ECLI:NL:RBROT:2010:BL8870

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
307771 / HA ZA 08-1324
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding vordering in verband met diefstal en verwisseling van ferromolybdenum tijdens opslag

In deze zaak vorderden de eiseressen, AS Hansapank, AS Nordmet en ZAO Grandmetall, schadevergoeding van gedaagde C. Steinweg Handelsveem B.V. naar aanleiding van de diefstal en verwisseling van ferromolybdenum tijdens de opslag bij Steinweg in Sint-Petersburg. De eiseressen stelden dat op 20 april 2005 28 drums ferromolybdenum in bewaring waren gegeven, maar dat deze op 22 juni 2005 waren uitgeslagen met een gewichtsverlies van 5.354 kg. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de derde partij, Nordmet, niet ontvankelijk was, omdat zij geen vorderingsrecht had. De vordering van Hansapank werd als onvoldoende gemotiveerd beschouwd, vooral omdat niet was aangetoond dat de vaten bij inslag minder wogen dan bij uitslag. De rechtbank oordeelde dat Steinweg zich kon beroepen op de exoneratieclausules in de Veemcondities, die de aansprakelijkheid voor schade beperkten. De rechtbank hield de verdere beoordeling aan in afwachting van bewijslevering door Hansapank, waarbij de rechtbank de mogelijkheid openhield dat Steinweg tekortgeschoten was in de nakoming van de bewaarnemingsovereenkomst. De vordering met betrekking tot het tweede incident werd als onvoldoende onderbouwd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 307771 / HA ZA 08-1324
Vonnis van 17 maart 2010
in de zaak van
1. AS HANSAPANK, gevestigd te Tallinn, Estland,
2. AS NORDMET, gevestigd te Talinn, Estland,
3. ZAO GRANDMETALL, gevestigd te Sint Petersburg, Russische Federatie,
eiseressen,
advocaat mr. O.E. Meijer,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HANDELSVEEM B.V.,
tevens handelend onder de naam C. STEINWEG HANDELSVEEM,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. B.S. Janssen.
Eiseressen zullen hierna Hansapank c.s., dan wel afzonderlijk Hansapank, Nordmet respectievelijk Grandmetall worden genoemd. Gedaagde zal Steinweg worden genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 22 januari 2008, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 17 juni 2009, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de brief van mr. Van Maanen namens mr. Janssen voornoemd d.d. 16 september 2009, met producties;
- de brief van mr. Van der Meché namens mr. Meijer voornoemd d.d. 17 september 2009, met producties;
- het proces-verbaal van de comparitie van 29 september 2009.
2. De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast.
2.1. Nordmet en haar dochtervennootschap Grandmetall houden zich bezig met de handel in metaal. Hansapank is hun financiële dienstverlener.
2.2. Steinweg houdt zich bezig met de opslag van metalen.
2.3. Steinweg heeft zich jegens Hansapank verbonden tot bewaarneming van metalen. Deze overeenkomst is neergelegd in een “Letter of Undertaking” van 17 juli 2003, gesteld op briefpapier van en ondertekend door Steinweg, en luidt, voor zover thans relevant:
“The Undersigned represents and warrants that:
(i) it shall be liable for each and every Warehouses obligation to the Bank in respect of this Letter of Undertaking;
(ii) the execution, delivery and performance of this Letter of Undertaking do not violate any provision of any law, regulation, decree or constitutional documents of it.
This Letter of Undertaking shall be governed by and construed in accordance with the Dutch law.”;
en, aan de voet van de laatste pagina:
“Storage activities are subject to the filed Amsterdam-Rotterdam Warehousing Conditions, latest version.”.
2.4. De Amsterdam-Rotterdam Warehousing Conditions (hierna ‘de Veemcondities’), gedeponeerd op 1 maart 1994, bepalen in artikel 12.2:
“When the goods are stored the warehousing company shall not be obliged to weigh and/or measure the goods without having received specific instructions to this effect.”;
en in artikel 20.10:
“In no event shall more than the actual cost of the damage be paid, and then only to a maximum amount of 2 SDR per kilogram damaged or lost gross weight, provided that in all cases the warehouses liability is limited to SDR 100,000 per event or series of events resulting from one and the same cause.”.
2.5. Op of omstreeks 20 april 2005 heeft Steinweg zich verbonden tot de opslag van 28 drums ferromolybdenum te Sint-Petersburg, Rusland. Deze partij is in opdracht van Steinweg via haar onderbewaarnemer C. Steinweg (Sint-Petersburg) Ltd. opgeslagen bij Second Stevedoring Company te Sint-Petersburg.
2.6. Een op 20 april 2005 bij inontvangstname door Second Stevedoring Company opgemaakt rapport vermeldt, in vertaling en voor zover thans relevant:
“DEED of 20 04 2005
time of unloading
(…)
In that the cargo Ferromolybdenum (designation)
Having arrived at TTN No. 2617057-3 in (info. Not given)
a/m No. Kh 896 MT qty. of items ( qty not given) weight (weight not given)
A 162491
(detailed description of the circumstances of drawing up the deed)
In fact there arrived 7 pallets / 28 drums
The barrels are rusty, have (illegible)
Pallets b/u. Contract, marking on the
Cargo are missing. Barrels
Among each other on the pallets not (illegible)
(…)”.
2.7. Op 21 april 2005 heeft C. Steinweg (Sint-Petersburg) Ltd. aan Hansapank een fax verzonden met, voor zover thans relevant, de navolgende inhoud:
“Irrevocable release
In accordance with the instructions of Messrs. AS Nordmet we hereby confirm their irrevocable release to order of Hansabank, Tallinn (…) for the following parcel:
Grade Truck CMR gross weight (…) pcs arrived (…)
Ferro (…) (…) 11 650 (…) 7/28 20.04.05 (…)
molydenum
(...)
We undertake that the material will be held under control of C. Steinweg St. Petersburg to your order and to be released in accordance of written instructions of Messrs. Hansabank, Tallinn only.
All cost relating to handling and storage are for the account of Messrs. AS Nordmet.
All cargo information is given in accordance with transport documents.”.
2.8. Op 22 juni 2005 zijn de 28 drums door Steinweg (althans Second Stevedoring Company) uitgeslagen en zonder bemerkingen in ontvangst genomen door de chauffeur die de lading voor Hansapank c.s. over de weg zou vervoeren naar bewaarnemer O.O.O. Talgar (hierna ‘Talgar’).
Op 30 juni 2005 heeft Hansapank telefonisch contact opgenomen met Steinweg over een manco ter zake van deze partij.
2.9. Steinweg (althans Second Stevedoring Company) heeft in diezelfde periode nog een andere partij drums met molybdeen voor Hansapank in bewaring gehad.
2.10. De drums van beide partijen ware afkomstig uit de zogenaamde Staatsreserve van de Russische Federatie, en zijn jaren opgeslagen geweest onder onbekende omstandigheden.
3. De vordering
De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Steinweg te veroordelen om aan Hansapank c.s. te betalen:
- USD 443.020,-- althans de tegenwaarde van dit bedrag in euro’s, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de geconstateerde schade, althans de datum van aansprakelijkstelling, althans vanaf de dag der dagvaarding,
- GBP 11.538,26 althans de tegenwaarde van dit bedrag in euro’s tegen de koers van de dag van betaling;
- € 1.500,-- althans een in goede justitie te bepalen bedrag voor buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten inclusief eventuele nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na vonnisdatum.
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft Hansapank c.s. aan de vordering de volgende stellingen ten grondslag gelegd.
3.1. De op 20 april 2005 ingeslagen 28 drums met ferromolybdenum zijn in goede staat door Second Stevedoring Company in ontvangst genomen en hadden een totaal brutogewicht van 11.650 kg.
De partij is na aankomst in de loods van Talgar direct gecontroleerd en gewogen. Daarbij is vastgesteld dat de partij 5.354 kg minder woog dan ten tijde van inslag bij Steinweg. Tijdens onderzoek door expert ISC Global (Insurance Services) Ltd. (hierna ‘ISC’) is voorts vastgesteld dat sommige drums niet vol waren en zand in plaats van ferromolybdenum bevatten. Verder is vastgesteld dat van sommige drums de deksels waren verbogen.
Het in de drums aangetroffen zand bleek na onderzoek overeen te komen met het (blus- en strooi)zand dat werd aangetroffen in vier containers op het terrein van Second Stevedoring Company. Deze containers dienden altijd vol te zijn maar waren dat niet. Het gewicht van de daarin ontbrekende hoeveelheid zand bleek precies gelijk aan het gewicht van het zand dat in de ferromolybdenum-drums is aangetroffen.
De politie heeft geconcludeerd dat de diefstal en de verwisseling van ferromolybdenum door zand moeten zijn gebeurd gedurende de opslag bij (de onderbewaarnemer van) Steinweg en moeten zijn gepleegd door werknemers van Second Stevedoring Company, al dan niet met medewerking van derden.
3.2. De schade die Hansapank c.s. in dit verband lijdt is begroot op USD 340.000,-- exclusief rente en kosten.
3.3. In juni 2005 deed zich nog een tweede evenement voor. Van een voor Hansapank onder de overeenkomst met Steinweg bij Second Stevedoring Company opgeslagen partij van 10.000 kg molybdenum is onder vrijwel gelijke omstandigheden 1.01 mt gestolen en/of verwisseld door schroot.
3.4. De schade die Hansapank c.s. in verband met het tweede evenement lijdt is begroot op USD 103.020,-- exclusief rente en kosten.
3.5. Steinweg is aansprakelijk voor de schade die Hansapank c.s. heeft geleden, omdat zij is tekortgeschoten in de nakoming van de bewaarnemingsovereenkomst althans onrechtmatig heeft gehandeld. Gelet op de door Steinweg verstrekte (onder 2.3. hierboven aangehaalde) garantie moet Steinweg instaan voor de geleden schade en kosten.
3.6. Hansapank c.s. heeft GBP 11.538,26 aan expertisekosten gemaakt.
4. Het verweer
Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Hansapank c.s. in de kosten van het geding.
Steinweg heeft daartoe het volgende aangevoerd.
4.1. Steinweg erkent dat Hansapank haar contractuele wederpartij en vorderingsgerechtigd is. Aan Nordmet en Grandmetall komt geen vorderingsrecht toe.
4.2. Steinweg betwist de eerst gestelde diefstalschade en subsidiair dat zij daarvoor aansprakelijk is.
Steinweg betwist dat de inhoud van de drums verdwenen is tijdens de opslag door Second Stevedoring Company, en betwist bij gebrek aan wetenschap de stellingen van Hansapank c.s. over brutogewicht, inhoud en goede staat van de 28 drums. De drums zijn uitgeslagen in dezelfde staat als deze waren ingeslagen.
Betwist wordt dat de zending direct na aankomst bij Talgar is gecontroleerd en gewogen en dat daarbij het gestelde manco is vastgesteld. Steinweg is pas op 30 juni 2005 over het beweerdelijk op 22 juni 2005 vastgestelde verlies geïnformeerd. Steinweg en C. Steinweg (Sint-Petersburg) Ltd. hebben nooit een aansprakelijkstelling ontvangen en zijn nooit uitgenodigd voor expertise.
Betwist wordt dat sommige drums niet vol waren, dat deze zand in plaats van ferromolybdenum bevatten en dat dit zand afkomstig zou zijn van containers van het terein van Second Stevedoring Company. Steinweg is niet uitgenodigd voor de expertise of de gestelde analyse van het zand. De waarde van het rapport van ISC wordt betwist, ook omdat deze pas geruime tijd na uitslag onderzoek ter plaatse heeft gedaan.
Steinweg betwist dat ‘de politie’ de gestelde conclusies zou hebben getrokken.
4.3. Steinweg betwist ook de tweede gestelde diefstalschade en dat zij daarvoor aansprakelijk zou zijn.
4.4. Op de bewaarnemingsovereenkomst tussen partijen zijn de Veemcondities van toepassing. Op grond van artikel 20.10 van de Veemcondities is de eventuele aansprakelijkheid van Steinweg voor verlies beperkt tot 2 SDR per verloren kilogram, derhalve tot (6.354 kg x 2 SDR =) 12.708 SDR. Dit bedrag is buiten rechte aangeboden uit kostenoverwegingen en zonder erkenning van aansprakelijkheid.
Steinweg mag zich op deze beperking ook beroepen ingeval van diefstal door personeel van Second Stevedoring Company, zoals Hansapank c.s. stelt, nu het in het algemeen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is aansprakelijkheid uit te sluiten voor opzet of grove schuld van niet tot de directie of de bedrijfsleiding behorende (leidinggevende) ondergeschikten.
4.5. De gestelde schade wordt betwist.
Hansapank dient openheid te geven over een naar verluidt door haar verzekeraar gedane uitkering.
4.6. Rente is primair niet verschuldigd, en subsidiair niet vanaf de datum van de geconstateerde schade of de datum van aansprakelijkstelling.
4.7. Expertisekosten zijn niet verschuldigd omdat deze niet hebben bijgedragen tot beperking van de schade.
5. De beoordeling
5.1. De rechtbank ontleent bevoegdheid aan artikel 2 EEX-Verordening.
5.2. Hansapank c.s. vordert schadevergoeding op de grond dat Steinweg aansprakelijk is wegens een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, althans uit onrechtmatige daad. Ter comparitie heeft Hansapank c.s. toegelicht dat Hansapank vordert als contractuele wederpartij van Steinweg, dat Nordmet vordert als eigenaar van de ferromolybdenum en dat Grandmetall geen eigen vorderingsrecht heeft.
Uit deze toelichting begrijpt de rechtbank dat Hansapank een contractuele vordering jegens Steinweg pretendeert, terwijl Nordmet schadevergoeding vordert op grond van onrechtmatige daad.
