Parketnummer: 10/611228-09
Datum uitspraak: 19 februari 2010
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
[geboortedatum en geboorteplaats verdachte],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres [woonplaats en adres verdachte],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Vught te Vught,
raadsvrouw mr. M.H. Aalmoes, advocaat te Amsterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 5 februari 2010.
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
EIS OFFICIEREN VAN JUSTITIE
De officieren van justitie mr. Van Heemst en mr. Klip hebben gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van Reclassering Nederland en dat de verdachte dient te voldoen aan een locatieverbod, een middelenverbod en een meldingsgebod.
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij
in de periode van 22 augustus 2009 tot en met 23 augustus 2009
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
op de openbare weg, op/nabij het strand van Hoek van Holland,
openlijk in vereniging geweld heeft
gepleegd tegen politieambtenaren, [namen politieagenten], welk geweld bestond uit het:
- gooien van glazen en bekers bier en
met zand gevulde flessen en lampjes/lichtjes tegen en/of naar en/of
in de richting van die politieambtenaren en- schoppen van (los) zand naar en/of in de richting van die
politieambtenaren en- zich opdringen aan/tegen envervolgens achtervolgen/achternalopen van
die politieambtenaren en vervolgens die politieambtenaren
te dwingen achteruit naar en/of in de richting van dranghekken te lopen en
- omver trappen/schoppen en/of duwen van die/dat (drang)hek(ken) (waarachter
die politieambtena(a)r(en) schuilden) en vervolgens die
politieambtena(a)r(en) te dwingen (verder) achteruit de duinen in te lopen
en- daarbij dreigendluid scanderen en roepen van de woorden:
"Rotterdam Hooligans" en/of "(Kanker)Joden" , althans woorden van gelijke aard en/of
strekking;
hij
in de periode van 22 augustus tot en met 23 augustus 2009
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
tezamen en in vereniging met anderen,
politieambtenaren [namen politieagenten], heeft bedreigd met zware mishandeling, immers hebben verdachte
en zijn mededaders opzettelijk
- hoorbaar voor die politieambtena(a)r(en) en/of schreeuwend aftellen en/of
(vervolgens)
- gooien van glazen en bekersbier en
met zand gevuldef lessen en lampjes/lichtjes tegen en/of naar en/of
in de richting van die politieambtenaren en- schoppen van (los) zand naar en/of in de richting van die
politieambtenaren en- zich opdringen aan/tegen envervolgens achtervolgen/achternalopen van
die politieambtenaren en vervolgens die politieambtenaren
te dwingen achteruit naar en/of in de richting van dranghekken te lopen en
- omver trappen/schoppen en/of duwen van die/dat (drang)hek(ken) (waarachter
die politieambtena(a)r(en) schuilden) en vervolgens politieambtena(a)r(en) te dwingen (verder) achteruit de duinen in te lopen
en- daarbij dreigendluid scanderen en roepen van de woorden:
"Rotterdam Hooligans" en/of "(Kanker)Joden" , althans woorden van gelijke aard en/of
strekking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De raadsvrouw heeft betoogd dat het openbaar ministerie in strijd heeft gehandeld met de Aanwijzing Opsporingsberichtgeving, vastgesteld door het college van procureurs-generaal en in werking getreden op 6 maart 2009.
Volgens deze aanwijzing moet het openbaar ministerie bij de vraag of een foto van de verdachte gepubliceerd mag worden het opsporingsbelang afwegen tegen het privacybelang van de verdachte. De hoofdofficier van justitie moet bovendien toestemming verlenen voor de inzet van dit opsporingsmiddel. Nu deze toestemming niet is aangetroffen en de belangenafweging in dit geval verkeerd is uitgevallen dient uitsluiting van het bewijs te volgen.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
De inzet van opsporingsberichtgeving zoals hier aan de orde, levert een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte op. Bij het inzetten van een dergelijk middel dient het openbaar ministerie een afweging te maken tussen het belang van de strafrechtelijke handhaving enerzijds en de persoonlijke levenssfeer van de verdachte anderzijds. Niet is echter gebleken dat het openbaar ministerie door dit opsporingsmiddel in te zetten doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte heeft gehandeld. Daarbij is van belang dat de gebeurtenissen op het strandfeest in Hoek van Holland in de volle openbaarheid hebben plaatsgevonden. Er is beroering door ontstaan in de maatschappij. Verder is van belang dat zich geen getuigen hebben gemeld en andere manieren om de zaak op te lossen het openbaar ministerie kennelijk niet ten dienste stonden. Ten slotte speelt de aard van de verdenking een rol.
Of toetsing door de Hoofdofficier van Justitie ingevolge bovengenoemde aanwijzing heeft plaatsgevonden is – in zoverre – niet van belang nu de rechter de hier gebezigde opsporingmethode – gelijk hierboven – zelfstandig dient te beoordelen.
Dit verweer wordt verworpen.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.
Namens de verdachte is aangevoerd dat de verdachte zich alleen in een vroeg stadium heeft opgehouden in de nabijheid van de politie en/of de relschoppers. Volgens de raadsvrouw is niet te zien dat hij iets roept, gooit, schopt of hekken omver gooit. Hij heeft gekeken naar het strijdtoneel en heeft aan de politie gevraagd wat er allemaal aan de hand was. Hij heeft zich wel richting de politie begeven maar niet op het moment dat de groep dit deed. Volgens de raadsvrouw heeft hij ook niet meegedaan aan het opdringen, achtervolgen en het achteruit dwingen van de politieagenten. Hij was er juist niet bij betrokken toen de politieagenten werden gedwongen achteruit te gaan. Op dat moment heeft verdachte juist rechtsomkeert gemaakt. De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit nu wettig en overtuigend bewijs ontbreekt dat de verdachte een significante bijdrage aan het openlijk geweld heeft geleverd en ook van een nauwe en bewuste samenwerking geen sprake is geweest dient de verdachte te worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
In de avond/nacht van zaterdag 22 augustus op zondag 23 augustus 2009 vond op het strand van Hoek van Holland een feest plaats, genaamd “Veronica’s Sunset Grooves”. Na eerdere wanordelijkheden op dat feest, ontstonden er aan het einde van de avond ongeregeldheden waarbij bezoekers hun agressie botvierden op de aanwezige politie. De politieagenten die zich belaagd zien door een grote groep mensen trekken zich, opgesteld in linie, terug richting nooduitgang. Op de zich in het dossier bevindende videobeelden is te zien dat zij daarbij op korte afstand worden gevolgd door een grote groep die leuzen scandeert zoals Rotterdam Hooligans, kankerjoden en joden. Ook is te zien dat er diverse voorwerpen naar de agenten worden gegooid. Het lukt de agenten om via de nooduitgang achter de hekken te komen. De hekken worden echter meteen besprongen en omver getrokken, waarna de menigte massaal naar voren beweegt en de politieagenten bekogelt met voorwerpen.
Voor wat betreft de rol van de verdachte is op de beelden te zien dat de verdachte, die gekleed is in een wit shirt, een spijkerbroek en een lichte hoed en op zijn rug een donkere rugzak draagt, loopt in de groep die de politie belaagt. Te zien is dat deze man vooraan loopt en zich op korte afstand van de politieagenten bevindt. Verder is te zien dat deze man richting de politieagenten loopt en hen op zeer korte afstand nadert. Op beelden van de ‘bodycam’ die een van de agenten draagt, is te zien dat de verdachte voorin de groep op zeer korte afstand van een agent staat, terwijl door de agenten ‘kijk uit’ en ‘naar achteren’ wordt geroepen. Het aandeel van de verdachte gaat gezien deze beelden aanmerkelijk verder dan door de verdediging is betoogd. De verdachte loopt, lachend, mee in een groep die met geweld en bedreiging daarmee de, inmiddels in linie opgestelde, agenten opjaagt richting de nooduitgang. De verdachte loopt nog steeds mee en staat dan, in ieder geval op enig moment, vooraan in de groep, op korte afstand tegenover agenten bij wie de paniek hoorbaar is toegeslagen, terwijl die groep met geweld en bedreiging daarmee de agenten opjaagt richting de nooduitgang. In plaats van zich te distantiëren van dit geweld en de groep, loopt de verdachte mee in die groep richting de politieagenten, loopt hij op gegeven moment voorop en beweegt hij zich zelfs tussen de linie politieagenten en de groep, daarmee een voortrekkende rol vervullend, terwijl die groep leuzen scandeert en de politie bekogelt met voorwerpen. Betrokken wordt ook de verklaring van de verdachte dat hij had gezien dat het niet goed zat en hij daarna toch op het terrein is teruggekomen, en mee is gaan lopen met de gewelddadige groep. De verdachte heeft ook verklaard dat hij zag dat vanuit de groep lampjes naar de politie werden gegooid en dat een van de agenten een wapen in de lucht hield. Desondanks heeft hij die agent benaderd. Dat, naar betoogd, de verdachte aan een politieagent slechts heeft gevraagd wat er aan de hand was, is, gelet op het strijdtoneel op dat moment, onaannemelijk.
