ECLI:NL:RBROT:2009:BJ6310
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.W. Vogels
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en huurkoop: aanhouding van de procedure in afwachting van uitspraak Hoge Raad
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, vorderde DSB Bank N.V. betaling van een bedrag van € 19.415,30 van gedaagden [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] op basis van een in 1999 gesloten overeenkomst genaamd 'Hollands Welvaren Select'. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder de dagvaarding en conclusies van antwoord en repliek. De rechtbank constateerde dat partijen in oktober 1999 een overeenkomst van effectenkrediet hadden gesloten, waarbij een effectenportefeuille was aangekocht, en dat er ook een overeenkomst van doorlopend krediet was gesloten. Deze overeenkomsten vormden de basis voor de vorderingen in deze procedure.
De rechtbank merkte op dat er inmiddels veel jurisprudentie was verschenen over vergelijkbare zaken, met name in de Dexia-zaken, en dat de Hoge Raad naar verwachting in februari of maart 2009 uitspraak zou doen in een aanhangige effectenleasezaak. Gezien de omstandigheden besloot de rechtbank de procedure aan te houden totdat de Hoge Raad zijn uitspraak had gedaan. Partijen werden in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de aanhouding en de vraag of de zaak naar de kantonrechter moest worden verwezen.
De rechtbank hield iedere verdere beslissing aan en verwees de zaak naar de rol van 28 januari 2009, waarbij DSB als eerste partij de gelegenheid kreeg om zich bij akte uit te laten. De rechtbank benadrukte het belang van een goede procesorde en de mogelijkheid voor partijen om hun geschil onderling te schikken, alvorens verder te procederen. De beslissing van de rechtbank werd openbaar uitgesproken.