ECLI:NL:RBROT:2009:BL8739

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/1820 en 09/1640
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • M. Bezuijen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding ex artikel 591a Sv afgewezen wegens gebrek aan billijkheidsgronden

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 december 2009 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. De verzoekster, een besloten vennootschap, vroeg om vergoeding van schade voor omzet- en winstderving, alsook voor kosten van rechtsbijstand en kosten voor het indienen van verzoekschriften. De rechtbank oordeelde dat er geen billijkheidsgronden aanwezig waren voor toekenning van de schadevergoeding, gezien de verwevenheid tussen de vennootschap en haar vennoot, die verder vervolgd zou worden. De rechtbank stelde vast dat de verzoekster de rechtsopvolgster was van een vennootschap onder firma die eerder als verdachte was aangemerkt.

De verzoekster had verzocht om een vergoeding van € 300,00 per dag voor de drie dagen dat haar directeur in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De rechtbank oordeelde dat er geen wettelijke basis was voor deze vergoeding, aangezien deze schade voortvloeide uit de inverzekeringstelling van de directeur. De verzoeken om schadevergoeding voor omzet- en winstderving en de kosten van rechtsbijstand werden eveneens afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren en niet voldeden aan de vereisten van billijkheid.

Uiteindelijk kende de rechtbank een forfaitaire vergoeding van € 540,00 toe voor de kosten van het indienen en behandelen van de verzoekschriften, maar wees de overige verzoeken af. De beslissing werd genomen door mr. Bezuijen, vice-president en fungerend voorzitter, in aanwezigheid van de griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector Strafrecht
Raadkamernummers: 08/1820 en 09/1640
Beslissing van mr. Bezuijen, vice-president in deze rechtbank, in haar hoedanigheid van fungerend voorzitter van deze rechtbank, op de op 23 september 2008 en 26 november 2008 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschriften, met bijlagen, ex artikel 591a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering van:
[……] (verzoekster),
gevestigd te Rijswijk
te dezer zake domicilie kiezende te [……], [……..], ten kantore van haar advocaat [……….].
Procedure
De fungerend voorzitter heeft naast voornoemde verzoekschriften gezien het raadkamerdossier waaruit blijkt dat:
- de strafzaak tegen de verzoekster als verdachte door een kennisgeving sepot d.d.
1 september 2008 geëindigd is.
De fungerend voorzitter heeft in openbare raadkamer van 8 december 2009 gehoord:
de officier van justitie mr. Bonnes en de advocaat van de verzoekster, [……].
Tevens is aanwezig de verzoekster, die vertegenwoordigd wordt door haar directeur de heer […].
Inhoud van de verzoeken
De verzoekschriften strekken ertoe dat aan de verzoekster uit 's Rijks kas wordt toegekend een vergoeding van:
- kosten rechtsbijstand ad. € 50.456,00;
- schade voor omzet- en winstderving ad € 1.385.553,00;
- kosten voor het indienen van de verzoekschriften ad € 539,99 per verzoekschrift.
In openbare raadkamer heeft de verzoekster, bij monde van haar advocaat, de verzoeken mondeling aangevuld en verzocht een vergoeding van € 300,00 per dag voor de drie dagen die de directeur van de verzoekster […] in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Bevoegdheid
De rechtbank Rotterdam is bevoegd kennis te nemen van de verzoeken als zijnde het gerecht in feitelijke aanleg waarvoor de strafzaak tegen (de rechtsvoorgangster van) de verzoekster tijdens de beëindiging werd of zou worden vervolgd.
Ontvankelijkheid
De beide verzoeken zijn weliswaar tijdig ingediend, maar lijden aan een vormverzuim, nu deze alleen door de toenmalige raadsman van de verzoekster en niet door de verzoekster zelf zijn ondertekend.
Dit vormverzuim is gedekt door de aanwezigheid ter terechtzitting van de verzoekster, vertegenwoordigd door haar directeur […]. De verzoekster wordt aldus geacht met haar aanwezigheid bij de behandeling van de verzoeken, in te stemmen met de inhoud van de verzoekschriften en het verzochte te wensen.
Standpunt van de officier van justitie
Primair stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat verzoekster niet ontvankelijk is in haar verzoeken, nu deze niet door haar zijn (mede)ondertekend.
Subsidiair is zij van oordeel dat het verzoek om schadevergoeding afgewezen dient te worden, nu er geen sprake is van een technisch sepot vanwege onterechte verdenking of te weinig bewijs, maar van een beleidssepot, waarbij de vennootschap onder firma (de rechtsvoorgangster van verzoekster) niet, maar haar vennoot en feitelijk leidinggevende wel wordt verder vervolgd.
