ECLI:NL:RBROT:2009:BL7454
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.F. Lubberink
- Rechtspraak.nl
Toewijsbaarheid van schadevergoeding in consumentenovereenkomst met onredelijk bezwarend beding
In deze zaak, gewezen door de Rechtbank Rotterdam op 15 oktober 2009, betreft het een geschil tussen Intrum Justitia Nederland B.V. en een gedaagde in verband met een overeenkomst voor een mobiele telefoon met abonnement. De gedaagde heeft niet gereageerd op de eerder gestelde vragen door de kantonrechter, wat leidde tot een vervolgprocedure. De kern van de zaak draait om de toewijsbaarheid van de gevorderde schadevergoeding en de vraag of er sprake is van een onredelijk bezwarend beding in de overeenkomst, zoals bedoeld in Europese richtlijnen.
De kantonrechter heeft in eerdere vonnissen bepaald dat Intrum Justitia de gelegenheid krijgt om de facturen die aan de vordering ten grondslag liggen, in het geding te brengen. De rechter heeft benadrukt dat de beoordeling van de onredelijkheid van het beding moet plaatsvinden aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Intrum Justitia is gevraagd om gedetailleerde informatie te verstrekken over de ontbinding van de overeenkomst, de gefactureerde maandtermijnen, en de waarde van de ter beschikking gestelde telefoon.
De zaak is verwezen naar een rolzitting om Intrum Justitia de kans te geven om de gevraagde informatie te verstrekken. De kantonrechter heeft aangegeven dat er geen uitstel zal worden verleend en dat verdere beslissingen in deze fase van de procedure worden aangehouden. De uitspraak is gedaan door mr. W.F. Lubberink en is openbaar gemaakt.