaar kwamen en gevaar voor aanvaring ontstond, wat erin heeft geresulteerd dat de schepen uiteindelijk met elkaar in aanvaring kwamen. Daarvan uitgaande is sprake van schuld van de Baccarat aan de aanvaring. Baccarat BV, die met name ontkent dat de Baccarat naar bakboord is gekoerst, zal worden toegelaten tot tegenbewijs.
5.8
Baccarat BV stelt zich blijkbaar op het standpunt dat, ook indien de Baccarat naar bakboord is gekomen, de Schloss Windsor verkeerd heeft gevaren door niet eveneens haar koers naar bakboord te verleggen om een aanvaring te voorkomen, maar door integendeel naar stuurboord te gaan. Baccarat BV stelt dat bovendien de Schloss Windsor bij het oplopen een onvoldoende dwarsafstand tot de Baccarat aanhield. Baccarat BV zal worden toegelaten deze weersproken stellingname te bewijzen.
5.9
De rechtbank hecht geen belang aan de marifoonoproepen die vóór de aanvaring vanaf de Schloss Windsor zijn gedaan, omdat de inhoud van die oproepen onvoldoende duidelijk was om op de Baccarat te worden begrepen als een waarschuwing voor aanvaring.
De Schloss Windsor was niet verplicht om haar oploopmanoeuvre aan te kondigen door een geluidssignaal of een marifoonmelding.
5.1
Gefo en Passat dienen de gestelde tijdverletschade aannemelijk te maken, zowel wat betreft het aantal dagen als wat betreft het schadebedrag per dag.
Zij kunnen tevens hun stelling onderbouwen dat de drie beslagen zijn gelegd nadat tevergeefs (aan de verzekeringstussenpersoon van Baccarat B.V.) om een garantie was gevraagd.
5.11
Ter comparitie is verklaard dat de cascoschade van de Schloss Windsor geheel of grotendeels is vergoed door haar cascoverzekeraar. Dat is op zichzelf niet betwist. Namens Gefo en Passat is verder gesteld dat de (gesubrogeerde) cascoverzekeraar aan Gefo last heeft verstrekt om de vordering in eigen naam in te stellen. Dit dient door hen te worden aangetoond.
5.12
De rechtbank verwerpt het verweer van Baccarat BV dat Gefo, ondanks de subrogatie en de gestelde last de vordering in eigen naam in te stellen, niet vorderingsgerechtigd zou zijn nu daarvan bij dagvaarding geen melding is gemaakt.
Indien deze last door de gesubrogeerde verzekeraar was gegeven, was Gefo bij het instellen van de vordering in eigen naam te beschouwen als middellijk vertegenwoordiger van de verzekeraar. Gefo was in dat geval niet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, verplicht dit in de dagvaarding te vermelden. Wanneer van een en ander pas in de loop van de procedure blijkt, is er geen sprake van een ontoelaatbare wijziging van hoedanigheid van de eisende partij. Hetzelfde geldt indien de subrogatie en de lastgeving plaatsvonden na dagvaarding.
6. De beslissing
De rechtbank,
alvorens verder te beslissen:
laat Baccarat BV toe te bewijzen,
(a) dat de aanvaring niet is te wijten aan het naar bakboord koersen van de Baccarat;
(b) dat aan de Schloss Windsor valt te verwijten dat deze bij het oplopen van de Baccarat onvoldoende dwarsafstand aanhield en dat deze niet naar bakboord is uitgeweken doch naar stuurboord is gegaan;
laat Gefo en Passat toe tot te bewijzen,
(a) de gestelde tijdverletschade;
(b) de gestelde last van de gesubrogeerde cascoverzekeraar;
bepaalt dat, indien partijen daartoe getuigen willen horen, het getuigenverhoor zal plaatsvinden in het gebouw van deze rechtbank voor de rechter mr A.N. van Zelm van Eldik op een door deze in overleg met de advocaten nader vast te stellen tijdstip;
verzoekt de advocaat van Baccarat BV om binnen vier weken na de uitspraak van dit vonnis aan de rechter en de advocaat van Gefo en Passat mee te delen of hij getuigen wil doen horen en om - in dat geval - het aantal getuigen op te geven en zijn verhinderdata en zo mogelijk die van de getuigen in de periode van september tot en met december 2009,
en verzoekt de advocaat van Gefo en Passat om in dat geval binnen twee weken na die opgave zijn eigen verhinderdata in dezelfde periode op te geven.
Dit vonnis is gewezen door mr Van Zelm van Eldik.
Uitgesproken in het openbaar.
10.