ECLI:NL:RBROT:2010:BL1632

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/330 F
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.W. Vogels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voordracht tot gijzeling van een bestuurder van een failliete BV toegewezen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 februari 2010 uitspraak gedaan in het faillissement van Partrust Beheer B.V. De rechter-commissaris, mr. E.I. Batelaan-Boomsma, heeft een voordracht gedaan tot gijzeling van de bestuurder van de failliete vennootschap, omdat deze zijn verplichtingen uit de Faillissementswet niet nakomt. De bestuurder heeft erkend dat hij informatie en inzage in de administratie van de aan de failliete BV gelieerde vennootschappen moet verstrekken, maar heeft dit tot op heden onvoldoende gedaan. De curator, mr. L.J.M. Luchtman, heeft aangegeven dat de bestuurder de afwikkeling van het faillissement belemmert door het niet volledig ter beschikking stellen van de administratie en het niet verlenen van volledige medewerking. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 februari 2010 heeft de rechtbank vastgesteld dat de bestuurder, ondanks eerdere toezeggingen, nog steeds niet de benodigde informatie heeft verstrekt. De rechtbank heeft besloten dat de bestuurder in verzekerde bewaring wordt gesteld voor een periode van maximaal dertig dagen, en heeft bepaald dat hij op 26 februari 2010 opnieuw voor de rechtbank moet verschijnen. Deze beslissing is genomen om de belangen van de schuldeisers te beschermen en om de afwikkeling van het faillissement niet verder te vertragen.

Uitspraak

BESCHIKKING
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
bevel in verzekerde bewaringstelling
Insolventienummer: 09/330 F
In het faillissement van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PARTRUST BEHEER B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
hierna: Partrust Beheer,
curator mr. L.J.M. Luchtman,
heeft de rechtbank kennis genomen van de voordracht d.d. 22 december 2009 van mr. E.I. Batelaan-Boomsma, rechter-commissaris, strekkende tot het geven van een bevel tot in verzekerde bewaringstelling van de navolgende bestuurder van Partrust Beheer:
[bestuurder],
geboren op [geboortedatum], 1954 te [geboorteplaats],
wonende [woonplaats],
hierna: [bestuurder].
In de voordracht heeft de rechter-commissaris, kort gezegd, gesteld dat [bestuurder] de verplichting voortvloeiend uit de Faillissementswet om inlichtingen te verschaffen onvoldoende nakomt. [bestuurder] belemmert de curator in de uitvoering van zijn werkzaamheden, door het niet volledig ter beschikking stellen van de administratie van Partrust Beheer en aanverwante vennootschappen en door het niet verlenen van volledige medewerking. Gezien de inhoud van het faillissementsdossier, het internationale werkterrein van Partrust Beheer en de veilig te stellen belangen van schuldeisers, heeft de rechter-commissaris een voordracht tot in verzekerde bewaringstelling doen uitbrengen.
De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van de voordracht bepaald op 1 februari 2010. Ter zitting zijn verschenen de curator mr. L.J.M. Luchtman, de heer Oosterhout, mr. L.H.A.M. Andriessen, advocaat van [bestuurder], [bestuurder] en mr. E.I. Batelaan-Boomsma.
[bestuurder] erkent dat zijn verplichtingen in dit kader mede inhouden het verstrekken van informatie/inzage in de administratie van alle aan gefailleerde gelieerde vennootschappen, in binnen- en buitenland. Ter zitting heeft [bestuurder] de bereidheid uitgesproken alles in het werk te zullen stellen die informatie aan de curator te verstrekken. De rechtbank constateert dat dat tot op heden nog niet is uitgevoerd. Zo is de sleutel/code die toegang zal kunnen verschaffen tot de administratie van de buitenlandse vennootschappen, ondanks expliciet verzoek daartoe van de curator (onder andere per email op 27 november 2009, waarop [bestuurder] niet heeft gereageerd), nog niet aan de curator verschaft, al dan niet via [rechtspersoon] of de licentiehouder in [vestigingsland]; voorts heeft [bestuurder] weliswaar in oktober 2009 toegezegd de administratie van alle Nederlandse vennootschappen ter beschikking te stellen, fysiek (buiten de digitale versie, die inmiddels wel in het bezit is van de curator), maar ook dat is niet gebeurd. Bovendien is het verzoek om informatie/onderliggende stukken uit de (ruime) administratie van gefailleerde, zoals geformuleerd in de fax van 16 oktober 2009 van de curator aan mr. Andriessen, nog actueel.
[Bestuurder] heeft ter zitting nog aangevoerd dat het kort geding vonnis van 14 januari 2010 de curator mogelijk in staat stelt om alle informatie/administratie van de buitenlandse vennootschappen te bekomen, maar dat ontslaat [bestuurder] niet van zijn onderhavige verplichtingen jegens de curator.
In het licht van het voorgaande en gezien de inhoud van het faillissementsdossier is de rechtbank van oordeel dat door het (nalaten van het) handelen van [bestuurder] de afwikkeling van het faillissement wordt belemmerd en [bestuurder] zijn verplichtingen op grond van artikel 106 en 105 Faillissementswet schendt.
De rechtbank beslist daarom als volgt.
BESLISSING
De rechtbank:
- beveelt dat [bestuurder] in verzekerde bewaring wordt gesteld in een huis van bewaring;
- bepaalt de termijn van in verzekerde bewaringstelling op ten hoogste dertig dagen;
- gelast dat [bestuurder] op vrijdag 26 februari 2010 om 10:00 uur opnieuw voor de rechtbank wordt geleid om te worden gehoord.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.W. Vogels, rechter, en in aanwezigheid van mr. L.T.A. van Eck, griffier, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 februari 2010.