ECLI:NL:RBROT:2010:BL3709

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
346952 / BO RK 113/10
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.L. de Gruijl- van Benthem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige machtiging tot opneming in psychiatrisch ziekenhuis wegens weigering behandeling en wilsbekwaamheid

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 10 februari 2010, wordt een voorlopige machtiging verleend voor de opname van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. De zaak betreft een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 20 januari 2010, tot het verlenen van een voorlopige machtiging tot opneming van betrokkene, die lijdt aan een schizo-affectieve stoornis. Tijdens de zitting op 9 februari 2010 zijn de sociaal psychiatrisch verpleegkundige en de ouders van betrokkene gehoord, waarbij mr. M.H. de Lange aanwezig was als advocaat van betrokkene. De betrokkene weigert behandeling voor een mogelijke borsttumor en heeft uitgesproken liever door middel van een morfinepomp te willen sterven. De behandelend arts heeft verklaard dat deze wens voortkomt uit de geestelijke stoornis van betrokkene, waardoor zij als wilsonbekwaam wordt beschouwd.

De rechter heeft vastgesteld dat het gevaar voor betrokkene zelf en anderen niet kan worden afgewend zonder opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Betrokkene toont geen bereidheid om vrijwillig in een ziekenhuis te verblijven, wat de noodzaak voor de machtiging onderstreept. De rechter heeft besloten de machtiging te verlenen voor de duur van drie maanden, zodat betrokkene kan worden onderzocht en behandeld. De beschikking is ondertekend door mr. H.L. de Gruijl- van Benthem, in aanwezigheid van griffier D.T.A.M. Schapendonk. De machtiging is geldig tot uiterlijk 9 mei 2010.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Enkelvoudige kamer
Datum uitspraak: 10 februari 2010
Zaaknummer: 346952
Rekestnummer: BO RK 113/10
Patiëntennummer: 1022559
Beschikking in de zaak van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
advocaat mr. M.H. de Lange.
Het verloop van de procedure
De officier heeft op 20 januari 2010 een verzoekschrift ingediend tot het verlenen van een voorlopige machtiging tot opneming/verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. Bij dit verzoekschrift bevindt zich:
- de geneeskundige verklaring bedoeld in artikel 5 lid 1 van de wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ).
Op 9 februari 2010 zijn gehoord: de sociaal psychiatrisch verpleegkundige [naam verpleegkundige] en betrokkene, alsmede de ouders van betrokkene, allen in het bijzijn van mr. M.H. de Lange voornoemd.
Op 10 februari 2010 is de behandeld arts [naam arts] telefonisch gehoord. De rechter heeft mr. De Lange vervolgens telefonisch op de hoogte gesteld van het gehoorde. Mr. De Lange heeft daarop telefonisch gereageerd.
De beoordeling
Uit de geneeskundige verklaring en de mondelinge toelichting van de behandelend arts voornoemd blijkt het volgende: bij betrokkene is sprake van een schizo-affectieve stoornis.
Derhalve is betrokkene lijdende aan een stoornis van de geestvermogens.
Deze stoornis van de geestvermogens doet betrokkene het volgende gevaar veroorzaken voor betrokkene zelf en anderen: betrokkene lijdt aan angsten en paranoïde wanen en weigert als gevolg daarvan zich te laten onderzoeken op een mogelijke borsttumor. Het gevaar bestaat hierdoor dat de lichamelijke conditie van betrokkene zal verslechteren met mogelijk een dodelijke afloop. Daarnaast gaat de zorg voor betrokkene ten koste van de gezondheid van de hoogbejaarde ouders. Helaas weigert betrokkene medicatie te nemen voor haar stoornis, hoewel zij daar in het verleden goed op reageerde.
De betrokkene geeft duidelijk te kennen dat zij niet behandeld wil worden voor de eventuele tumor en geeft aan dat zij liever door middel van een morfinepomp wil sterven. Volgens de behandelend arts komt deze wens voort uit de stoornis waaraan betrokkene lijdt en is zij op dit punt dus wilsonbekwaam.
Op grond van het voorgaande ziet de rechter reden de machtiging te verlenen voor de duur van drie maanden, om betrokkene nader te kunnen onderzoeken, in te stellen op medicatie en vervolgens te bezien hoe bekwaam haar wens om niet behandeld te worden dan moet worden beoordeeld.
Het gevaar kan niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis worden afgewend. Betrokkene geeft geen blijk van de nodige bereidheid vrijwillig in een psychiatrisch ziekenhuis te verblijven.
Daarom wordt op grond van de BOPZ als volgt beslist.
De beslissing
Verleent voorlopige machtiging om: [naam betrokkene], voornoemd,
in een psychiatrisch ziekenhuis te doen opnemen en te doen verblijven tot uiterlijk 9 mei 2010.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.L. de Gruijl- van Benthem, rechter, in bijzijn van D.T.A.M. Schapendonk, griffier.