ECLI:NL:RBROT:2010:BL4036
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. van den Broek-Prins
- Rechtspraak.nl
Rechtmatigheid van huisverbod opgelegd door burgemeester van Spijkenisse
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 januari 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de burgemeester van de gemeente Spijkenisse. Eiser had beroep ingesteld tegen de besluiten van de burgemeester, waarbij een huisverbod was opgelegd en later verlengd. Het huisverbod was opgelegd op 28 oktober 2009 voor een periode van 10 dagen, en werd op 6 november 2009 verlengd met 18 dagen. Eiser stelde dat deze besluiten onrechtmatig waren en verzocht om schadevergoeding.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester op basis van de Wet tijdelijk huisverbod (Wth) gerechtigd was om het huisverbod op te leggen. De rechtbank concludeerde dat er voldoende feiten en omstandigheden waren die de burgemeester in staat stelden om te oordelen dat de aanwezigheid van eiser in de woning een ernstig en onmiddellijk gevaar opleverde voor de veiligheid van de vrouw en de kinderen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sterke signalen waren van psychisch en fysiek geweld door eiser jegens de vrouw, wat werd ondersteund door verklaringen van de vrouw en de gemachtigde van eiser. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester niet onzorgvuldig had gehandeld en dat de besluiten niet voor vernietiging in aanmerking kwamen. De rechtbank heeft de zaak onmiddellijk na de zitting behandeld en een mondelinge uitspraak gedaan, waarbij de gronden van de beslissing zijn uiteengezet.