ECLI:NL:RBROT:2009:BL4367
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.M.M. Engbers
- H.L. de Gruijl-van Benthem
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake huwelijkse voorwaarden en kredietovereenkomst tussen ex-echtgenoten
In deze zaak, uitgesproken op 9 december 2009 door de Rechtbank Rotterdam, zijn partijen, aangeduid als 'de vrouw' en 'de man', ex-echtgenoten die in 1990 huwelijkse voorwaarden zijn aangegaan. De vrouw vordert in conventie een bedrag van € 18.983,- van de man ter zake van nog door hem verschuldigde bijdragen in de kosten van de huishouding over de jaren 2005, 2006 en 2007. De man betwist deze vordering en stelt dat de vordering van de vrouw met betrekking tot de jaren 2005 en 2006 is vervallen op basis van artikel 3 van de huwelijkse voorwaarden, die bepalen dat het vorderingsrecht tot bijdragen in de kosten vervalt bij het einde van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin die kosten zijn betaald. De rechtbank oordeelt dat de man over het jaar 2007 geen bijdrage verschuldigd is, aangezien partijen in dat jaar gescheiden leefden en er geen gezamenlijke huishouding meer was. De vordering van de vrouw voor dat jaar wordt afgewezen.
Daarnaast is er een vordering in reconventie, waarbij de man verzoekt om te bewijzen dat hij het convenant onder dwang heeft ondertekend. Dit convenant betreft een kredietovereenkomst die partijen in 2006 zijn aangegaan bij Crediet Maatschappij “De IJssel” B.V. De vrouw stelt dat de man deze schuld als zijn eigen schuld zou voldoen, terwijl de man betwist dat hij het convenant vrijwillig heeft ondertekend. De rechtbank staat de man toe om bewijs te leveren door middel van getuigen, en bepaalt dat de advocaat van de man binnen twee weken na vonnisdatum opgave moet doen van de voor te brengen getuigen.
De rechtbank concludeert dat de vordering van de vrouw over de jaren 2005 en 2006 eveneens moet worden afgewezen, omdat deze pas in 2008 is ingesteld, en dat er geen bewijs is geleverd dat de man het convenant onder dwang heeft ondertekend. De proceskosten worden gecompenseerd, gezien de nauwe samenhang tussen de vorderingen in conventie en reconventie.