2.1
De gemeente wenste in de negentiger jaren van de vorige eeuw uit kostenoverwegingen te komen tot een andere oplossing voor de reprografische werkzaamheden, die zij tot dan toe door één van haar diensten -de afdeling Reprografie Europoint van de Dienst Gemeentelijke Gebouwen- liet verrichten. In dat kader zijn in 1996 de mogelijkheden van privatisering onderzocht, mede rekening houdende met het gegeven dat de personen die leiding gaven aan de afdeling, [persoon 1] en [persoon 2], te kennen hadden gegeven belangstelling te hebben voor voortzetting van de afdeling in private vorm (in de vorm van een management buy-out constructie).
2.2
Een brief van de Directie Gemeentewerken d.d. 18 maart 1996 aan het College van burgemeester en wethouders luidt voor zover thans van belang als volgt:
“(…)
De reden om dit voorstel toch aan het gemeentebestuur voor te leggen is, dat het zeker op termijn, voor de gemeente gunstiger is gebruik te maken van een particuliere aanbieder van repro-produkten en dat bij handhaving van de huidige Repro-afdeling binnen het gemeentelijk bestel, de gemeente behoorlijk grote risico’s loopt.
(…)
Alternatieven
De volgende vijf alternatieven zijn denkbaar:
1. sluiten van de Repro-afdeling (…)
2. De Repro-afdeling bij de DGG laten als uitvoerende afdeling. (…)
3. Overdragen aan een andere gemeentelijke dienst (…)
4. Verkopen aan een andere particuliere partij. Deze optie is, op aanraden van de begeleidende Projectgroep van de Bestuursdienst, onderzocht door Coopers & L-brand. (…)
5. Managament buy-out
Onder deze optie zet de huidige leiding van de Repro-afdeling het bedrijf voort in geprivatiseerde vorm (management buy out).
Door Coopers & Lybrand aangemerkt als de, naar hun mening, beste optie,
(…)
Optie 5, management buy out, wordt onderstaand nader uitgewerkt.
Rechtsvorm
Als rechtsvorm is gekozen voor een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (B.V.). De directie van de B.V. zal bestaan uit [persoon 1] en [persoon 2], die tevens aandeelhouder zijn.
Haalbaarheid
Een in januari 1995 gehouden enquête onder het huidige klantenbestand heeft geleerd, dat deze klanten ook bij een geprivatiseerde Repro willen blijven afnemen.
Vermeldenswaard hierbij is, dat vanuit de huidige afnemers reeds aanvragen komen voor langdurende contracten.
Pogingen van concurrerende particuliere ondernemingen om marktaandeel van de Repro te veroveren zijn tot heden, voor zover bekend, niet succesvol geweest. De behaalde omzetten getuigen daar in ieder geval niet van.
Bij haalbaarheid speelt een garantie voor in de toekomst te behalen omzetten een essentiële rol. Daarnaast moet bezien worden, of deze door management buy-out te realiseren marktpartij, de economisch meest voordelige aanbieding kan bieden aan de Gemeente (de meest gunstige prijs/kwaliteitverhouding).
Met andere woorden, de nu voorgestelde management buy-out kan alleen doorgang vinden als beide laatstgenoemde aspecten onderzocht zijn en tot bevredigend resultaat kunnen leiden.
Omdat inmiddels, nog meer dan in het begin van 1995, duidelijk is, dat in ieder geval de gemeentelijke klanten die in Europoint gehuisvest zijn, in de toekomst graag klant willen blijven bij de dan zelfstandige Repro, lijkt de omzet verzekerd. Gemeentewerken, als grootste klant (ca. 80% van de omzet) heeft aangegeven om een meerjarig contract te willen afsluiten met de dan zelfstandige Repro. Omdat deze omzet het bedrag van
ƒ 450000, de ondergrens voor Europees aanbesteden van diensten, overtreft, is contact gezocht met Bureau Aanbestedingszaken van Gemeentewerken en met de juridisch adviseur van de Bestuursdienst. Nader onderzoek, waarbij ook nog advies gevraagd is aan International Tender Services - B.V., een erkend deskundige op het gebied van
Europees aanbesteden, heeft uitgewezen, dat Europees aanbesteden voor dit soort werkzaamheden niet verplicht is. Slechts de gunning dient aangemeld te worden bij het "Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen". Dit betekent, dat Gemeentewerken zonder problemen een contract kan sluiten met Repro B.V. Dit betekent dan ook in ieder geval voldoende jaren werkgarantie voor het personeel en, wat minstens zo belangrijk is voor personeel en B.V., dat er de mogelijkheid is om de noodzakelijke uitbreiding van het klantenbestand te realiseren. Gemeentewerken heeft per brief van 18 maart 1996 de wijze van invulling van het voornemen tot een meerjarig contract aangegeven, namelijk een contract voor drie jaren met telkens na één jaar de mogelijkheid om het contract met een looptijd van drie jaren te verlengen.
(…)
Personeel
Het plan gaat ervan uit, dat alle personeelsleden overgaan naar de nieuwe B.V. Dit is ook de nadrukkelijke wens van het personeel. (…) Zoals omschreven bij het hoofdstuk haalbaarheid, zal het werken met de B.V. slechts doorgang vinden als de B.V. gedurende meerdere jaren voldoende "werkgarantie" heeft. Met de door Gemeentewerken voorgestelde contractsvorm en -inhoud, waarvan het personeel volledig op de hoogte is, is er voor de B.V. voldoende werkgarantie om het voltallige personeel een volledige baangarantie te kunnen bieden.