Meer subsidiair dient vergoeding van deze gestelde omzet-en winstderving te worden afgewezen. De winst van […]VOF was immers geheel te danken aan de door haar (rechtsvoorgangster) gepleegde BTW-fraude. Het niet meer hebben van crimineel verworven omzet en winst komt niet voor vergoeding in aanmerking.
Het verzoek tot vergoeding van de kosten raadsman dient te worden afgewezen, primair omdat de rechtsbijstand eveneens ziet op de verdachte […] en de fiscale procedure en subsidiair omdat de kosten voor rechtsbijstand onvoldoende zijn onderbouwd.
De ter zitting mondeling verzochte vergoeding voor de schade die verzoekster stelt geleden te hebben door de detentie van haar directeur […] kan niet door verzoekster worden verzocht.
Tenslotte stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat de kosten voor de indiening en behandeling van de verzoekschriften niet voor vergoeding in aanmerking, komen nu de verzoeken voor het overige worden afgewezen.
Beoordeling van het verzoek
De fungerend voorzitter oordeelt als volgt.
Ad vergoeding van schade ad € 1.38.553,00 voor omzet- en winstderving:
Ingevolge de toepasselijke maatstaf van artikel 90, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering, vindt toekenning van de verzochte vermogensschade in de vorm van omzet- en winstderving plaats indien en voor zover daartoe, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Middels een kennisgeving sepot d.d. 01 september 2008 heeft het Openbaar Ministerie aan […]BV te Rijswijk bericht dat zij terzake van de strafzaak onder kenmerk [kenmerknummer] niet verder zal worden vervolgd, maar dat de feitelijk leidinggevende zal worden vervolgd.
Uit het raadkamerdossier onder genoemd kenmerk blijkt dat in de betreffende strafzaak (onder meer) als verdachten worden aangemerkt de vennootschap onder firma [verzoekster] en haar vennoot […].
Ter terechtzitting heeft […] verklaard dat hij inmiddels is gedagvaard voor een zitting in maart 2010.
Tussen partijen is onbetwist dat de verzoekster de rechtsopvolgster is van de vennootschap onder firma […]International.
De verwevenheid tussen de vennootschap onder firma [verzoekster] en haar vennoot en leidinggevende […] en de omstandigheid dat deze verder zal worden vervolg terzake van de verdenking in verband waarmee in eerste instantie beiden als verdachten zijn aangemerkt, brengen met zich mee dat billijkheidsgronden ontbreken voor toekenning van schadevergoeding aan verzoekster als de rechtsopvolgster van de vennootschap onder firma.
Ad vergoeding van kosten rechtsbijstand:
De verzoekster verzoekt vergoeding van kosten rechtsbijstand conform de nota d.d. 20 juni 2008 en de bij haar verzoekschrift overgelegde urenspecificatie.
De verzoekster heeft dit onderdeel van haar verzoek onvoldoende onderbouwd.
Zo is niet duidelijk geworden of de kosten ook daadwerkelijk ten laste van de verzoekster zijn gekomen, of het kosten zijn die uitsluitend zien op de strafzaak dan wel mede betrekking hebben op de fiscale zaak.
Dit onderdeel van het verzoek wordt derhalve eveneens afgewezen.
Ad vergoeding van € 300,00 per dag voor de drie dagen die de directeur van de verzoekster in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht:
Voor de verzoekster ontbreekt de wettelijke basis om vergoeding van deze kosten te verzoeken, nu dit onderdeel ziet op schade als gevolg van de inverzekeringstelling van haar directeur […]. De verzochte vergoeding wordt dan ook afgewezen.
Ad kosten indiening verzoekschriften:
De officier van justitie heeft afwijzing van de kosten in verband met indiening en behandeling van de verzoekschriften bepleit.
De rechtbank volgt dit standpunt niet.
Onder de kosten van een raadsman als bedoeld in artikel 591a lid 2 van het Wetboek van Strafvordering vallen ook de advocaatkosten ter zake van advisering en opstellen van een verzoekschrift strekkende tot toepassing van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Afwijzing van een of meer onderdelen van het verzoek doet hieraan niet af.
Nu de beide verzoeken voor een groot deel gelijkluidend zijn en gelijktijdig zijn behandeld is de rechtbank van oordeel dat naar redelijkheid en billijkheid éénmaal de forfaitaire vergoeding voor het indienen en behandelen in raadkamer ad € 540,00 op z’n plaats is.
Mitsdien zal een totaal bedrag ad € 540,00 worden toegekend.
Het verzoekschrift zal voor het overige worden afgewezen.
Beslissing
De fungerend voorzitter:
- kent toe aan de verzoekster uit ‘s Rijks kas een vergoeding ten bedrage van
€ 540,00 (zegge: VIJFHONDERDENVEERTIG euro);
- wijst de verzoeken voor het overige af.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. Bezuijen, vice-president, tevens fungerend voorzitter,
in tegenwoordigheid van Spanner, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2009.