ECLI:NL:RBROT:2010:BL7291
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Nakoming overeenkomst en criteria voor toewijzing in kort geding met betrekking tot betalingsafspraken
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een kort geding waarin de eiseres, Jos America Machines B.V., vorderingen heeft ingesteld tegen de gedaagden, een vennootschap onder firma en haar vennoten, met betrekking tot de nakoming van een overeenkomst voor de levering van een machine. De eiseres stelt dat er een perfecte overeenkomst tot stand is gekomen, terwijl de gedaagden betwisten dat er een geldige koopovereenkomst bestaat. De procedure is gestart met een dagvaarding op 15 januari 2010, gevolgd door een mondelinge behandeling op 27 januari 2010.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de gedaagden hebben op 8 juni 2009 interesse getoond in een machine en hebben vervolgens een e-mail gestuurd met een voorstel voor een aanbetaling en afbetaling. Na telefonisch contact heeft de eiseres op 9 juni 2009 een opdrachtbevestiging gestuurd, die door de gedaagden op 16 juni 2009 is ondertekend. De gedaagden hebben echter later aangegeven dat de betalingsafspraken niet overeenkwamen met hun verwachtingen en dat zij de overeenkomst niet als definitief beschouwden.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, hoewel de ondertekening van de orderbevestiging op het eerste gezicht wijst op overeenstemming, er onvoldoende bewijs is dat de betalingsafspraak zoals opgenomen in de orderbevestiging de uiteindelijke afspraak tussen partijen weerspiegelt. De rechter heeft geconcludeerd dat de vordering van de eiseres niet kan worden toegewezen, omdat er twijfel bestaat over de totstandkoming van een perfecte overeenkomst. De eiseres is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die zijn begroot op EUR 1.078,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, in aanwezigheid van de griffier.