ECLI:NL:RBROT:2009:BJ9615

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
315011 / HA ZA 08-2243
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verrekening van vorderingen tussen verschillende rechtspersonen na splitsing van ondernemingen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee partijen, aangeduid als [eiser] en [gedaagde], die betrokken zijn bij de verrekening van vorderingen na de splitsing van hun ondernemingen. De rechtbank heeft op 7 oktober 2009 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, die betrekking heeft op de afrekening van onderlinge vorderingen en schulden na de verkoop van aandelen en de oprichting van nieuwe vennootschappen. De partijen hebben tot 17 juli 2007 ieder 50% van de aandelen in To The Point Holding BV gehouden, waarna zij besloten tot splitsing van hun ondernemingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er verschillende afspraken zijn gemaakt over de afrekening van vorderingen, waaronder de verkoop van aandelen en managementvergoedingen. De vordering van [eiser] is gericht op het verkrijgen van een verklaring voor recht dat [gedaagde] aan hem een bedrag van € 36.000,-- verschuldigd is, te voldoen in vier jaarlijkse termijnen. [gedaagde] heeft de vordering betwist en stelt dat er geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over de verrekening van vorderingen. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rol voor het nemen van een akte door [gedaagde] om zijn stellingen nader te onderbouwen. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken en documentatie bij de afrekening van vorderingen tussen rechtspersonen, vooral na een splitsing van ondernemingen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 315011 / HA ZA 08-2243
Uitspraak: 7 oktober 2009
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
[eiser],
wonende te Dordrecht,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. K.A. Doekhi,
- tegen -
[gedaagde],
gevestigd wonende te Spijkenisse,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. J.G.M. Roijers.
Partijen worden hierna aangeduid als "[eiser]" respectievelijk "[gedaagde]".
1 Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
dagvaarding d.d. 8 september 2008 en de door [eiser] overgelegde producties;
conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 24 december 2008, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 3 maart 2009;
akte voortgang procedure zijdens [eiser];
akte uitlaten voortgang procedure zijdens [gedaagde].
2 De vaststaande feiten in conventie en in reconventie
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voorzover van belang - het volgende vast:
2.1
[eiser] en [gedaagde] hielden tot 17 juli 2007 ieder 50% van de aandelen in To The Point Holding BV (hierna: TTP Holding). TTP Holding hield alle aandelen in de vennootschap To The Point Bewegwijzering & Reclame BV (hierna: TTP Reclame).
2.2
Op 1 januari 2006 heeft TTP Holding de activa en passiva van de eenmanszaak “R3” overgenomen en vervolgens ingebracht in de op 29 mei 2006 opgerichte vennootschap To The Point Divisie Autoreclame BV (hierna: TTP DAR), waarvan TTP Holding alle aandelen hield.
2.3
Naar aanleiding van onderlinge conflicten hebben [eiser] en [gedaagde] besloten tot splitsing van de ondernemingen.
2.4
Een gespreksverslag gedateerd 23 maart 2007 houdt onder meer het volgende in:
“AANWEZIG : [eiser], [aandeelhouder-1], [gedaagde] [aandeelhouder-2]
DATUM : 23 maart 2007
ONDERWERP : Splitsing aandeelhouders
OPSTELLER : [aandeelhouder-2]
REFERENT1E : 68240/2006/
Ten kantore van Adalko zijn definitieve afspraken gemaakt betreft splitsing van de aandeelhouders in TTP Holding BV (hierna TTPH).
Uitgangspunt voor de bespreking was de e-mail van Van Noord Accountants te Gorinchem (hierna VNAG) d.d. 16 februari 2007.
[eiser] (hierna [eiser]) en [gedaagde] (hierna [gedaagde]) zijn telefonisch overeengekomen voor het saldo van € 56.000 af te rekenen met elkaar.
