Parketnummer: 10/611200-09
Datum uitspraak: 2 februari 2010
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
[geboortedatum verdachte] te Rotterdam,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres [woonadres verdachte],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de PI Breda,
Huis van Bewaring De Boschpoort,
raadsvrouw mr. B.A.S.E. Maandag, advocaat te Rotterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 19 januari 2010.
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
Ter terechtzitting van 19 januari 2010 heeft de raadsvrouwe van verdachte verzocht feit 5 te splitsen van de overige feiten, omdat zij ten aanzien van dat feit de stukken relatief laat heeft ontvangen, zij nadere onderzoekswensen heeft en dat feit geen verband houdt met feit 1 en 2.
De officier van justitie heeft daarop laten weten geen bezwaar te hebben tegen (af)splitsing van feit 5. Feit 5 zal na splitsing afzonderlijk bij de meervoudige kamer van de rechtbank worden aangebracht.
De rechtbank heeft vervolgens – na beraad - ter terechtzitting van 19 januari 2010 bepaald dat feiten 3 en 4 zodanig samenhangen met feit 5, dat feit 3, 4 en 5 worden gesplitst van feit 1 en 2, dat de feiten 3, 4 en 5 worden aangehouden voor onbepaalde tijd.
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. Van Heemst heeft gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met
aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar
en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van
Reclassering Nederland hetgeen mede kan inhouden deelname aan een
agressieregulatietraining en dat de verdachte dient te voldoen aan een locatieverbod, een
middelenverbod en een meldingsgebod.
Wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij
in de periode van 22 augustus 2009 tot en met 23 augustus 2009
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
op de openbare weg, op/nabij het strand van Hoek van Holland,
openlijk in vereniging geweld heeft
gepleegd tegen politieambtenaren, [namen verbalisanten], welk geweld bestond uit het:
- hoorbaar voor die politieambtenaren schreeuwend aftellen en
- gooien van glazen en bekersbier en
met zand gevuldeflessen en lampjes/lichtjes tegen en/of naar en/of
in de richting van die politieambtenaren en- schoppen en/of gooien van (los) zand naar en/of in de richting van die
politieambtenaren en- zich opdringen aan/tegen envervolgens achtervolgen/achternalopen van
die politieambtenaren en vervolgens die politieambtenaren
te dwingen achteruit naar en/of in de richting van dranghekken te lopen en
- omver trappen/schoppen en duwen van die (drang)hekken (waarachter
die politieambtenaren schuilden) en- daarbij dreigend luid scanderen en roepen van de woorden:
"Rotterdam Hooligans" en/of "(Kanker)Joden" , althans woorden van gelijke aard en/of
strekking;
hij
in de periode van 22 augustus tot en met 23 augustus 2009
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
tezamen en in vereniging met anderen,
politieambtenaren [namen verbalisanten], heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte
en zijn mededaders opzettelijk dreigend
- hoorbaar voor die politieambtenaren schreeuwend aftellen en- gooien van glazen en bekers bier en
met zand gevulde flessen en lampjes/lichtjes tegen en/of naar en/of
in de richting van die politieambtenaren en- schoppen van (los) zand naar en/of in de richting van die
politieambtenaren en- zich opdringen aan/tegen envervolgens achtervolgen/achternalopen van
die politieambtenaren en vervolgens die politieambtenaren
te dwingen achteruit naar en/of in de richting van dranghekken te lopen en(vervolgens)
- omver trappen/schoppen en duwen van die (drang)hekken (waarachter die politieambtenaren schuilden) en- daarbij dreigend luid scanderen en roepen van de woorden:
"Rotterdam Hooligans" en/of "(Kanker)Joden" , althans woorden van gelijke aard en/of
strekking;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaar¬de heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.
