ECLI:NL:RBROT:2009:BL1465
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Opschorting van energielevering in kort geding met betrekking tot eerste levensbehoefte
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Koot, een kort geding aangespannen tegen Eneco Services B.V., vertegenwoordigd door mr. E. van Lent, met als doel de opschorting van de levering van gas en elektriciteit aan zijn woning te voorkomen. Eiser heeft aangevoerd dat de opschorting van de energievoorziening in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, vooral gezien zijn slechte gezondheidstoestand, zoals bevestigd door een brief van zijn huisarts. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de opschorting van de energievoorziening, die een primaire levensbehoefte betreft, onaanvaardbaar is, mede gelet op de Ministeriële Regeling van 29 november 2006 die terughoudendheid voorschrijft bij opschorting in de wintermaanden.
De rechtbank heeft geoordeeld dat Eneco geen beroep kan doen op haar algemene voorwaarden, omdat deze niet tijdig ter hand zijn gesteld aan eiser bij de contractsluiting in 1992. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er onvoldoende bewijs is dat eiser een openstaande vordering heeft bij Eneco, en dat de opschorting van de energievoorziening ernstige gezondheidsrisico's voor eiser met zich meebrengt. De rechter heeft daarom de vorderingen van eiser toegewezen en Eneco verboden om de energievoorziening te staken tot 1 april 2010, of totdat er een executabele beslissing is die vaststelt dat eiser een bedrag verschuldigd is aan Eneco.
De voorzieningenrechter heeft bovendien bepaald dat Eneco een dwangsom van € 500 per dag verbeurt voor elke dag dat zij in strijd handelt met dit vonnis, met een maximum van € 20.000. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot uiterlijk 16 december 2009. Dit vonnis is uitgesproken op 25 november 2009.