Resumerend zijn de volgende afspraken gemaakt welke opgenomen zullen worden in de akten van aandelenoverdracht. Akten zullen opgemaakt worden en passeren bij Notaris Mr. R. van der Horst te Hendrik Ido Ambacht.
1. [eiser] richt een nieuwe holding op (doelstelling zo breed mogelijk) voor € 18.000. [Gegevens voor holding aan te leveren door [eiser]/ [aandeelhouder-1]]
2. TTPH verkoopt aandelen in To the Point Autobelettering en Reklame BV aan holding van [eiser] voor € 100.000 (geplaatst aandelenkapitaal € 18.000). Resultaten vanaf 1 januari 2006 voor rekening van nieuwe aandeelhouder.
[aandeelhoudersregister en kopie statuten TTP D.A.R. aan te leveren door [eiser]]
3. [eiser] verkoopt aandelen in TTPH voor € 55.497 aan [gedaagde], waardoor [gedaagde] 100% aandeelhouder wordt van TTPH. Resultaten vanaf 1 januari 2006 geheel voor [gedaagde]. [aandeelhoudersregister en kopie statuten TTPH aanleveren door [gedaagde]]
4. TTP D.A.R. factureert over 2006 en 2007 totaal € 150.000 managementvergoeding (exclusief BTW). Dit wordt verrekend in rekening-courant.
5. Onderlinge rekening-courantverhoudingen worden afgerekend op basis van werkelijke mutaties, nader vast te stellen aan de hand van de financiële administraties van TTP Reklame en TTP D.A.R. over 2006 en 2007 (t/m 31 maart 2007). Voorlopig is het saldo als volgt vastgesteld als voorschot
* saldo inbreng activa/ passiva in TTP DAR door TTP Reklame € 1.659
* vordering TTP Holding op [eiser] “ 4.518
* betaalde salariskosten door TTP Ho1ding betreft [eiser] “ 48.000
* vergoede managementvergoeding door TTP DAR “ - 30.100
---------------------
Saldo € 24.077
6. Behorende bij de overname per 1 januari 2006 door TTP DAR van de activiteiten betreft Autobelettering en Reklame waren de personeelsleden mevrouw [ABC] en de heer [XYZ]. Mevrouw [ABC] staat op loonlijst van TTP Reklame, doch is werkzaam voor TTP D.A.R.
Partijen zijn overeengekomen dat saldo van salariskosten minus eventuele ontvangen uitkeringen bij een eventuele terugkeer uit het ziekteverlof ten laste van TTP D.A.R. komen. (…)
7. Een eventuele resterende afrekening inzake overname R3 zal door TTP D.A.R. afgehandeld worden. TTP Reklame zal hier niet aansprakelijk meer voor zijn.
8. TTP Reklame zal met Rabobank afspraken maken over continuering aflossing lening aan de bank en tevens verzoeken aan de bank om doorhaling van de borgtocht van de heer [eiser] privé jegens de bank inzake schulden van TTP Holding of TTP Reklame.
9. Partijen zijn overeengekomen elkaars werkgebied en activiteiten te respecteren. Gedurende 2 jaar geldt een concurrentiebeding welke inhoudt dat TTP Reklame geen activiteiten voor klanten uitvoert die onder de werkzaamheid van TTP D.A.R. vallen en TTP D.A.R. zal geen activiteiten voor klanten uitvoeren die onder de werkzaamheid van TTP Reklame vallen. (…)
Het saldo van de onderlinge afrekening is vervolgens als volgt samen te vatten:
* Verkoop aandelen TTP D.A.R. aan [eiser], vordering van [gedaagde] € -/- 100.000
* Verkoop aandelen TTP H aan [gedaagde], vordering van [eiser] € 55.497
* Managementfee te factureren, vordering van [eiser] € 125.000
* Afrekening (voorschot) rekening-courant, vordering van [gedaagde] € 24.077
------------------------
Saldo vordering [eiser] op [gedaagde] € 56.420
Dit bedrag zal als volgt afgerekend worden:
bij overdracht aandelen € 20.000 (voor zover financieerbaar door [gedaagde])
in 4 jaarlijkse termijnen van € 9.000
Einde vergadering.
Voor akkoord weergave afspraken
To The Point Holding BV BAV 37 BV i.o. (Holding R. [eiser]) To The Point Reklame BV To The Point Divisie Autobelettering BV
J. [gedaagde] in privé R. [eiser] in privé
Getekend door J. [gedaagde] Getekend door R. [eiser]”
2.5
[eiser] heeft zijn (50% van de) aandelen in TTP Holding voor € 55.497,-- aan [gedaagde] verkocht. De aandelen zijn op 17 juli 2007 geleverd. TTP Holding is alle aandelen in TTP Reclame blijven houden.
2.6
[eiser] heeft op 17 juli 2007 de vennootschap BAV 37 BV (hierna: BAV 37) opgericht. TTP Holding heeft alle aandelen in TTP DAR voor € 100.000,-- aan BAV 37 (i.o.) verkocht. De aandelen in TTP DAR zijn op 17 juli 2007 aan BAV 37 geleverd.
2.7
[gedaagde] heeft omstreeks 17 juli 2007 een bedrag van € 20.000,-- aan [eiser] betaald.
3 De vordering in conventie
De vordering luidt om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht te verklaren dat [gedaagde] aan [eiser] verschuldigd is € 36.000,--, te voldoen in vier jaarlijkse termijnen, telkens op 23 maart, voor het eerst in 2008;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de eerste termijn van € 9.000,--;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van wettelijke rente over € 9.000,-- vanaf 28 maart 2008;
[gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure.
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft [eiser] aan de vordering de volgende stellingen ten grondslag gelegd:
3.1
Partijen zijn overeengekomen dat alle vorderingen die samenhingen met de splitsing over en weer worden verrekend, waarbij de vorderingen en schulden van de aan hen toe te scheiden vennootschappen als persoonlijke vorderingen en schulden zouden worden beschouwd, zodat per saldo slechts een rechtsverhouding tussen hen in privé zou overblijven.
3.2
Afgesproken is dat [gedaagde] aan [eiser] een bedrag van € 56.000,-- zou betalen, waarbij € 20.000,-- bij de levering van de aandelen in TTP Holding zou worden betaald en het restant van € 36.000,-- in vier jaarlijkse termijnen van € 9.000,--.
3.3
Partijen hebben niet duidelijk afgesproken op welke datum de jaarlijkse termijnen zouden vervallen, maar [eiser] is er vanuit gegaan dat dit een jaar na het ondertekenen van het gespreksverslag zou gebeuren, te weten vanaf 27 maart 2008.
3.4
[gedaagde] komt geen recht op opschorting toe. [eiser] noch TTP DAR heeft een schuld aan TTP Holding. Voorts is juist tussen partijen afgesproken om alle vorderingen te verrekenen, waarbij alleen een vordering van [eiser] op [gedaagde] resteerde. Opschorting is voorts niet gerechtvaardigd omdat het gaat om andere (rechts)personen en er derhalve sprake is van onvoldoende samenhang tussen de vorderingen.
4 Het verweer in conventie
Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van [eiser] in de kosten van de procedure.
[gedaagde] heeft daartoe het volgende aangevoerd:
4.1
[gedaagde] betwist dat de door [eiser] gestelde verrekeningsafspraken zijn gemaakt. Verrekening van vorderingen tussen de ondernemingen en partijen in privé is niet mogelijk. Een deugdelijke onderbouwing van de vorderingen en de verrekening ontbreekt.
4.2
De vordering is deels gebaseerd op een nog niet vaststaand bedrag voor de rekening-courantverhoudingen die bestonden tijdens de splitsing. Er is overeengekomen de rekening-courantverhoudingen af te rekenen op basis van werkelijke mutaties. De vaststelling daarvan heeft nog niet plaatsgevonden.
