ECLI:NL:RBROT:2010:BL7291

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
345659 / KG ZA 09-1353
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nakoming overeenkomst en criteria voor toewijzing in kort geding met betrekking tot betalingsafspraken

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een kort geding waarin de eiseres, Jos America Machines B.V., vorderingen heeft ingesteld tegen de gedaagden, een vennootschap onder firma en haar vennoten, met betrekking tot de nakoming van een overeenkomst voor de levering van een machine. De eiseres stelt dat er een perfecte overeenkomst tot stand is gekomen, terwijl de gedaagden betwisten dat er een geldige koopovereenkomst bestaat. De procedure is gestart met een dagvaarding op 15 januari 2010, gevolgd door een mondelinge behandeling op 27 januari 2010.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de gedaagden hebben op 8 juni 2009 interesse getoond in een machine en hebben vervolgens een e-mail gestuurd met een voorstel voor een aanbetaling en afbetaling. Na telefonisch contact heeft de eiseres op 9 juni 2009 een opdrachtbevestiging gestuurd, die door de gedaagden op 16 juni 2009 is ondertekend. De gedaagden hebben echter later aangegeven dat de betalingsafspraken niet overeenkwamen met hun verwachtingen en dat zij de overeenkomst niet als definitief beschouwden.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, hoewel de ondertekening van de orderbevestiging op het eerste gezicht wijst op overeenstemming, er onvoldoende bewijs is dat de betalingsafspraak zoals opgenomen in de orderbevestiging de uiteindelijke afspraak tussen partijen weerspiegelt. De rechter heeft geconcludeerd dat de vordering van de eiseres niet kan worden toegewezen, omdat er twijfel bestaat over de totstandkoming van een perfecte overeenkomst. De eiseres is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die zijn begroot op EUR 1.078,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 345659 / KG ZA 09-1353
Vonnis in kort geding van 10 februari 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JOS AMERICA MACHINES B.V.,
gevestigd te Nieuwkuijk, gemeente Heusden,
eiseres,
advocaat mr. F.D.P. Nobel,
tegen
1. de vennootschap onder firma
FIRMA [A],
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
alsmede haar vennoten:
2. [vennoot 1],
wonende te [woonplaats],
3. [vennoot 2],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
advocaat mr. L.C.M.C. Gels.
Eiseres zal hierna America genoemd worden. Gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2 worden hierna respectievelijk aangeduid als [A] en [1 + 2]. Gedaagden gezamenlijk zullen [gedaagden] genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 15 januari 2010;
- producties van de zijde van America;
- producties van de zijde van [gedaagden];
- de pleitnota van mr. Nobel;
- de pleitnota van mr. Gels;
- het verhandelde tijdens de mondelinge behandeling d.d. 27 januari 2010.
Ten slotte is vonnis bepaald.
De feiten
In dit kort geding merkt de voorzieningenrechter de volgende - voor de onderhavige beoordelingen van belang zijnde - feiten als tussen partijen vaststaand aan.
America drijft een onderneming die zich richt op het ontwerpen en bouwen van machines voor onder meer de orthopedische industrie en de schoenherste[A] drijft een drietal winkels waar onder meer schoenen worden hersteld.
Partijen hebben onderhandeld over de aankoop door [gedaagden] van een door America te leveren machine voor het herstellen van schoenen. In dat verband heeft [gedaagden] op 8 juni 2009 America een e-mail gestuurd met de volgende inhoud:
"goedemiddag,
ik heb nog steeds interesse in uw machine, alleen vind ik de rente wat hoog.
misschien 20.000 euro aanbetalen en de rest in twee jaar tijd afbetalen?
de machine blijft dan toch uw eigendom.
of misschien heeft u nog een andere suggestie?
groeten, [gedaagde]
capelle"
Naar aanleiding van de in 2.2 bedoelde e-mail heeft telefonisch contact plaatsgevonden tussen partijen. Vervolgens heeft America op 9 juni 2009 een e-mail met de volgende inhoud aan [gedaagden] gestuurd:
"Geachte heer [vennoot 1],
Hartelijk dank voor uw opdracht.
Bijgaand de opdrachtbevestiging alsmede de financiering, zoals besproken.
Dhr. [X] zal met U een afspraak maken voor het bespreken van eventuele machinedetails, alsmede enkele ontbrekende gegevens mbt de financiering (de leverdatum bij benadering en uw priveadres)
Wij verheugen ons erop om er een mooie schoenmakerij van te maken.
met vriendelijke groeten,
[eiser]
Jos America Machines BV
Op 16 juni 2009 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen de heer [X] namens America en [1 + 2]. Tijdens dit gesprek heeft [1 + 2] namens [gedaagden] een orderbevestiging ondertekend. Onderaan deze orderbevestiging staat:
"Betalingsafspraak:
Machinehoofdsom, euro 40.000 excl. BTW
Betalingsafspraak
Betaling en fakturatie bij opdracht euro 20.000
Betaling week vooraf aan levering het BTW bedrag euro 7.600
daarna 24 gelijke termijnen ieder € 980,00
Financieringskosten € 850 excl. BTW vooraf.
