ECLI:NL:RBROT:2009:BK1426
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. de Gruijl-van Benthem
- Rechtspraak.nl
Gegrondverklaring ontkenning vaderschap en naamsbehoud minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 oktober 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap van de man van de minderjarige. De minderjarige, geboren op [geboortedatum] 1993, heeft in december 2007 ontdekt dat de man niet zijn biologische vader is, wat door de vrouw, zijn moeder, is bevestigd. De bijzondere curator, mr. M.P.G. Rietbergen, heeft in deze procedure opgetreden en heeft de belangen van de minderjarige behartigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man geen rol speelt in het leven van de minderjarige en dat de biologische vader, [naam verwekker], bereid is de minderjarige te erkennen.
De rechtbank heeft de verklaringen van de vrouw, de man en de heer [naam verwekker] als betrouwbaar beoordeeld en heeft geconcludeerd dat er geen noodzaak is voor DNA-onderzoek. De rechtbank heeft het verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap toegewezen. Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat een wijziging van de geslachtsnaam van de minderjarige in strijd zou zijn met zijn belangen, gezien zijn leeftijd en zijn wens om zijn huidige achternaam te behouden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wetgever deze situatie niet heeft voorzien en dat de huidige wettelijke bepalingen onvoldoende waarborgen bieden voor de minderjarige.
De rechtbank heeft daarom besloten dat de minderjarige zijn achternaam [geslachtsnaam] zal behouden en heeft de griffier gelast een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij mr. Daams als griffier aanwezig was. De uitspraak is gedaan in het kader van het civiel recht, specifiek binnen het personen- en familierecht, en betreft de toepassing van het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 1:5 en artikel 1:7.