4.3
TTP Holding heeft een vordering uit rekening-courant van € 56.362,-- op BAV 37. BAV 37 betwist deze vordering. Nu hierover geen overeenstemming bestaat, kan geen afrekening plaatsvinden.
4.4
[gedaagde] betwist dat aan [eiser] dan wel TTP DAR een managementfee toekomt. Deze dient te worden verrekend in rekening-courant. Nu deze verrekening nog niet heeft plaatsgevonden, staat het saldo nog niet vast.
4.5
Er is geen betalingstermijn afgesproken.
4.6
[gedaagde] heeft betaling aan [eiser] opgeschort tot duidelijk is welke vorderingen bestaan tussen [gedaagde], [eiser] en de ondernemingen. Daarmee is bedoeld aan te geven niet te betalen wegens betwisting van verschuldigdheid.
5 De voorwaardelijke vordering in reconventie
De vordering luidt om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
te gebieden dat in het geval dat de door [eiser] voorgestelde verrekening wordt toegestaan, de rechtbank een deskundige zal benoemen tot vaststelling van de rekening-courantverhoudingen op basis van werkelijke mutaties, waarbij in elk geval, doch niet uitsluitend de opeisbaarheid van de volgende posten moet worden betrokken: - de op 23 maart 2007 overeengekomen koopsom van de aandelen in TTP Holding; - de op 23 maart 2007 overeengekomen koopsom van de aandelen in TTP DAR; - de rekening-courantverhoudingen, zoals die op 17 juli 2007 bestonden; - de reeds ontvangen en nog te ontvangen managementfee; - de door [eiser] genoten inkomsten uit TTP Holding; - de kosten voor de overname van R3 (thans TTP DAR), die na 23 maart 2007 nog door TTP Reclame dan wel TTP Holding zijn voldaan; - het door [gedaagde] reeds betaalde voorschot; - eventuele overige kosten en baten die tijdens het opstellen van de afrekening naar voren komen en die in de verrekening dienen te worden meegewogen;
althans te gebieden dat verrekening plaats zal vinden op een wijze, zoals de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren.
Aan deze vordering heeft [gedaagde] naast hetgeen in conventie als verweer is aangevoerd, de volgende stellingen ten grondslag gelegd:
5.1
Indien de rechtbank beslist dat alle door de splitsing ontstane vorderingen inzake de ondernemingen in privé tussen [gedaagde] en [eiser] worden verrekend, dient die verrekening plaats te vinden met inbegrip van en niet eerder dan na vaststelling van alle rekening-courantverhoudingen.
5.2
Bij de verrekening dienen ook de overige kosten en baten te worden meegewogen. Deze posten dienen te worden vastgesteld door een door de rechtbank te benoemen deskundige, zoals een accountant.
6 Het verweer in reconventie
Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van [gedaagde] in de kosten van het geding.
Naast hetgeen [eiser] in conventie heeft betoogd, heeft hij daartoe het volgende aangevoerd:
6.1
Naverrekening is slechts mogelijk met betrekking tot de rekening-courantverhoudingen tussen TTP Reclame en TTP DAR. [gedaagde] baseert de vordering in reconventie niet op een (rekening-courant)schuld van TTP DAR aan TTP Reclame.
6.2
De door [gedaagde] gestelde rekening-courantvordering van € 56.362,-- heeft betrekking op TTP Holding en maakt geen deel uit van de afspraken tussen partijen.
6.3
[eiser] betwist de vordering van € 56.362,-- van TTP Holding. Deze is niet onderbouwd.
6.4
Partijen zijn overeengekomen, zoals onder punt 5 van het gespreksverslag opgenomen, dat werkelijke mutaties, nader vastgesteld dienen te worden aan de hand van de financiële administraties van TTP Reclame en TTP D.A.R. over 2006 en 2007 (t/m 31 maart 2007), waarna daarover afgerekend kan worden. [eiser] heeft [gedaagde] herhaaldelijk verzocht om boekingsbescheiden, maar tot op heden heeft hij die niet ontvangen. [gedaagde] heeft zijn recht dit alsnog te doen verspeeld, zodat de vordering dient te worden afgewezen.