Door het meedoen aan het achternalopen en het zich opdringen aan die agenten en die agenten zo te dwingen achteruit te gaan heeft de verdachte opzet gehad op het plegen van openlijk geweld en daaraan een voldoende significante bijdrage geleverd. Voor het in vereniging bedreigen van de politiemensen geldt hetzelfde.
Op grond van het vorenstaande wordt bewezen geacht dat de verdachte een zodanige betrokkenheid heeft gehad bij het geweld tegen en de bedreiging van de politieagenten dat hij als medepleger van dat geweld tegen en die bedreiging van die politieagenten kan worden aangemerkt.
De raadsvrouwe heeft nog verwezen naar een COT rapportage in deze zaak. Deze zou mogelijk een ander licht op de gebeurtenissen werpen. Nu deze rapportage geen deel uitmaakt van het dossier kan de rechtbank reeds hierom dit verweer niet behandelen.
De bewezen feiten leveren op:
De eendaadse samenloop van
1. Het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
2. Medeplegen van bedreiging met zware mishandeling
De feiten zijn strafbaar.
De verdachte is strafbaar.
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich in de avond/nacht van 22 augustus op 23 augustus 2009 op het strandfeest “Veronica’s Sunset Grooves” te Hoek van Holland schuldig gemaakt aan het plegen van openlijk geweld tegen en bedreiging van politieagenten door de agenten achterna te lopen en zo de agenten te dwingen achteruit te gaan. Hij maakte deel uit van een groep die naast het scanderen van leuzen en het opdrijven van de agenten, de agenten bekogelde met verschillende voorwerpen. De agenten hebben daarbij voor hun leven gevreesd. De slachtofferverklaring ter zitting beschrijft de angst en paniek die zich van hen meester maakte. Zij hadden het gevoel in een oorlog te zijn terechtgekomen en betwijfelden of zij hun gezinnen nog zouden zien. Het is mede door zijn handelen dat het die bewuste nacht zo uit de hand is gelopen. De rechtbank rekent hem dat zwaar aan.
Openlijke geweldpleging en bedreiging zijn ernstige strafbare feiten die niet alleen gevoelens van onveiligheid en angst in het leven roepen bij de slachtoffers, maar ook bij degenen die er getuige van zijn. Voor velen is dat wat een plezierig feest had kunnen zijn, geëindigd in een vervelende en angstige ervaring. De verdachte heeft door zijn handelwijze hieraan bijgedragen. Bovendien heeft hij door die handelwijze het gezag van de politiefunctionarissen ernstig ondermijnd.
Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van enige duur.
Op 3 februari 2010 is door Reclassering Nederland over de verdachte gerapporteerd. Uit dit rapport komt naar voren dat er problemen zijn op de gebieden emotioneel welzijn en vaardigheden. De reclassering ervaart de verdachte als een persoon met een actieve houding om aan zijn problemen te werken. Volgens de reclassering is inschatting van het recidiverisico niet mogelijk en is toezicht niet geïndiceerd.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 26 november 2009 is de verdachte eerder veroordeeld voor een strafbaar feit.
De officieren van justitie hebben in hun eis oplegging van een locatieverbod, een meldingsgebod en een middelenverbod als bijzondere voorwaarden gevraagd en hebben aangegeven dat een strafrechtelijk evenementenverbod met meldingsgebod en middelenverbod een relevante toegevoegde waarde heeft. De officieren van justitie hebben in een bijlage bij het requisitoir aangeven om hoeveel en welke (risicovolle) evenementen het zou gaan. De verdediging heeft zich daartegen gemotiveerd verzet.