Afleverkosten op nacalculatie,
netto binnen 10 dagen na de levering.
E.e.a. conform onze standaard
financieringsovereenkomsten"
Per e-mail van 22 juni 2009 heeft [gedaagden] aan America geschreven:
"goedemorgen,
[voornaam eiser] ik geloof dat je mijn mail niet goed begrepen hebt.
ik heb net eens even zitten kijken maar over op de restanttermijnen zit nog een aardig hoge rente? dat heb ik niet bedoeld met de mail.
nogmaals 20.000 vooraf met btw de restanttermijnen in 24 maanden maar geen rente.
groeten, [gedaagde]"
In het door America aan [gedaagden] toegezonden financieringscontract staat - voor zover hier van belang -:
"..
3) De totale financieringsom groot € 20.000,00, zegge twintigduizend EURO, zijnde het totaalbedrag van € 47.600 minus de aanbetaling van € 27.600,00 zal door lessee aan lessor terugbetaald worden door middel van betaling van 24 maandelijkse gelijke termijnen van € 890,00 excl. BTW. beginnend uiterlijk op 1 september 2009 en eindigend met betaling van de laatste termijn uiterlijk op 1 augustus 2011.
.."
Bij e-mail van 15 september 2009 heeft America [gedaagden] een factuur gestuurd en een aangepaste tekening van de machine voorgelegd. Daarop reageert [gedaagden] per e-mail als volgt:
"beste [voornaam eiser],
ik ga niet accoord, zoals ik je al verteld heb is de heer [X] zijn afspraken niet nagekomen. er is in het bijzijn van de heer kolhorn door uw medewerker verteld dat het een voorlopige koopovereenkomst betrof, en dat er nog verschillende aanpassingen gedaan zouden worden zoals die terplekke besproken zijn, en een financieringsovereenkomst zou volgen.
nadat ik de voorlopige overeenkomst in het weekend nog eens nalas kwam ik tot de ontdekking dat financieringsvorm niet volgens afspraak was zie mail.
Daarom heb ik u een mail gestuurs op 22/6/2009 waarin ik duidelijk heb aangegeven dat ik niet akkoord was met de huidige financieringsvorm.
ik heb daar op geen reactie gehad. daaruit heb ik opgemaakt dat de aankoop niet doorging.
volgens mijn advocaat bij de mitex zijn er voldoende bewijzen dat u uw afspraken niet bent nagekomen. voorlopige orderbevestiging klopt niet met tekening?
ook de betalingsafspraak geeft genoeg reden om te twijfelen betaling en facturatie bij opdracht? 12 weken niets gehoord? ook geen aanmaning of betalingsherinnering? ook geen reactie op mijn mail?
volgens de heer [X] we werden de aanpassingen, hoekstuk, kleur, scherm boven machines naar plafond in de nieuwe overeenkomst vermeld?
ook het financieringscontract genoemd in de voorlopige overeenkomst zou toch nog volgen?
ik wil nog even benadrukken dat de heer [X] in het bijzijn van de heer kolhorn aanpassingen heeft getekend en beschreven op de oude tekening die wij in ons bezit hebben, waarin hij duidelijk aangeeft wat er nog aangepast zou worden.
op mijn vraag of ik de machine kon komen bekijken antwoorde u negatief, ik mag toch aannemen dat u er de aanpassingen aan uitgevoerd heeft en dat hij na 12/14 weken in de besproken kleur welke? klaar staat.
wij hebben dus geen overeenkomst.
[gedaagde]"
Per brief van 26 januari 2010 heeft de raadsvrouwe van [gedaagden] de overeenkomst primair vernietigd wegens dwaling, subsidiair ontbonden wegens een tekortkoming in de nakoming door America.
Het geschil
America vordert dat het de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam behage bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden] te bevelen de overeenkomst die zij op 9 en 16 juni 2009 met America heeft gesloten binnen vier weken na betekening van dit vonnis na te komen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- per dag - een gedeelte van een dag daaronder begrepen - [dat] [gedaagden] hiermee in gebreke blijft.
Het verweer van [gedaagden] strekt tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van America in de kosten van het geding.
De beoordeling
De vordering strekt tot nakoming van de door America gestelde overeenkomst. Nu America onweersproken heeft gesteld dat hij de door [gedaagden] ingevolge die overeenkomst in te leveren machine heeft verkocht en op afroep dient te leveren, is het spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening gegeven.
Vooropgesteld wordt dat een vordering tot nakoming van een overeenkomst in kort geding slechts kan worden toegewezen indien boven redelijke twijfel is verheven dat tussen partijen een perfecte overeenkomst met de gestelde inhoud tot stand is gekomen en voorshands aangenomen moet worden dat ook de bodemrechter zal beslissen dat [gedaagden] haar daaruit voortvloeiende verplichtingen dient na te komen.