Namens de verdachte is aangevoerd dat hij weliswaar heeft geholpen met het omver trekken van de hekken, maar dat hij dit niet met de intentie heeft gedaan om de politie te belagen. Hij was in paniek, hij zocht zijn vriendin en wilde slechts het terrein af via de nooduitgang. Hij heeft geen leuzen gescandeerd, geen bedreigingen geuit noch geweld gebruikt tegen de politie. Op het moment dat het hek om was en hij de agenten zag, is hij meteen weggegaan. Van een wezenlijke bijdrage aan de openlijke geweldpleging of aan de bedreiging is dan ook geen sprake, zodat vrijspraak dient te volgen voor beide feiten.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Op zaterdag 22 augustus vond op het strand van Hoek van Holland een feest plaats, genaamd “Veronica’s Sunset Grooves”. Na eerdere wanordelijkheden op dat feest, ontstonden er aan het einde van de avond ongeregeldheden waarbij bezoekers hun agressie botvierden op de aanwezige politie. De politieagenten die zich belaagd zien door een grote groep mensen trekken zich, opgesteld in linie, terug richting nooduitgang. Op de zich in het dossier bevindende videobeelden is te zien dat zij daarbij op korte afstand worden gevolgd door een grote groep die leuzen scandeert zoals Rotterdam Hooligans, kankerjoden en joden. Ook is te zien dat er diverse voorwerpen naar de agenten worden gegooid. Het lukt de agenten om via de nooduitgang achter de hekken te komen. De hekken worden echter meteen besprongen en omver getrokken, waarna de menigte massaal naar voren beweegt en de politieagenten bekogelt met voorwerpen.
Voor wat betreft de rol van de verdachte is op de beelden te zien dat de verdachte, die gekleed is in een dikke gewatteerde witte jas met capuchon, van achteren uit de groep komt en naar de hekken loopt waarachter de politiemensen staan. Aan zijn lichaamshouding is te zien dat hij aan het schreeuwen is. Ook is te zien dat hij zijn armen in de lucht steekt op het moment dat door de groep ‘Rotterdam Hooligans’ wordt gescandeerd. Dat dit door de groep wordt gescandeerd is te horen bij het afdraaien van de beelden. De beelden tonen vervolgens dat de verdachte samen met anderen de hekken, waarachter de politiemensen staan, omver trekt.
Het aandeel van de verdachte gaat gezien deze beelden aanmerkelijk verder dan door de verdediging is betoogd. Door het meedoen aan het scanderen van leuzen, gevolgd door het omvertrekken van een hek heeft de verdachte opzet gehad op het in vereniging plegen van openlijk geweld en daaraan een voldoende significante bijdrage geleverd. Dat hij zich nadat het hek om was heeft gedistantieerd van de groep, maakt dit niet anders.
Voor het in vereniging bedreigen van de politiemensen geldt hetzelfde. Het handelen van de verdachte levert een bewuste en nauwe samenwerking met de anderen op, op het plegen van die bedreiging.
De bewezen feiten leveren op:
De eendaadse samenloop van
1. Het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
2. Medeplegen van bedreiging met zware mishandeling.
De feiten zijn strafbaar.
De verdachte is strafbaar.
De straf die aan de verdachte wordt opge¬legd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich in de avond/nacht van 22 augustus op 23 augustus 2009 op het strandfeest “Veronica’s Sunset Grooves” te Hoek van Holland schuldig gemaakt aan het plegen van openlijk geweld tegen en bedreiging van politieagenten door leuzen te scanderen en een hek omver te trekken. Hij maakte deel uit van een groep die naast het scanderen van leuzen de agenten opdreef en hen bekogelde met verschillende voorwerpen. Nadat de agenten zich veilig waanden achter dranghekken, heeft de verdachte met anderen die dranghekken omver gehaald. Zo maakte hij de weg vrij voor de buiten zinnen zijnde menigte om de agenten verder in het nauw te drijven en ze te bestoken.
De agenten hebben daarbij voor hun leven gevreesd. De slachtofferverklaringen ter zitting beschrijven de angst en paniek die zich van hen meester maakte. Zij hadden het gevoel in een oorlog te zijn terechtgekomen en betwijfelden of zij hun gezinnen nog zouden zien.
Openlijke geweldpleging en bedreiging zijn ernstige strafbare feiten die niet alleen gevoelens van onveiligheid en angst in het leven roepen bij de slachtoffers, maar ook bij degenen die er getuige van zijn. Voor velen is dat wat een plezierig feest had kunnen zijn, geëindigd in een vervelende en angstige ervaring. De verdachte heeft door zijn handelwijze hieraan bijgedragen. Bovendien heeft hij door die handelwijze het gezag van de politiefunctionarissen ernstig ondermijnd.
Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van gevangenisstraf van geruime duur.
Blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 15 januari 2010, is verdachte eerder veroordeeld terzake van onder andere meerdere geweldsdelicten en ook voor het plegen van openlijk geweld tegen personen (voetbalvandalisme). De rechtbank zal hiermee rekening houden bij de op te leggen straf.
Op 14 december 2009 is door Reclassering Nederland over de verdachte gerapporteerd. Uit dit rapport komt naar voren dat hij verstandelijk beperkt is en moeite heeft zelfstandig beslissingen te nemen. Volgens de reclassering is hij eerder een meeloper dan dat hij tot een bepaalde subgroep (‘hooligans’) behoort. Op de leefgebieden gedrag, zinvolle dagbesteding en opleiding zijn er problemen. Hoewel het recidiverisico laag gemiddeld wordt ingeschat, is volgens de reclassering, mede gezien zijn zwakke maatschappelijke positie, toezicht geïndiceerd om aandacht aan de voornoemde leefgebieden te kunnen geven en zo de recidivekans nog kleiner te maken. Geadviseerd wordt een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met een verplicht reclasseringscontact.
In een aanvullend rapport van 18 januari 2010 heeft de reclassering aangegeven tevens als bijzondere voorwaarden een locatieverbod, een meldingsgebod en een middelenverbod te adviseren.
De officier van justitie heeft in zijn eis oplegging van deze bijzondere voorwaarden gevraagd. De verdediging heeft zich daartegen gemotiveerd verzet.
De rechtbank stelt voorop het niet onbegrijpelijk te achten dat het openbaar ministerie in het kader van de bestrijding en preventie van geweld en vandalisme bij grote evenementen voorstander is van oplegging van dergelijke voorwaarden aan ordeverstoorders. Daarbij dient echter in ogenschouw te worden genomen dat in het bijzonder de aan een evenementenverbod gekoppelde meldingsplicht, aanmerkelijke gevolgen heeft voor de vrijheid van de betrokkene om op de evenementdagen de door hem gewenste (privé-)activiteiten te kunnen ontplooien. Een meldingsplicht in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke veroordeling valt zonder meer als een (zelfstandige) punitieve sanctie aan te merken. Mede in verband daarmee dient naar het oordeel van de rechtbank steeds een zorgvuldige afweging te worden gemaakt tussen enerzijds de noodzaak om vanuit generaal preventief oogpunt een evenementenverbod met meldingsplicht en middelenverbod op te leggen en anderzijds de in het geding zijnde belangen van de betrokkene.
De reclassering heeft in haar advies niet gemotiveerd waarom zij een evenementenverbod met meldingsplicht en middelenverbod noodzakelijk acht. Sterker nog, haar conclusies dat het recidiverisico laag gemiddeld is en dat de verdachte geen gebruiker van alcohol of middelen is, lijken niet te stroken met het advies verboden als voornoemd als bijzondere voorwaarden op te leggen. Ook de officier van justitie heeft niet aangegeven dat - en zo ja, waarom - een strafrechtelijk evenementenverbod met meldingsgebod en middelenverbod een relevante toegevoegde waarde heeft. De officier van justitie kon ter zitting ook niet aangeven om welke (risicovolle) evenementen het zou gaan en het aantal van die evenementen. Dit laatste maakt dat het locatieverbod zoals voorgesteld te onbepaald is.
Hoewel in de hiervoor vermelde recidive van de verdachte aanleiding gezien zou kunnen worden over te gaan tot oplegging van de voorgestelde bijzondere voorwaarden, is de rechtbank van oordeel dat toekomstige recidive ook afgewend kan worden door oplegging van verplicht reclasseringscontact.
De rechtbank is - alles afwegende- van oordeel dat er onvoldoende gronden zijn om de verdachte naast de na te vermelden straf nog een verdere punitieve sanctie in de vorm van een evenementenverbod met meldingsplicht en middelenverbod in het kader van een bijzondere voorwaarde op te leggen. Volstaan kan worden met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, naast een voorwaardelijke waaraan de bijzondere voorwaarde van verplicht reclasseringscontact is verbonden. De rechtbank zal de door de officier van justitie gevorderde deelname aan een agressieregulatietraining evenwel niet opleggen nu dit niet door de reclassering is geadviseerd.
De op te leggen straf is lager dan door de officier van justitie is gevorderd, nu de rechtbank de rol van verdachte minder groot acht dan de officier van justitie.
Anders dan door de verdediging is bepleit, ziet de rechtbank geen aanleiding om de straf te matigen vanwege vermeend strijdig handelen door het openbaar ministerie met de Aanwijzing opsporingsberichtgeving, vastgesteld door het College van Procureurs-Generaal en in werking getreden op 16 maart 2009.
De inzet van opsporingsberichtgeving zoals hier aan de orde, levert onmiskenbaar een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte op. Bij het inzetten van een dergelijk middel dient het openbaar ministerie dan ook een zorgvuldige afweging te maken van het belang van de strafrechtelijke handhaving enerzijds en de persoonlijke levenssfeer anderzijds. In die afweging is van betekenis dat de gebeurtenissen op het strandfeest in Hoek van Holland in de volle openbaarheid hebben plaatsgevonden en de rechtsorde ernstig hebben geschokt. Er is beroering door ontstaan in de maatschappij. Verder is in de afweging van belang dat zich geen getuigen hebben gemeld en andere manieren om de zaak op te lossen het openbaar ministerie niet ten dienste stonden. Ten slotte speelt in de afweging de aard van de verdenking een rol.
De rechtbank is van oordeel dat het openbaar ministerie in de belangenafweging tot de uitkomst heeft kunnen komen waartoe het openbaar ministerie is gekomen. Ook is er door het openbaar ministerie voldaan aan alle formele eisen die de aanwijzing stelt. Van strijdig handelen met de Aanwijzing is dan ook geen sprake, zodat ook niet gesproken kan worden van een vormverzuim in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafrecht dat tot strafvermindering zou moeten leiden.
De rechtbank verwerpt het terzake gevoerde strafmaatverweer.
Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.
VORDERING BENADEELDE PARTIJEN / SCHADEVERGOEDINGSMAATREGEL
Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd ter vordering van schadevergoeding ter zake van het feit als in onderstaande tabel opgenomen:
Volgnr. Naam Woonplaats Immaterieel
1 XX Rotterdam € 200,--
2 YY Rotterdam € 200,--
3 YY Rotterdam € 200,--
4 XX Rotterdam € 200,--
5 XX Rotterdam € 200,--
6 XX Rotterdam € 200,--
7 XX Rotterdam € 200,--
8 XX Rotterdam € 200,--
9 XX Rotterdam € 200,--
10 XX Rotterdam € 200,--
11 XX Rotterdam € 200,--
12 XX Rotterdam € 200,--
13 XX Rotterdam € 200,--
14 XX Rotterdam € 200,--
15 XX Rotterdam € 200,--
16 XX Rotterdam € 200,--
17 XX Rotterdam € 200,--
18 XX Rotterdam € 200,--
19 XX Rotterdam € 200,--
20 XX Rotterdam € 200,--
21 XX Rotterdam € 200,--
22 XX Rotterdam € 200,--
23 XX Rotterdam € 200,--
24 XX Rotterdam € 200,--
25 XX Rotterdam € 200,--
26 XX Rotterdam € 200,--
27 XX Rotterdam € 200,--
28 XX Rotterdam € 200,--
29 XX Rotterdam € 200,--
30 XX Rotterdam € 200,--
31 XX Rotterdam € 200,--
32 XX Rotterdam € 200,--
33 XX Rotterdam € 200,--
34 XX Rotterdam € 200,--
35 XX Rotterdam € 200,--
36 XX Rotterdam € 200,--
37 YY Rotterdam € 200,--
De benadeelde partijen YY zullen in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu thans niet is komen vast te staan dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen YY niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen deze benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt.
Nu is komen vast te staan dat aan de overige benadeelde partijen als gevolg van de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoedingen de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen zullen de vorderingen als voorschot worden toegewezen.
Nu de verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met één dan wel meerdere mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader(s) de benadeelde partijen betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partijen van deze betalingsverplichting bevrijd.
Nu de vordering van de benadeelde partijen (in overwegende mate) zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 47, 55, 141 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van 10 (tien) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 4 (vier) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten;
stelt daarbij een proeftijd vast van 2 (twee) jaren; de tenuitvoerlegging kan worden gelast
indien:
- de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;
- de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarde niet naleeft;
- stelt als bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen
die zullen worden gegeven door of namens de Stichting Reclassering Nederland,
zolang deze instelling dit noodzakelijk vindt;
verstrekt aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht aan de veroordeelde hulp en
steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
wijst de vorderingen van de benadeelde partijen toe als opgenomen in onderstaande tabel en veroordeelt de verdachte deze bedragen tegen kwijting te betalen eveneens als opgenomen in onderstaande tabel, met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededader(s) betalen de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd;
veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partijen voornoemd te betalen de bedragen zoals in onderstaande tabel opgenomen, bij gebreke van volledige betaling en volle¬dig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van het aantal dagen zoals eveneens opgenomen in onderstaande tabel, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hech¬tenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partijen, waaronder begrepen betaling door zijn mededader(s), tevens geldt als betaling aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd;
Nr. naam wonende bedrag zegge vervangende
hechtenis
1 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
2 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
3 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
4 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
5 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
6 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
7 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
8 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
9 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
10 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
11 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
12 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
13 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
14 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
15 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
16 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
17 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
18 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
19 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
20 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
21 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
22 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
23 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
24 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
25 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
26 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
27 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
28 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
29 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
30 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
31 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
32 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
33 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
34 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
verklaart de benadeelde partijen YY niet-ontvankelijk in de vorderingen; bepaalt dat de vorderingen slechts kunnen worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de benadeelde partijen YY in de kosten door de verdachte ter verdedi¬ging tegen de vorderingen gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Leinarts, voorzitter,
en mrs. Van Dijke en Benaissa, rechters,
in tegenwoordigheid van Wilsing, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 februari 2010.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bij vonnis van 2 februari 2010:
TEKST GEWIJZIGDE TENLASTELEGGING .
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
in of omstreeks de periode van 22 augustus 2009 tot en met 23 augustus 2009
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
op of aan de openbare weg, op/nabij het strand van Hoek van Holland,
in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft
gepleegd tegen één of meer politieambtena(a)r(en) en/of [namen verbalisanten], welk geweld bestond uit het:
- hoorbaar voor die politieambtena(a)r(en) en/of schreeuwend aftellen en/of
(vervolgens)
- gooien en/of werpen van één of meer glas/glazen en/of beker(s) bier en/of
(met zand gevulde) fles(sen) en/of lampje(s)/lichtje(s) en/of (een)
ste(e)n(en) en/of (een) hek(ken) en/of (strand)bed(den)/stoel(en) en/of
(een) fiets(en) en/of (andere) (zware) voorwerp(en) tegen en/of naar en/of
in de richting van die politieambtena(a)r(en) en/of
- schoppen en/of gooien van (los) zand naar en/of in de richting van die
politieambtena(a)r(en) en/of
- zich opdringen aan/tegen en/of (vervolgens) achtervolgen/achternalopen van
die politieambtena(a)r(en) en/of (vervolgens) die politieambtena(a)r(en)
te dwingen achteruit naar en/of in de richting van (gesloten) (een)
(drang)hek(ken) te lopen en/of (vervolgens)
- omver trappen/schoppen en/of duwen van die/dat (drang)hek(ken) (waarachter
die politieambtena(a)r(en) schuilden) en/of (vervolgens) die
politieambtena(a)r(en) te dwingen (verder) achteruit de duinen in te lopen
en/of
- (daarbij) (dreigend) (luid) scanderen en/of roepen van de woorden:
"Rotterdam Hooligans" en/of "(Kanker)Joden" en/of "Kutwouten" en/of "Ik maak
je af" en/of "Kankerlijers", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking;
(artikel 141 Wetboek van Strafrecht)
hij
in of omstreeks de periode van 22 augustus tot en met 23 augustus 2009
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
één of meer politieambtena(a)r(en) en/of [namen verbalisanten] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend
- hoorbaar voor die politieambtena(a)r(en) en/of schreeuwend afgeteld en/of
(vervolgens)
- één of meer glas/glazen en/of beker(s) bier en/of (met zand gevulde)
fles(sen) en/of lampje(s)/lichtje(s) en/of (een) ste(e)n(en) en/of (een)
hek(ken) en/of (strand)bed(den)/stoel(en) en/of (een) fiets(en) en/of
(andere) (zware) voorwerp(en) gegooid tegen en/of naar en/of in de richting
van die politieambtena(a)r(en) en/of
- geschopt en/of gegooid van (los) zand naar en/of in de richting van die
- geschopt en/of gegooid van (los) zand naar en/of in de richting van die
politieambtena(a)r(en) en/of
- zich opgedrongen aan/tegen en/of (vervolgens) achtervolgd/achternagelopen
van die politieambtena(a)r(en) en/of (vervolgens) die
politieambtena(a)r(en) gedwongen achteruit naar en/of in de richting van
(gesloten) (een) (drang) hek(ken) te lopen en/of (vervolgens)
- die/dat (drang)hek(ken) omver getrapt/geschopt en/of geduwd (waarachter
die politieambtena(a)r(en) schuilden) en/of (vervolgens) die
politieambtena(a)r(en) gedwongen (verder) achteruit de duinen in te lopen
en/of (daarbij) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, deze dreigend de woorden toegevoegd: "Rotterdam Hooligans"
en/of "(Kanker)Joden" en/of "Kutwouten" en/of "Ik maak je af" en/of
"Kankerlijers", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(artikel 285/47 Wetboek van Strafrecht)
(parketnummer 10/710149-08)
hij
in of omstreeks de periode van 12 april 2008 tot 30 september 2008,
te Spijkenisse, in elk geval in Nederland,
een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling,
immers heeft verdachte op na te melden tijdstippen, op na te melden plaatsen,
na te melden goederen verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl
hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die goederen
wist dat het door misdrijf, namelijk door diefstal, verkregen goederen betrof:
1. in of omstreeks de periode van 12 april 2008 tot en met 30 september 2008,
althans op of omstreeks 30 september 2008, te Spijkenisse, althans in
Nederland, een laptop (merk HP Pavillion) (zaak Wijngaard);
2. in of omstreeks de periode van 17 april 2008 tot en met 30 september 2008,
althans op of omstreeks 30 september 2008, te Spijkenisse, althans in
Nederland, een televisie (merk LG) (zaak Beverveen);
3. in of omstreeks de periode van 08 augustus 2008 tot en met 30 september
2008, althans op of omstreeks 30 september 2008, te Spijkenisse, althans in
Nederland, een (groot) aantal stukken Swarovski kristal (zaak Scherpgras en
zaak Tijmdonk);
4. op of omstreeks 30 september 2008 te Spijkenisse, althans in Nederland,
een televisie (merk Philips);
5. op of omstreeks 30 september 2008 te Spijkenisse, althans in Nederland,
een televisie (merk Xiron);
6. op of omstreeks 30 september 2008 te Spijkenisse, althans in Nederland,
drie (in facet geslepen) (grote) kristallen/kegels;
(artikel 417 Wetboek van Strafrecht)
(parketnummer 10/710149-08)
hij
in of omstreeks de periode van 01 juni 2008 tot en met 30 september 2008,
althans op of omstreeks 30 september 2008, te Spijkenisse
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 5° van de Wet
wapens en munitie,
te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen
weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht,
te weten een stroomstootwapen, voorhanden heeft gehad;
(artikel 26/55 Wet wapens en munitie)
(parketnummer 10/710122/09)
hij
op één of meer tijdstip(pen)
gelegen in of omstreeks de periode van 01 januari 2006 tot en met 31 mei 2009,
te Spijkenisse en/of Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
immers heeft /hebben verdachte en/of (een of meer van ) zijn mededader(s)
tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, meermalen,
althans eenmaal (telkens) een of meer voorwerp(en), te weten
(een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) euro's (te weten ongeveer 85.310 euro)
verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van één of
meer voorwerp(en), gebruik heeft gemaakt en/of de werkelijke aard, de
herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of
verhuld, althans heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van ) zijn
mededader(s) verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp(en)
was/waren,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans
redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
(artikel 420bis/420ter jo 47 Wetboek van Strafrecht)