De rechtbank acht het gedrag van de verdachte indien hij zich bevindt in een groep zorgelijk, mede gelet op de verklaring van de verdachte bij de politie dat hij altijd haantje de voorste wil zijn, dat hij op het evenement baldadig was, vaker op feesten komt waar het mis gaat en er politie aan te pas moet komen, dat hij het publiek in zijn omgeving op dit feest niet anders vond dan op andere feesten en dat hij ondanks zijn wetenschap dat het fout zat, nadat hij het terrein had verlaten weer is teruggekomen en in de voorste geledingen van de gewelddadige groep richting politie is meegelopen, alsmede zijn getoonde gebrek aan inzicht in het verwerpelijke van zijn handelen. De rechtbank is van oordeel dat het verzochte evenementenverbod met meldingsplicht en middelenverbod in het kader van op te leggen bijzondere voorwaarden voldoende concreet en bepaald is, gelet op het in de door het Openbaar Ministerie ter zitting overgelegde en aan dit vonnis gevoegde bijlage genoemde aantal van de evenementen, alsmede de aard, tijdperiode, duur en omvang daarvan. Naar verwachting zal het evenementen betreffen die qua omvang en aantal bezoekers gelijk zullen zijn aan strandfeest “Veronica’s Sunset Grooves”. Een uitzondering hierop vormt Koninginnedag, zoals geformuleerd door de officieren van justitie. Hiervoor geldt het verbod slechts indien het een georganiseerd evenement betreft op een plaats waarbij een menigte mensen wordt verwacht.
De rechtbank heeft daarbij in ogenschouw genomen dat in het evenementenverbod met de daaraan gekoppelde meldingsplicht en het middelenverbod, aanmerkelijke gevolgen heeft voor de vrijheid van de verdachte om op de evenementdagen de door hem gewenste (privé-) activiteiten te ontplooien. Mede in verband daarmee heeft de rechtbank een zorgvuldige afweging gemaakt tussen enerzijds de noodzaak om vanuit generaal preventief oogpunt een evenementenverbod met meldingsplicht en middelenverbod op te leggen en anderzijds de in het geding zijnde belangen van de verdachte. De rechtbank is van oordeel dat de noodzaak vanuit het oogpunt van generale preventie zwaarder weegt dan de belangen van de verdachte.
De rechtbank is - alles afwegende - van oordeel dat er voldoende gronden zijn om de verdachte naast de na te vermelden straf en bijzondere voorwaarden, in het kader van de bijzondere voorwaarden ook een evenementenverbod met meldingsplicht en middelenverbod op te leggen.
De op te leggen straf is lager dan door de officier van justitie is gevorderd, nu de rechtbank de rol van deze verdachte minder groot acht dan de officier van justitie.
Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.
VORDERING BENADEELDE PARTIJEN / SCHADEVERGOEDINGSMAATREGEL
Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd ter vordering van vergoeding van immateriële schade bij wijze van voorschot tot een bedrag van € 200,= ter zake van de feiten, als in onderstaande tabel opgenomen:
Volgnr. Naam Woonplaats Immaterieel
1 XX Rotterdam € 200,--
2 YY Rotterdam € 200,--
3 XX Rotterdam € 200,--
4 XX Rotterdam € 200,--
5 XX Rotterdam € 200,--
6 XX Rotterdam € 200,--
7 XX Rotterdam € 200,--
8 XX Rotterdam € 200,--
9 XX Rotterdam € 200,--
10 XX Rotterdam € 200,--
11 XX Rotterdam € 200,--
12 XX Rotterdam € 200,--
13 XX Rotterdam € 200,--
14 XX Rotterdam € 200,--
15 XX Rotterdam € 200,--
16 XX Rotterdam € 200,--
17 XX Rotterdam € 200,--
18 XX Rotterdam € 200,--
19 XX Rotterdam € 200,--
20 XX Rotterdam € 200,--
21 XX Rotterdam € 200,--
22 YY Rotterdam € 200,--
23 YY Rotterdam € 200,--
24 XX Rotterdam € 200,--
25 XX Rotterdam € 200,--
26 XX Rotterdam € 200,--
27 XX Rotterdam € 200,--
28 XX Rotterdam € 200,--
29 XX Rotterdam € 200,--
30 XX Rotterdam € 200,--
31 XX Rotterdam € 200,--
32 YY Rotterdam € 200,--
33 XX Rotterdam € 200,--
34 XX Rotterdam € 200,--
35 XX Rotterdam € 200,--
36 XX Rotterdam € 200,--
37 XX Rotterdam € 200,--
38 XX Rotterdam € 200,--
39 XX Rotterdam € 200,--
40 XX Rotterdam € 200,--
41 XX Rotterdam € 200,--
De benadeelde partij YY zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu er van hem geen aangifte in het dossier is aangetroffen en thans niet is komen vast te staan dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten.
De benadeelde partijen YY, werkzaam bij de Bereden Brigade van de Politie-Rotterdam-Rijnmond zullen in hun vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu niet is komen vast te staan dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen YY niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen deze benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt.
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partijen als gevolg van het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoedingen de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen zullen de vorderingen als voorschot worden toegewezen.
Nu de verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met één dan wel meerdere mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader(s) de benadeelde partijen betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partijen van deze betalingsverplichting bevrijd.
Nu de vordering van de benadeelde partijen (in overwegende mate) zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 47, 55, 141 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de tijd van 8 (acht) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten;
stelt daarbij een proeftijd vast van 2 (twee) jaren; de tenuitvoerlegging kan worden gelast indien:
- de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;
stelt als bijzondere voorwaarden:
een locatieverbod, een meldingsgebod en een middelenverbod, inhoudende:
- het verbod dat de veroordeelde zich gedurende de periode van 30 april 2010 tot en met 31 december 2010 bevindt op de tien evenementen zoals genoemd in de bij dit vonnis behorende bijlage;
- het gebod dat de veroordeelde zich meldt op de dagen en tijdstippen waarop deze tien evenementen plaatsvinden, bij een politiebureau genoemd in de bij dit vonnis behorende bijlage;
- het verbod dat de veroordeelde in publiek toegankelijke ruimten op de dagen en de tijdstippen waarop de tien evenementen zoals genoemd in de bij dit vonnis behorende bijlage plaatsvinden alcohol en drugs gebruikt;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf;
wijst de vorderingen van de benadeelde partijen als voorschot toe als opgenomen in onderstaande tabel en veroordeelt de verdachte deze bedragen tegen kwijting te betalen eveneens als opgenomen in onderstaande tabel, met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededader(s) betalen de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd;
veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partijen voornoemd te betalen de bedragen zoals in onderstaande tabel opgenomen, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van het aantal dagen zoals eveneens opgenomen in onderstaande tabel, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader(s), tevens geldt als betaling aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd;
Nr. naam wonende bedrag zegge vervangende hechtenis
1 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
2 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
3 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
4 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
5 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
6 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
7 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
8 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
9 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
10 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
11 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
12 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
13 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
14 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
15 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
16 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
17 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
18 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
19 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
20 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
21 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
22 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
23 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
24 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
25 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
26 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
27 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
28 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
29 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
30 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
31 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
32 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
33 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
34 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
35 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
36 XX Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
verklaart de benadeelde partijen YY niet-ontvankelijk in de vordering; bepaalt dat de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de benadeelde partijen YY in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Van der Groen, voorzitter,
en mrs. Rapmund en Van der Stroom, rechters,
in tegenwoordigheid van Wilsing, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 februari 2010.