Volgens [gedaagden] is geen perfecte koopovereenkomst tot stand gekomen. De orderbevestiging die door partijen is getekend op 16 juni 2009 betrof slechts een voorlopige koopovereenkomst. De in die orderbevestiging opgenomen betalingsafspraak is niet in overeenstemming met de gemaakte afspraken: partijen waren overeengekomen dat [gedaagden] geen rente over de aflossingstermijnen zou behoeven te betalen. Weliswaar heeft [1 + [A] de orderbevestiging ondertekend zonder enige opmerking of voorbehoud te maken ten aanzien van de daarin vermelde betalingsafspraak (waarbij wel degelijk werd uitgegaan van rente over de aflossingstermijnen) maar [1 + 2] heeft dat toen niet gezien. Zodra hij dat ontdekte, heeft hij direct bezwaar gemaakt per e-mail van 22 juni 2009 (zie 2.5). Daarop heeft hij niets meer vernomen tot de e-mail van 15 september 2009 (zie 2.7). Voorts waren partijen het nog niet eens over de indeling van de machine en de kleur en moesten er nog nadere afspraken worden gemaakt over de in het kader van de uitvoering van de overeenkomst door [gedaagden] in te ruilen machine.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
Vooropgesteld zij dat partijen, door ondertekening van de orderbevestiging op 16 juni 2009, op het eerste gezicht er van blijk hebben gegeven overeenstemming te hebben bereikt over de aankoop van de machine zoals daarin vermeld alsmede over de daarbij opgenomen betalingsafspraak. Voorshands is niet aannemelijk dat het hier slechts een voorlopige koopovereenkomst betreft. De tekst van de overeenkomst geeft geen aanknopingspunten voor deze (door America bestreden) stelling van [gedaagden] terwijl enige andere onderbouwing ontbreekt. Dat er nog geen overeenstemming bestond over de kleur van de machine en de indeling en dat nog nadere afspraken moesten worden gemaakt over de in te ruilen machine rechtvaardigt naar voorlopig oordeel niet de conclusie dat er nog geen perfecte overeenkomst tot stand was gekomen. Een perfecte overeenkomst hoeft immers nog niet alle detailafspraken te omvatten, overeenstemming over de essentiële punten is voldoende. De door America genoemde punten betreffen naar voorlopig oordeel details. America heeft immers onweersproken gesteld dat de kleur en indeling, op aanwijzing van [gedaagden], op zeer korte termijn kunnen worden aangepast en dat de machines in één dag kunnen worden omgeruild.
Met betrekking tot de betalingsafspraak (hetgeen wel als een essentieel punt van de overeenkomst wordt aangemerkt) geldt, dat als [1 + 2] de orderbevestiging heeft ondertekend zonder de betreffende betalingsafspraak te hebben gezien en ter zake een voorbehoud te maken, dit in principe voor zijn eigen risico komt. Dat geldt evenzeer als - zoals door [gedaagden] gesteld - door de heer [X] op ondertekening zou zijn aangedrongen omdat [1 + 2] onverwachts werd weggeroepen. Dat wordt niet anders indien [gedaagden] de orderbevestiging en de betalingsafspraak eerst op 16 juni 2009 zou hebben gezien (zoals hij heeft gesteld en zoals America heeft bestreden).
Een en ander laat echter onverlet dat, gelet op de verschillende visies van partijen op hetgeen beoogd was ten aanzien van de betaling en de gemaakte afspraken terzake, en mede gelet op de omstandigheid dat het per mail van 15 september 2009 aan [gedaagden] toegezonden financieringscontract niet lijkt te stroken met de in de orderbevestiging van 16 juni 2009 opgenomen betalingsafspraak, voorshands onvoldoende aannemelijk is dat de in de orderbevestiging genoemde betalingsafspraak de - uiteindelijke - betalingsafspraak tussen partijen belichaamt. Dat betekent dat weliswaar zeer wel voorstelbaar is dat tussen partijen een perfecte overeenkomst met de door America gestelde inhoud tot stand is gekomen, maar thans kan niet worden uitgesloten dat de bodemrechter, indien geadieerd, tot het oordeel zal komen dat dit niet het geval is. Tegen de achtergrond van het in 4.2 weergegeven toetsingskader leidt dit tot de slotsom dat de vordering van America in dit kort geding niet kan worden toegewezen.
Een belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel. Dat America de in te ruilen machine in augustus 2009, zonder daarover daadwerkelijk de beschikking te hebben, heeft verkocht, komt voor haar rekening en risico, temeer nu reeds met de e-mail van 22 juni 2009 duidelijk was althans kon zijn dat er een verschil van mening was over de betalingsafspraak (en daarmee over de vraag of er een perfecte overeenkomst tot stand was gekomen). Het voorgaande geldt mutatis mutandis voor de omstandigheid dat America mogelijk schade lijdt omdat [gedaagden] de voor haar ontwikkelde machine - die op de kleur en indeling na gereed is - mogelijk niet zal afnemen en America deze niet, of voor een lager bedrag dan [gedaagden] zou betalen, aan een derde zal kunnen verkopen.
America zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagden] worden begroot op:
- vast recht EUR 262,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal EUR 1.078,00
De beslissing
De voorzieningenrechter
wijst de vorderingen af,
veroordeelt America in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden] tot op heden begroot op EUR 1.078,00,
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Kalmthout, griffier.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting.