5.2
Met betrekking tot de procedure voor het District Court kan van het navolgende als vaststaand worden uitgegaan.
(a) de aangepaste dagvaarding ('first amended complaint') is in november 2006 bij het District Court ingediend en deze is op 15 februari 2007 aan [gedaagden] betekend;
(b) de Amerikaanse raadsman van Royal Chemical, Edward J. Koehl jr., heeft de Amerikaanse raadsman W.P. Andersson (Leake & Andersson LLP), die meedeelde dat hij optrad voor [gedaagden], een kopie verstrekt van de aangepaste dagvaarding en een sommatiebrief van 17 mei 2006;
(c) nadat ten genoege van het District Court was aangetoond dat de aangepaste dagvaarding aan [gedaagden] was betekend, heeft [gedaagden] op 19 juli 2007 een conclusie van antwoord in conventie en een conclusie van eis in reconventie ('answer and affirmative defenses and counter-claim') ingediend bij het District Court; op 6 augustus 2007 heeft Royal Chemical een conclusie van antwoord in reconventie ('answer to counter-claim') ingediend;
(d) op 19 november 2007 heeft [gedaagden] een lijst met door Royal Chemical te beantwoorden vragen en een verzoek tot het overleggen van producties ('interrogatories to plaintiff and request for production of documents') ingediend; op 8 januari 2008 heeft Royal Chemical daarop gereageerd ('answers to interrogatories');
(e) op de door Royal Chemical op 25 januari 2008 ingediende verzoeken ('interrogatories to defendants, request for production of documents en request for admissions') is door [gedaagden] niet gereageerd;
(f) op 27 februari 2008 hebben de Amerikaanse raadslieden van [gedaagden],
W.P. Andersson en L.F. Bartlett, het District Court verzocht zich te mogen terugtrekken aangezien [gedaagden] niet langer in staat was om hun honorarium te voldoen; het District Court heeft dit verzoek bij uitspraak van 29 februari 2008 ingewilligd; daarna heeft zich voor [gedaagden] geen andere raadsman gesteld;
(g) op 3 juni 2008 heeft Royal Chemical een verzoek gedaan tot het mogen indienen van een aangepaste dagvaarding ('motion for leave to file second amended complaint'); dit verzoek is op 16 juni 2008 als onbestreden toegewezen, waarop de aangepaste dagvaarding diezelfde dag is ingediend;
(h) op 17 juni 2008 heeft Royal Chemical een verzoek gedaan tot verkorte behandeling van de procedure ('motion for summary judgment'), op 18 juni 2008 aangevuld met een tweede verzoek ('second supplemental motion for summary judgment: liability, damages, attorney's fees and costs'); deze verzoeken zijn op 21 juli 2008 en 8 augustus 2008 toegewezen;
(i) nadat Royal Chemical op 7 augustus 2008 nog een samenvatting van het geschil ('pre-trial order') had ingediend, heeft het District Court op 8 augustus 2008 een eindbeslissing ('final judgment') gegeven, waarin [gedaagden] in conventie werd veroordeeld tot betaling van USD 203.470,- met rente en kosten (zie hiervoor onder 2.3), met afwijzing van de vordering in reconventie ('dismissing .. the Counter-Claim of [X] Protective, B.V.').
5.3
Vaststaat dat de distributieovereenkomst geen forumkeuze bevatte op grond waarvan het District Court bevoegd was kennis te nemen van de op die overeenkomst gebaseerde vordering tegen [X] Protective.
Uit het feit dat [gedaagden] als gedaagde in het geding is verschenen en geen beroep heeft gedaan op de onbevoegdheid van het District Court ten aanzien van de vordering van Royal Chemical jegens één of meer van haar, doch daartegen verweer heeft gevoerd en zelf een tegenvordering heeft ingesteld, moet echter worden afgeleid dat [gedaagden] zich vrijwillig heeft onderworpen aan de rechtsmacht van het District Court. Dit betekent dat het District Court zich op een internationaal algemeen aanvaarde grond bevoegd heeft geacht ten aanzien van de vorderingen van Royal Chemical.
De stelling van [gedaagden] dat een bevoegdheidsverweer kansloos zou zijn geweest en derhalve zinloos was, is door Royal Chemical betwist en de juistheid van deze, niet nader onderbouwde stelling is niet gebleken.
De bevoegdheid ten aanzien van de reconventionele vordering is tussen partijen niet in geschil.