ECLI:NL:RBROT:2009:BL1539

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
267244 / HA ZA 06-2306
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot uitkering onder goederentransport- en opslagverzekering tussen Zürich c.s. en Adimpo

In deze zaak vorderde Adimpo International P.R.O. SA (hierna: Adimpo) een uitkering onder een goederentransport- en opslagverzekering van Zürich c.s., bestaande uit meerdere verzekeraars. De rechtbank Rotterdam heeft op 7 oktober 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, waarin de vordering van Adimpo werd afgewezen. Adimpo had schade gemeld van verloren zendingen van printer cartridges tijdens transport door DHL. Zürich c.s. betwistte de uitkeringsplicht en stelde dat Adimpo niet voldoende informatie had verstrekt om de schade te kunnen beoordelen. De rechtbank oordeelde dat Adimpo niet aan haar informatieverplichting had voldaan, waardoor Zürich c.s. niet in staat was om de uitkeringsplicht te beoordelen. De rechtbank verwees naar de informatieplicht die voortvloeit uit de verzekeringsvoorwaarden en de relevante wetgeving, en concludeerde dat Adimpo essentiële documenten en inlichtingen had nagelaten te verstrekken. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of er sprake was van een gedekt evenement onder de verzekering. De rechtbank wees de vordering van Adimpo in reconventie af en veroordeelde haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van de informatieplicht van de verzekerde en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting voor de uitkeringsplicht van de verzekeraar.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 267244 / HA ZA 06-2306
Uitspraak: 7 oktober 2009
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
1. de vennootschap naar vreemd recht,
ZURICH VERSICHERUNG AKTIEGESELLSCHAFT (DEUTSCHLAND),
gevestigd te Frankfurt, Duitsland,
2. de vennootschap naar vreemd recht,
AXA CORPORATE SOLUTIONS,
gevestigd te Keulen, Duitsland,
3. de vennootschap naar vreemd recht,
ACE INSURANCE S.A.-N.V.,
gevestigd te Frankfurt/Main, Duitsland,
4. de vennootschap naar vreemd recht,
THURINGA GENERALI VERSICHERUNG AG.,
gevestigd te München, Duitsland,
5. de vennootschap naar vreemd recht,
WURTTEMBERGISCHE UND BADISCHE VERSICHERUNGS-AKTIENGESELLSCHAFT,
gevestigd te Heilbronn, Duitsland,
6. de vennootschap naar vreemd recht,
KRAVAG-LOGISTIC VERSICHERUNGS-AKTIENGESELLSCHAFT,
gevestigd te Hamburg, Duitsland,
7. de vennootschap naar vreemd recht,
BASLER SECURITAS VERSICHERUNGS-AKTIENGESELLSCHAFT,
gevestigd te Bad Hombur, Duitsland,
8. de vennootschap naar vreemd recht,
ANCORA VERSICHERUNGSAKTIENGESELLSCHAFT,
gevestigd te Hamburg, Duitsland,
9. de vennootschap naar vreemd recht,
SCHWEIZER-NATIONAL VERSICHERUNGS-AKTIENGESELLSCHAFT IN DEUTSCHLAND,
gevestigd te Frankfurt/Main, Duitsland,
eisers in conventie
verweersters in reconventie,
advocaat mr. F. J. H. Krumpelman,
- tegen -
de vennootschap naar vreemd recht
ADIMPO INTERNATIONAL P.R.O. SA,
gevestigd te Nyon, Zwitserland,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J. A. Biermasz.
Partijen blijven hierna aangeduid als "Zürich c.s." respectievelijk "Adimpo".
1 Het verdere verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 4 februari 2009, waarbij de rechtbank zich onbevoegd heeft verklaard om van de vordering in conventie van Zürich c.s. kennis te nemen, en zich bevoegd heeft verklaard om van de vordering van Adimpo in reconventie kennis te nemen;
- conclusie van antwoord in reconventie;
- tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 1 april 2009, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 7 juli 2009;
- de voorafgaand aan de zitting door Adimpo aan de rechtbank en aan de wederpartij toegezonden brief van 24 juni 2009;
- de ter gelegenheid van de comparitie van partijen door Zürich c.s. overgelegde spreekaantekeningen.
2 Het geschil in reconventie
De vordering luidt - verkort weergegeven en voor zover relevant gelet op de omstandigheid dat de rechtbank zich onbevoegd heeft verklaard om kennis te nemen van de vordering in conventie - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Zürich c.s. te veroordelen:
- primair tot betaling aan Adimpo van een bedrag van € 82.965,15, met rente;
- subsidiair tot het verschaffen van een renteloze lening tot het totaalbedrag van de aan de orde zijnde transportschades ingevolge artikel 22 lid 1 van de verzekeringsvoorwaarden;
- in de kosten van het geding.
Zürich c.s. heeft de vordering van Adimpo gemotiveerd betwist en geconcludeerd dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad primair de vordering van Adimpo afwijst, subsidiair bepaalt dat de vordering van Adimpo wordt verminderd met de schade die Zürich c.s. in dat geval lijdt als gevolg van het niet nakomen van de informatieplicht door Adimpo en meer subsidiair bepaalt dat de vordering van Adimpo dient te worden verrekend met de door Adimpo aan Zürich c.s. verschuldigde maandpremies ad € 42.335,65, met rente vanaf de dag van de relevante factuur tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Adimpo in de kosten van het geding.
3 De beoordeling
3.1 Tussen partijen staan onder meer de volgende feiten vast.
a. Adimpo heeft met ingang van 1 juli 2003 via Nacora Assurantiekantoor B.V. (hierna: Nacora) een goederentransport- en opslagverzekering afgesloten (hierna: de verzekeringsovereenkomst). Adimpo heeft deze verzekering tegen 1 januari 2005 opgezegd.
b. Op de verzekeringsovereenkomst zijn van toepassing de “Marine Cargo and Storage Policy” en de “Algemene voorwaarden Nederlandse Beurs-Goederenpolis 1991” (hierna: de algemene voorwaarden).
c. Adimpo heeft middels invulling en verzending van het door Nacora gehanteerde schademeldingsformulier op de navolgende data de navolgende verloren zendingen gemeld aan Zürich c.s. (de rechtbank houdt hierbij de door partijen in de stukken gehanteerde volgorde van schadegevallen aan):
- op 8 maart 2004, zending met nummer CD 18894 van 2437 printer cartridges met een factuurwaarde van € 37.894,14.
- op 1 maart 2004, zending met nummer CD 27247 van 1462 printer cartridges met een factuurwaarde van € 19.993,89.
- op 16 oktober 2003, zending met nummer CD 20097 van 1173 printer cartridges met een factuurwaarde van € 22.692,56.
d. Op het door Nacora gehanteerde schademeldingsformulier staat onder 3:
“Required documents
? Certificate of Insurance, if applicable
? Copy of the commercial invoice
? Copy of the waybill/bill of loading/awb
? Copy of the claim letter to the carrier
? If available, other documents regarding this claim”
e. Zürich c.s. heeft het expertisebureau McLarens Young International (hierna: MYI) ingeschakeld om de schademeldingen van Adimpo te onderzoeken. MYI heeft per schademelding een rapport opgesteld, gedateerd 5 augustus 2005. In alle rapporten is onder meer de volgende passage opgenomen:
“Investigations
In the first place we requested from the contact person Mrs. Foureau copies of necessary documents:
- shipping instructions to ND Logistics,
- copy of waybill
- proof of delivery from ND Logistics to DHL Danzas
- reply from DHL on Insured’s letter of protest (…)
- copy of customer’s complaint about non-arrival of shipment
- whether she has sent a replacement consignment or credit on original invoice
- further information that might be relevant to the matter.
Although reminders were made, no answers were received.
In the meantime we received instructions for investigation into a few more cases. At some stage we spoke a few times with [X] and discussed the fact that we needed the documentation of these shipments. He was in agreement with that, but needed some more time in sorting things out.
We spoke with Mr. [X] on 14th June 2004 for the last time, but eventually not with the hoped for result. We are confident that Mr. [X] is aware of our requests.”
f. Zürich c.s. is niet tot betaling aan Adimpo onder de verzekeringsovereenkomst overgegaan.
3.2 Adimpo legt aan haar vordering het volgende ten grondslag.
Tijdens de looptijd van de verzekeringsovereenkomst zijn drie zendingen van printer cartridges van Adimpo gestolen/kwijtgeraakt tijdens transport door vervoerder DHL binnen Frankrijk respectievelijk van Frankrijk naar Duitsland. De als gevolg hiervan door Adimpo geleden schade valt onder de dekking van de verzekeringsovereenkomst. Adimpo heeft de schade tijdig gemeld. Adimpo heeft derhalve recht op uitkering onder de verzekeringsovereenkomst voor een bedrag van in totaal € 82.965,15.
3.3 Zürich c.s. betwist tot uitkering onder de verzekeringsovereenkomst gehouden te zijn. Zij stelt dat zij in de drie door Adimpo gemelde schadegevallen niet heeft kunnen beoordelen of er sprake is geweest van een onder de verzekering gedekt evenement en, zo dit al vastgesteld zou kunnen worden, of er sprake is geweest van schade aan de zijde van Adimpo. Adimpo heeft immers verzuimd om ter zake essentiële bescheiden en inlichtingen te verschaffen, aldus Zürich c.s.
3.4 Het geschil tussen partijen spitst zich in de eerste plaats toe op de omvang van de informatieplicht van Adimpo ten aanzien van de door haar gedane schademeldingen. Adimpo voert in dit verband aan dat op haar de verplichting rust om aannemelijk te maken dat de transportschades zich hebben voorgedaan en dat deze onder de dekking van de verzekeringsovereenkomst vallen, alsmede om haar hierdoor geleden schade aannemelijk te maken. Adimpo is noch op grond van het toepasselijke verzekeringsrecht, in haar visie het tot 1 januari 2006 geldende verzekeringsrecht, noch op grond van de verzekeringsvoorwaarden gehouden het bewijs met bepaalde bescheiden te leveren. Zij kan het vereiste bewijs leveren door alle middelen.
Zürich c.s. stelt, onder verwijzing naar het toepasselijke overgangsrecht, dat het op 1 januari 2006 in werking getreden artikel 7:941 lid 2 BW van toepassing is op de omvang van de informatieplicht van Adimpo. Op basis van dit artikel dient Adimpo binnen een redelijke termijn aan Zürich c.s. alle inlichtingen en bescheiden te verstrekken die voor Zürich c.s. van belang zijn om haar uitkeringsplicht te kunnen beoordelen.
3.5 De rechtbank is van oordeel dat de informatieplicht van de verzekerde onder het tot 1 januari 2006 geldende verzekeringsrecht niet wezenlijk verschilt van die onder het huidige recht. Hierbij neemt de rechtbank het volgende in aanmerking. De verplichting tot het verstrekken van informatie was voor 1 januari 2006 weliswaar niet expliciet in de wet geregeld, maar deze verplichting kon wel worden afgeleid uit de jurisprudentie. De rechtbank wijst in dit verband onder meer naar het arrest van de Hoge Raad van 16 januari 1959 (gepubliceerd in NJ 1960, 46), in welk arrest de Hoge Raad een vergelijkbare informatieverplichting als thans is opgenomen in artikel 7:941 BW afleidde uit de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid. Dat met de invoering van artikel 7:941 BW geen (grote) wijziging ten opzicht van de daarvoor bestaande situatie is beoogd, kan naar het oordeel van de rechtbank ook worden afgeleid uit de omstandigheid dat artikel 68a Ow NBW als overgangsrecht op dit artikel van toepassing is verklaard, met als gevolg dat het artikel onmiddellijke werking heeft. De motivatie hiervoor was destijds dat de wijzigingen die het nieuwe verzekeringsrecht aanbrengt niet zo ingrijpend zijn dat het reeds daarom wenselijk is om de nieuwe wet in haar geheel onmiddellijke werking te onthouden voor op het tijdstip van haar inwerkingtreding reeds gesloten verzekeringsovereenkomsten. Van deze hoofdregel is voor bepaalde artikelen van boek 7 afgeweken, maar dus niet ten aanzien van artikel 7:941 BW.
3.6 Het voorgaande brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat op Adimpo de verplichting rust om alle inlichtingen en bescheiden aan Zürich c.s. te verschaffen die van belang zijn voor de beoordeling van haar uitkeringsplicht. Dit impliceert dat Adimpo die inlichtingen en bescheiden dient te verstrekken die betrekking hebben op de verwezenlijking van het risico dat heeft plaatsgevonden en op de schade die daaruit voortvloeit voor Adimpo.
3.7 Adimpo stelt dat zij met de door haar aan Zürich c.s. verstrekte bescheiden het schade-evenement, de dekking onder de verzekeringsovereenkomst en de door haar geleden schade genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt. Adimpo onderbouwt dit als volgt. De correspondentie met/van DHL maakt duidelijk dat ten aanzien van de zendingen een vervoersovereenkomst was afgesloten en dat de zendingen tijdens het transport zijn kwijtgeraakt. Ten aanzien van de eerste twee schadegevallen (CD 18894 en CD 27247) kan bovendien uit de expertiserapporten van MYI worden afgeleid dat de zendingen tijdens een onder de verzekeringsovereenkomst gedekt transport verdwenen zijn geraakt.
De verkoopfacturen maken voorts duidelijk dat Adimpo printer cartridges had verkocht die vervolgens natuurlijk geleverd moesten worden aan de kopers.
Het lag, aldus Adimpo, vervolgens op de weg van Zürich c.s. om onderzoek te doen naar de schadegevallen en in dit kader ook desgewenst contact op te nemen met kopers, ND Logistics en vervoerder DHL. Het door Zürich c.s. ingeschakelde expertisebureau heeft haar werk evenwel niet gedaan.
3.8 Zürich c.s. betwist dat Adimpo voldoende gegevens heeft verstrekt voor de beoordeling van de verzekeringsplicht van Zürich c.s. Zo heeft Adimpo, ondanks diverse verzoeken daartoe, in ieder geval niet de volgende bescheiden en inlichtingen aan Zürich c.s. verstrekt:
- kopieën van vrachtbrieven;
- de vervoersinstructies van Adimpo aan ND Logistics, alwaar in alle geclaimde schadegevallen de goederen waren opgeslagen alvorens verder te worden vervoerd;
- bewijzen van aflevering van de goederen door ND Logistics aan DHL;
- de antwoorden van DHL op de aansprakelijkheidsstellingen van Adimpo;
- kopieën van de klachten van de geadresseerden ten aanzien van de niet afgeleverde goederen;
- gegevens teneinde vast te stellen of Adimpo vervangende zendingen heeft verzonden of creditnota’s heeft uitgebracht.
Deze documenten waren wellicht niet allemaal onmisbaar voor de beoordeling van de verzekeringsplicht van Zürich c.s. maar in casu ontbreekt een zo groot aantal van de genoemde documenten dat niet kan worden vastgesteld of er sprake is van dekking. Het door Zürich c.s. ingeschakelde expertisebureau MYI heeft hierdoor geen volledige schaderapporten kunnen opstellen. Nu Zürich niet in staat was tot het (doen) verrichten van onderzoek heeft zij terecht geweigerd tot uitkering over te gaan.
3.9 De rechtbank stelt voorop dat de wet noch de verzekeringsvoorwaarden voorschrijven welke inlichtingen en bescheiden dienen te worden verstrekt alvorens de verzekeraar zijn uitkeringsplicht kan beoordelen. Dit brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat Adimpo alle mogelijke inlichtingen en bescheiden kan verschaffen ter voldoening aan haar verplichting, mits Zürich op basis hiervan haar verzekeringsplicht kan beoordelen. De omstandigheid dat in het schademeldingsformulier van Nacora een aantal specifieke stukken staan genoemd, doet hier niet aan af, nu dit formulier geen onderdeel uitmaakt van de verzekeringsvoorwaarden.
3.10 De vraag is vervolgens of de in casu door Adimpo verstrekte inlichtingen en bescheiden voor Zürich c.s. voldoende zijn om te kunnen beoordelen of het risico dat heeft plaatsgevonden zich heeft verwezenlijkt en of Adimpo hierdoor schade heeft geleden.
3.11 Naar het oordeel van de rechtbank kan in het midden blijven of op basis van de door Adimpo verstrekte inlichtingen en bescheiden kan worden beoordeeld of sprake is van verwezenlijking van het verzekerd risico. De rechtbank is namelijk van oordeel dat, wat daar ook van zij, Zürich c.s. op basis van de aan haar verstrekte inlichtingen en bescheiden in ieder geval niet heeft kunnen vaststellen dat Adimpo schade heeft geleden door de gestelde schadevoorvallen. Immers, niet is in geschil dat Adimpo geen informatie aan Zürich c.s. heeft verstrekt waaruit kan worden opgemaakt dat Adimpo aan de kopers van de gestelde verloren gegane zendingen vervangende zendingen heeft verzonden of creditnota’s heeft uitgebracht.
3.12 Adimpo stelt bij conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie dat bij uitgaande zendingen de omvang van de schade aan de hand van de handelsfactuur aan de koper wordt bepaald, zodat het verstrekken van de factuur voldoende is. Zij voegt hier aan toe dat dit bij goederentransportverzekeringen gebruikelijk is en het bovendien in de polisvoorwaarden staat. Zürich c.s. heeft in reactie hierop bij conclusie van antwoord in reconventie gesteld dat de facturen eenzijdig door Adimpo opgestelde documenten zijn en daardoor voor Zürich c.s. niet verifieerbaar. Nu elke reactie van de geadresseerden ontbreekt, kan voorts niet worden vastgesteld of deze facturen daadwerkelijk aan de geadresseerden verzonden zijn, of onbetaald gebleven zijn. Ter comparitie van partijen heeft Zürich c.s. in aanvulling hierop gesteld dat op basis van alleen de factuur niet duidelijk is of de hele zending waarop de factuur ziet op de betreffende dag is verzonden en verdwenen. De mogelijkheid bestaat dat de factuur zag op deelzendingen en dat slechts een van de deelzendingen is verdwenen.
Het lag op de weg van Adimpo om op het gemotiveerde verweer van Zürich c.s. gemotiveerd te reageren. Nu Adimpo dit heeft nagelaten, passeert de rechtbank haar hiervoor weergegeven stelling als onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd.
3.13 Adimpo heeft desgevraagd ter gelegenheid van de gehouden comparitie van partijen nog opgemerkt dat zij op meerdere manieren heeft geprobeerd om onder andere op dit punt informatie te achterhalen, maar dat zij hierin niet is geslaagd en dat niet bekend is of er een vervangende levering heeft plaatsgevonden of een creditnota is gezonden. Het verzamelen van de hierop gerichte informatie en het aan Zürich c.s. verstrekken hiervan kon naar het oordeel van de rechtbank wel van Adimpo worden verwacht.
3.14 De rechtbank verwerpt het verweer van Adimpo dat Zürich c.s. of althans MYI, contact had kunnen (en moeten) opnemen met kopers voor de noodzakelijke informatie. De hiervoor weergegeven informatieverplichting van Adimpo brengt mee dat Adimpo inlichtingen en bescheiden moet verschaffen op basis waarvan Zürich c.s. onder meer kan beoordelen of Adimpo schade heeft geleden. Eerst na ontvangst van deze informatie, is Zürich in de gelegenheid om de haar verstrekte informatie desgewenst eventueel (nader) op betrouwbaarheid te onderzoeken. Nu Adimpo niet aan haar informatieverplichting heeft voldaan, kan zij zich er niet met succes op beroepen dat Zürich c.s. haar onderzoeksplicht niet goed is nagekomen, noch dat Zürich c.s. gehouden is betalingen op grond van de verzekeringsovereenkomst aan haar te doen.
3.15 De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat op basis van de door Adimpo verstrekte inlichtingen en bescheiden niet kan worden vastgesteld of Adimpo schade heeft geleden, aangenomen dat al vast zou komen te staan dat zich ten aanzien van de drie schademeldingen een verzekerd evenement heeft voorgedaan, zodat Zürich c.s. niet gehouden is vergoedingen ter zake van de gestelde schade te doen.
3.16 Het voorgaande in aanmerking nemende, zal de rechtbank de vordering in reconventie van Adimpo afwijzen.
3.17 Adimpo zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten in reconventie.
4 De beslissing
De rechtbank,
in reconventie
wijst af de vordering van Adimpo;
veroordeelt Adimpo in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Zürich c.s. bepaald op € 970,-- aan vast recht, en op € 1.788,-- aan salaris voor de advocaat;
verklaart dit vonnis voor zover het de veroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Koekebakker.
Uitgesproken in het openbaar.
1582/1729