Bijlage bij vonnis van 19 februari 2010:
1. Koninginnedag (indien het een georganiseerd evenement betreft op een plaats waarbij een menigte mensen wordt verwacht)/Koninginnedance op 30 april 2010
2. Bevrijdingsfestival op 5 mei 2010
3. Opening strandseizoen op 13 mei 2010
4. Musica Republica op 4, 5 en 6 juni 2010
5. Paardenmarkt in IJsselmonde 20 of 26 t/m 2 juli 2010
6. Metropolis op 4 juli 2010
7. 100% NL (Hoek van Holland) op 14 augustus 2010
8. Nieuw dance-event in het Zuiderpark
9. Nightmare Ahoy Rotterdam datum in 2010 nog onbekend
10. Nieuwjaarsfeest op 31december 2010
Verdachte dient zich tijdens genoemde evenementen te melden op het politiebureau te:
Capelle aan den IJssel (Slotlaan)
Bijlage bij vonnis van 19 februari 2010:
TEKST GEWIJZIGDE TENLASTELEGGING.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
in of omstreeks de periode van 22 augustus 2009 tot en met 23 augustus 2009
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
op of aan de openbare weg, op/nabij het strand van Hoek van Holland,
in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft
gepleegd tegen één of meer politieambtena(a)r(en) en/of [namen politieagenten] welk geweld bestond uit het:
- hoorbaar voor die politieambtena(a)r(en) en/of schreeuwend aftellen en/of
(vervolgens)
- gooien en/of werpen van één of meer glas/glazen en/of beker(s) bier en/of
(met zand gevulde) fles(sen) en/of lampje(s)/lichtje(s) en/of (een)
ste(e)n(en) en/of (een) hek(ken) en/of (strand)bed(den)/stoel(en) en/of
(een) fiets(en) en/of (andere) (zware) voorwerp(en) tegen en/of naar en/of
in de richting van die politieambtena(a)r(en) en/of
- schoppen en/of gooien van (los) zand naar en/of in de richting van die
politieambtena(a)r(en) en/of
- zich opdringen aan/tegen en/of (vervolgens) achtervolgen/achternalopen van
die politieambtena(a)r(en) en/of (vervolgens) die politieambtena(a)r(en)
te dwingen achteruit naar en/of in de richting van (gesloten) (een)
(drang)hek(ken) te lopen en/of (vervolgens)
- omver trappen/schoppen en/of duwen van die/dat (drang)hek(ken) (waarachter
die politieambtena(a)r(en) schuilden) en/of (vervolgens) die
politieambtena(a)r(en) te dwingen (verder) achteruit de duinen in te lopen
en/of
- (daarbij) (dreigend) (luid) scanderen en/of roepen van de woorden:
"Rotterdam Hooligans" en/of "(Kanker)Joden" en/of "Kutwouten" en/of "Ik maak
je af" en/of "Kankerlijers", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking;
(artikel 141 Wetboek van Strafrecht)
hij
in of omstreeks de periode van 22 augustus tot en met 23 augustus 2009
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
één of meer politieambtena(a)r(en) en/of [namen politieagenten], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend
- hoorbaar voor die politieambtena(a)r(en) en/of schreeuwend afgeteld en/of
(vervolgens)
- één of meer glas/glazen en/of beker(s) bier en/of (met zand gevulde)
fles(sen) en/of lampje(s)/lichtje(s) en/of (een) ste(e)n(en) en/of (een)
hek(ken) en/of (strand)bed(den)/stoel(en) en/of (een) fiets(en) en/of
(andere) (zware) voorwerp(en) gegooid tegen en/of naar en/of in de richting
van die politieambtena(a)r(en) en/of
- geschopt en/of gegooid van (los) zand naar en/of in de richting van die
- geschopt en/of gegooid van (los) zand naar en/of in de richting van die
politieambtena(a)r(en) en/of
- zich opgedrongen aan/tegen en/of (vervolgens) achtervolgd/achternagelopen
van die politieambtena(a)r(en) en/of (vervolgens) die
politieambtena(a)r(en) gedwongen achteruit naar en/of in de richting van
(gesloten) (een) (drang) hek(ken) te lopen en/of (vervolgens)
- die/dat (drang)hek(ken) omver getrapt/geschopt en/of geduwd (waarachter
die politieambtena(a)r(en) schuilden) en/of (vervolgens) die
politieambtena(a)r(en) gedwongen (verder) achteruit de duinen in te lopen
en/of (daarbij) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, deze dreigend de woorden toegevoegd: "Rotterdam Hooligans"
en/of "(Kanker)Joden" en/of "Kutwouten" en/of "Ik maak je af" en/of
"Kankerlijers", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(artikel 285/47 Wetboek van Strafrecht)