6.5
Partijen hebben al over een bedrag van € 24.077,-- met elkaar afgerekend. Dit bedrag dient in mindering gebracht te worden op de werkelijke rekening-courantverhouding tussen TTP Reklame en TTP DAR.
6.6
De koopprijs voor de aandelen in TTP DAR is door [eiser] betaald en al in de afrekening betrokken. Dit bedrag, alsmede het door [gedaagde] betaalde voorschot van € 20.000,--, dienen niet opnieuw in de verrekening te worden betrokken.
6.7
De kosten voor de overname van R3 zijn door TTP Holding gedragen. Bij het maken van de afspraken hebben partijen het niet nodig geoordeeld die kosten toe te rekenen aan [eiser]. Daarmee is de kwestie afgedaan.
7 De beoordeling
in conventie en in reconventie
7.1
Partijen twisten allereerst over de vraag of zij zijn overeengekomen dat alle vorderingen die samenhingen met de splitsing over en weer zouden worden verrekend, waarbij de vorderingen en schulden van de aan hen toe te scheiden vennootschappen als persoonlijke vorderingen en schulden zouden worden beschouwd.
7.2
[eiser] heeft ter onderbouwing van zijn stellingen ter zake verrekening verwezen naar het hiervoor onder 2.4 bedoelde gespreksverslag van 23 maart 2007. De tekst van dat gespreksverslag sluit aan bij de stellingen van [eiser] ter zake de wijze van verrekening.
7.3
[gedaagde] betwist de door [eiser] gestelde verrekeningsafspraken. Hij voert daartoe aan dat die afspraken niet zijn gemaakt en dat voor een dergelijke verrekening cessie noodzakelijk zou zijn. De rechtbank acht deze betwisting onvoldoende gemotiveerd. Hoewel dat in het licht van de aan de hand van het gespreksverslag onderbouwde stellingen van [eiser] op zijn weg had gelegen, heeft [gedaagde] immers niet bestreden dat op 23 maart 2007 tussen partijen een gesprek heeft plaatsgevonden, dat naar aanleiding daarvan genoemd gespreksverslag is opgesteld en dat hij dat verslag heeft ondertekend. Daarnaast geldt dat andere in het gespreksverslag genoemde afspraken, zoals die ter zake de overdracht van de aandelen, door partijen zijn nagekomen en [gedaagde] de in het verslag genoemde bij de overdracht van de aandelen te betalen eerste termijn van € 20.000,-- ook daadwerkelijk aan [eiser] heeft betaald. Bij gebreke van een voldoende gemotiveerde betwisting door [gedaagde] staat in deze procedure vast de stelling van [eiser] dat alle vorderingen die samenhingen met de splitsing over en weer zouden worden verrekend, waarbij de vorderingen en schulden van de aan hen toe te scheiden vennootschappen als persoonlijke vorderingen en schulden zouden worden beschouwd.
7.4
Gelet op hetgeen daarover in het gespreksverslag is opgenomen, alsmede de betaling door [gedaagde] van € 20.000,--, heeft [gedaagde] evenmin voldoende gemotiveerd betwist de stelling van [eiser] dat [gedaagde] als gevolg van genoemde verrekeningsafspraken nog vier jaarlijkse termijnen van € 9.000,-- dient te betalen, zodat ook dit vaststaat.