(…)
Samenvattend stelt directeur DGG, na overleg met het projectteam van de bestuursdienst, voor te kiezen voor alternatief 5
(…)
Per 1 januari 1996 kan deze transactie, indien de Gemeente ook betaling van goodwill ver-langt, een bedrag opleveren van ca. f 1 mln, waarbij de betalingswijze van die goodwill dan nog nadere afspraken vergt.
(…)
Gevraagde beslissing
De verschillende opties afgewogen hebbend, stelt directeur DGG voor om te kiezen voor te kiezen voor optie 5, management buy-out en deze optie verder uit te werken.
Adviezen
Wethouder ROGZ: akkoord
Cie ROGZ: ter vergadering
De Bestuursdienst (Directeur SEZ, Fin en P&O) adviseert akkoord te gaan met het uitwerken van optie 5. Ten aanzien van een definitieve keuze voor optie 5 speelt de haalbaarheid een wezenlijke rol evenals de inhoud van het definitieve sociaal plan. (…) evt. baangaranties dienen te worden afgegeven door de nieuwe werkgever i.c. de B.V, en dus niet door de gemeente(…)
Tenslotte spreekt de BD waardering uit voor de inspanning die bij het opstellen van deze voorgenomen ’management-buy out’ door de initiatiefnemers is geleverd.
(…)”
2.3
De gemeenteraad van de gemeente heeft in 1996 mede op basis van voormeld rapport en de daarop gestoelde voorstellen en adviezen, een besluit tot privatisering genomen.
2.4
Nadat Repro Europoint was opgericht is op 17 oktober 1996 een samenwerkingsovereenkomst tussen Repro Europoint en de gemeente (de dienst gemeentewerken, in de overeenkomst aangeduid als GW) gesloten, die voor zover thans van belang als volgt luidt:
“(…) in aanmerking nemende
dat REPRO in geprivatiseerde vorm de activiteiten voortzet van de dienst Gemeentelijke Gebouwen;
dat GW bereid is aan REPRO het "repro facility management" van GW op te dragen; dat partijen terzake de volgende afspraken wensen te maken.
komen overeen als volgt:
Artikel 1
1.Repro zal gedurende de looptijd van deze overeenkomst aan GW repro facility management diensten verlenen.
(…).
8.GW zal, tenzij daaromtrent met Repro overeenstemming is bereikt, aan derden geen opdrachten verstrekken tot het verrichten van diensten die door Repro kunnen worden verricht.
(…)
Artikel 5
1.Deze overeenkomst wordt onverminderd het overige in dit lid bepaalde aangegaan voor een periode van 3 jaren ingaande op 1 november 1996 en aldus eindigende op 1 november 1999. De contractperiode bedraagt derhalve drie jaren.
2.Vervolgens zullen voor afloop van elke periode van 12 maanden, dus de eerste maal vóór 1 november 1999, GW en Repro de dienstverlening van Repro evalueren waarin de prijs/kwaliteitverhouding centaal staat.
3.Indien de evaluatie positief is, wordt de contractperiode met twaalf maanden verlengd.
4.Bij een negatieve uitslag van de evaluatie zal GW per aangetekend schrijven aan Repro meedelen, dat de overeenkomst eindigt na verloop van de alsdan geldende contractperiode.
5.Bij gebreke van een tijdige evaluatie en/of mededeling als bedoeld in de leden 2 en 4 wordt de overeenkomst ook met een periode van twaalf maanden verlengd.
(…)”
2.5
In april 2005 heeft een gesprek plaatsgehad tussen vertegenwoordigers van de gemeente en de directie van Repro Europoint. In dat gesprek is het voortduren van de overeenkomst besproken. Een brief van de gemeente aan Repro Europoint d.d. 28 april 2005 luidt voor zover thans relevant als volgt:
“Betreft: Beëindiging overeenkomst U96/32209
(…)
Hiermee bevestigen wij dat de Dienst van Gemeentewerken Rotterdam het contract met nummer U96132209 voor de levering van Repro werkzaamheden door Repro Europoint zal beëindigen.
Zoals reeds mondeling aan u medegedeeld tijdens ons overleg op 12 april jl. zal het contract per 30 april 2006 beëindigd worden.
(…)”
2.6
Begin 2006 heeft de gemeente op grond van de inmiddels (per 1 december 2005) in werking getreden Europese aanbestedingsregels, een openbare Europese aanbesteding uitgeschreven voor de reprografische diensten waaraan zij behoefte had.
2.7
De aanbestedingsprocedure heeft ertoe geleid dat de opdracht is gegund aan een andere partij, [bedrijf 1]. Een brief d.d. 7 maart 2006 aan Repro Europoint luidt voor zover thans van belang als volgt:
“ Uw aanbieding voor deelname aan de Europese aanbesteding voor Reprografische leveringen, nr. 0209 005, is door ons nauwgezet beoordeeld.
Uw aanbieding is aan de hand van de selectie- en gunningscriteria inhoudelijk beoordeeld en vergeleken met de andere aanbiedingen. Op grond hiervan hebben wij uw aanbieding niet kunnen selecteren als de economisch voordeligste aanbieding.
De uiteindelijke weging voor Repro Europoint B.V., conform het Bestek, is als volgt opgebouwd:
Criteria Definitieve beoordeling
Algemene Leveranciers
Gunningscriteria Gelijk aan de leverancier waaraan wij voornemens zijn
deze opdracht te gunnen
Commerciële
gunningscriteria (Prijzen) U heeft hier relatief lager op gescoord m.a.w. uw
geoffreerde prijs was hoger dan de leverancier waaraan
wij voornemens zijn deze opdracht te gunnen