ECLI:NL:RBROT:2009:BJ5367
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Hofmeijer-Rutten
- Rechtspraak.nl
Vordering tot uitkering onder een arbeidsongeschiktheidspolis en beroep op polisbepaling risicoverzwaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 februari 2009 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser] en Avero Levensverzekering Benelux N.V. De zaak betreft een vordering van [eiser] tot uitkering onder een arbeidsongeschiktheidspolis. In een eerder tussenvonnis was vastgesteld dat [eiser] voor 25-35% arbeidsongeschikt was. Avero heeft zich beroepen op artikel 8 van de polisvoorwaarden, waarin staat dat de verzekeringnemer verplicht is om wijzigingen in het beroep of de werkzaamheden onmiddellijk te melden. Avero stelt dat er sprake was van een risicoverzwaring door structurele overbelasting, aangezien [eiser] werkweken van 60-80 uur had, wat niet bij het aangaan van de verzekering was gemeld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat Avero niet voldoende heeft aangetoond dat er sprake was van een wijziging in de zin van de polisvoorwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat een toename van het aantal gewerkte uren, zonder wijziging van de aard van de werkzaamheden, niet kan worden beschouwd als een wijziging die onder artikel 8 valt. Avero heeft niet bewezen dat de situatie bij het aangaan van de verzekering anders was dan ten tijde van de uitval van [eiser]. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rol voor verdere uitlatingen van partijen over de hoogte van de uitkering, waarbij [eiser] informatie moet verstrekken over zijn gezondheidssituatie en de hoogte van eventuele uitkeringen. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen bij eindvonnis worden toegewezen, nu Avero zich op dat punt refereert.