7.5
In het gespreksverslag is opgenomen dat de eerste betaling van € 20.000,-- bij de overdracht van de aandelen diende plaats vinden en dat het resterende bedrag in vier jaarlijkse termijnen diende te worden betaald. De aandelen zijn overgedragen op 17 juli 2007. Partijen stellen beiden dat geen specifieke vervaldatum voor de termijnen van € 9.000,-- is overeengekomen. Mede gelet op artikel 6:38 van het Burgerlijk Wetboek, waarin is bepaald dat, indien geen termijn voor nakoming is bepaald, terstond nakoming worden gevorderd, brengt een redelijke uitleg van het bepaalde in het gespreksverslag mee dat de eerste termijn van € 9.000,-- een jaar na de aandelenoverdracht op 17 juli 2007, derhalve op 17 juli 2008, en de overige termijnen op 17 juli 2009, 17 juli 2010 en 17 juli 2011 opeisbaar worden.
7.6
De omstandigheid dat in de verrekening een voorlopig vastgesteld saldo is betrokken, staat niet aan opeisbaarheid van genoemde betalingen in de weg. Het onder nr. 5 en aan het slot van het gespreksverslag bedoelde voorlopig saldo respectievelijk voorschot heeft, zo volgt uit de tekst van het gespreksverslag, juist ten doel reeds verrekening en betaling mogelijk te maken, vooruitlopend op het definitief vaststellen van de onderlinge rekening-courantverhoudingen als bedoeld onder nr. 5 van het gespreksverslag. Genoemde doelstelling heeft ook geresulteerd in betaling door [gedaagde] van een eerste termijn van € 20.000,--.
7.7
Uit het voorgaande volgt voorts dat een (eventueel) beroep van [gedaagde] op opschorting van de verplichting tot betaling van reeds opeisbaar geworden termijnen totdat duidelijk is welke vorderingen er daadwerkelijk tussen partijen bestaan, niet kan slagen. Het eventuele bestaan van een vordering van TTP Holding op BAV 37 staat evenmin aan opeisbaarheid van de betalingen in de weg, reeds omdat genoemde vordering geen vordering tussen [eiser] en [gedaagde] betreft en deze niet in de overeenkomst van 23 maart 2007 is betrokken. In conventie kunnen derhalve de reeds vervallen termijnen van (elk) € 9.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de respectievelijke vervaldata, worden toegewezen. Eveneens kan worden toegewezen de gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde] de resterende, nog te vervallen termijnen aan [eiser] verschuldigd is.
7.8
Dit brengt echter tevens mee dat tussen partijen nog (nadere) afrekening van rekening-courantvorderingen als bedoeld onder nr. 5 van het gespreksverslag dient plaats te vinden. Afhankelijk van de vraag of die afrekening een hoger of lager saldo oplevert dan het bedrag van € 24.077,--, dat ter zake de afrekening rekening-courant reeds als vordering van [gedaagde] in de totale verrekening is betrokken, kan daarmee een eventuele (nieuwe) betalingsverplichting voor één van partijen ontstaan.
7.9
De rechtbank begrijpt de vordering in reconventie van [gedaagde] in reconventie voorshands aldus dat deze inhoud een gebod aan [eiser] tot nakoming van de (gezamenlijke) verplichting tot afrekening zoals opgenomen onder nr. 5 van het besprekingsverslag, alsmede dat de rechtbank bepaalt op welke wijze die afrekening dient te geschieden.
7.1
Partijen verschillen van mening over de wijze waarop de afrekening dient plaats te vinden en welke posten daarbij betrokken dienen te worden, derhalve over de vraag hoe de onder nr. 5 van het gesprekverslag opgenomen zinsnede: “Onderlinge rekening-courantverhoudingen dienen te worden afgerekend op basis van werkelijke mutaties, nader vast te stellen aan de hand van de financiële administraties van TTP Reklame en TTP DAR over 2006 en 2007 (t/m 31 maart 2007)” dient te worden begrepen.
7.11
[gedaagde] stelt dat in elk geval, doch niet uitsluitend, de volgende posten in de afrekening dienen te worden betrokken:
1. de koopsom groot € 55.497,-- van de aandelen in TTP Holding;
2. de koopsom groot € 100.000,-- van de aandelen in TTP DAR; 3. de rekening-courantverhoudingen, zoals die op 17 juli 2007 bestonden; 4. de reeds ontvangen en nog te ontvangen managementfee; 5. de door [eiser] genoten inkomsten uit TTP Holding; 6. de kosten voor de overname van R3 (thans TTP DAR), die na 23 maart 2007 nog door TTP Reclame dan wel TTP Holding zijn voldaan; 7. het door H reeds betaalde voorschot van € 20.000,--; 8. eventuele overige kosten en baten die tijdens het opstellen van de afrekening naar voren komen en die in de verrekening dienen te worden meegewogen.
7.12
[eiser] stelt dat afrekening slechts mogelijk is over rekening-courantverhoudingen tussen TTP Reclame en TTP DAR en dat uitsluitend de financiële administraties van die bedrijven als basis voor de vaststelling daarvan kunnen dienen. Voorts stelt hij dat reeds in de verrekening betrokken bedragen, zoals de koopsommen van de aandelen en het door [gedaagde] betaalde bedrag van € 20.000,--, niet in de onder punt 5 van het gespreksverslag bedoelde afrekening van de rekening-courantverhoudingen dienen te worden betrokken. Daarnaast stelt hij dat de kosten van de overname van R3 die TTP Holding heeft gemaakt buiten de afrekening dient te blijven, nu is afgesproken die niet aan [eiser] toe te rekenen.
7.13
De rechtbank merkt thans reeds op dat posten die reeds deel uitmaken van de op 23 maart 2007 overeengekomen verrekening, zoals weergegeven aan het slot van het gespreksverslag, niet (opnieuw) in de onder punt 5 van het gespreksverslag bedoelde afrekening betrokken kunnen worden. Het komt de rechtbank voorshands voor dat dit geldt voor de hiervoor onder 7.11 bedoelde door [gedaagde] genoemde posten 1, 2 en 7 en mogelijk ook voor de posten 4 en 6.
7.14
Voorop dient te worden gesteld dat, nu [gedaagde] zich in reconventie beroept op de rechtsgevolgen van een verplichting tot afrekening, het op zijn weg ligt gemotiveerd te stellen dat en op grond waarvan dient te worden afgerekend, alsmede welke vorderingen betreffende welke (rechts)personen bij die afrekening dienen te worden betrokken. Hij dient zich daarbij uitdrukkelijk uit te laten over de vraag hoe de bepaling die onder nr. 5 van het gespreksverslag is opgenomen, dient te worden begrepen. Genoemde stellingen dienen deugdelijk te zijn onderbouwd, bij voorkeur aan de hand van schriftelijke bescheiden. Een afschrift uit een jaarrekening die is samengesteld op basis van door het bestuur van de vennootschap verstrekte gegevens, zoals door [gedaagde] als productie 2 bij conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie is overgelegd, is daarvoor - nog daargelaten de vraag welke vennootschappen de in die productie opgenomen rekening-courantverhouding betreft - onvoldoende. Voor de benoeming van een deskundige, zoals door [gedaagde] gevorderd, ziet de rechtbank (thans) geen aanleiding.
7.15
Gelet op het voorgaande en de omstandigheid dat [gedaagde] nog niet heeft gereageerd op de conclusie van antwoord in reconventie, zal de zaak worden verwezen naar de rol voor het nemen van een akte door [gedaagde]. [gedaagde] dient zijn stellingen en vordering in reconventie met inachtneming van hetgeen hiervoor onder 7.9 t/m 7.15 is overwogen, nader te onderbouwen en aan te vullen. [eiser] krijgt de gelegenheid bij antwoordakte te reageren.
7.16
Iedere verdere beslissing in conventie en reconventie wordt aangehouden.
8 De beslissing
De rechtbank,
in conventie en in reconventie
alvorens verder te beslissen,
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 4 november 2009 voor het nemen van een akte door [gedaagde] zoals hiervoor onder 7.15 bedoeld.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.J. Visser.
Uitgesproken in het openbaar.
1884/544