5.3. Grandmetall zal te zijner tijd niet-ontvankelijk worden verklaard, nu niet is gesteld of gebleken aan haar enig vorderingsrecht toekomt.
5.4. De vorderingen van Nordmet stuiten af op de ontoereikendheid van de stellingen die daaraan ten grondslag zijn gelegd.
Het standpunt van Nordmet komt erop neer dat aan haar toebehorende zaken te Sint-Petersburg zijn gestolen op het terrein van de door of -via C. Steinweg (Sint-Petersburg) Ltd.- voor Steinweg ingeschakelde (onder)bewaarnemer Second Stevedoring Company. Zeker na de daarop gerichte vragen in het tussenvonnis lag het op de weg van Nordmet om concreet en gemotiveerd te stellen welk feitelijk handelen van Steinweg zij -naar het daarop toepasselijke recht- onrechtmatig acht. Ter comparitie heeft zij echter slechts gesteld dat Steinweg de jegens de eigenaar van de goederen in acht te nemen zorgvuldigheid heeft geschonden. Nordmet heeft echter geen feitelijke stellingen ingenomen die deze juridische conclusie kunnen dragen, zodat haar vorderingen uit onrechtmatige daad onvoldoende zijn gemotiveerd en te zijner tijd zullen worden afgewezen.
5.5. De contractuele vorderingen van Hansapank zullen naar Nederlands recht worden beoordeeld, nu zowel Hansapank als Steinweg zich beroept op een daartoe strekkende rechtskeuze (neergelegd in de Letter of Undertaking respectievelijk de Veemcondities).
5.6. Tussen partijen staat vast dat de Veemcondities deel uitmaken van de tussen hen gesloten overeenkomst, nu Steinweg dit heeft gesteld en Hansapank dit ter comparitie heeft erkend.
5.7. Hoewel Hansapank zich beklaagt over niet-nakoming van de bewaarnemingsovereenkomst door Steinweg, laat zij goeddeels in het midden op welke van uit de Letter of Undertaking, de Veemcondities of de wet voortvloeiende verbintenissen van Steinweg zij doelt.
Het beroep van Hansapank op de (onder 2.3. hierboven aangehaalde) garantie in de Letter of Undertaking wordt als onvoldoende gemotiveerd gepasseerd nu zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet valt in te zien waarom deze garantie als zelfstandige grondslag voor haar vorderingen zou kunnen dienen.
In de stellingen van Hansapank ligt besloten dat zij klaagt over schending van de uit artikel 7:605 lid 4 BW voortvloeiende verplichting van Steinweg om de van Hansapank ontvangen zaken terug te geven in dezelfde staat waarin zij deze had ontvangen.
Ter comparitie heeft Hansapank nog toegelicht dat Steinweg haar zorgplicht als bewaarnemer heeft geschonden. Nu zij daarbij geen bepalingen uit de Letter of Undertaking of de Veemcondities inroept, zal de rechtbank ervan uitgaan dat zij doelt op de uit artikel 7:602 BW voortvloeiende verplichting van Steinweg om bij de bewaring de zorg van een goed bewaarder in acht te nemen.
Of Steinweg bedoelde verplichtingen heeft geschonden, dient voor beide gestelde incidenten afzonderlijk te worden beoordeeld.
Het eerste incident
5.8. Ten aanzien van de (eerste) partij van 28 drums ferromolybdenum wordt het navolgende overwogen.
5.9. Hansapank stelt dat de gehele (eerste) partij van 28 drums na uitslag 5.354 kg minder woog dan ten tijde van de inslag, hetgeen Steinweg gemotiveerd betwist.
Indien de juistheid van deze stelling komt vast te staan, zal de rechtbank aannemen dat Steinweg is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichting om de van Hansapank ontvangen zaken terug te geven in dezelfde staat waarin zij deze had ontvangen.
Hansapank zal conform haar aanbod worden toegelaten tot het bewijs van bovenbedoelde stelling.
5.9.1. Naar aanleiding van het partijdebat over een aantal elementen die in de te bewijzen stelling besloten liggen, overweegt de rechtbank als volgt.
5.9.2. Vooralsnog staat onvoldoende vast dat de partij bij inslag een brutogewicht van 11.650 kg had, en dat de drums bij inslag uitsluitend ferromolybdenum bevatten.
Anders dan Hansapank betoogt, is het onder 2.7 aangehaalde document geen ‘warehouse weight certificate’ maar, blijkens de inhoud ervan, slechts een bevestiging dat de partij door Nordmet is vrijgesteld aan (de order van) Hansapank en slechts op schriftelijke instructie van Hansapank zal worden vrijgegeven. Weliswaar vermeldt C. Steinweg St. Petersburg Ltd. in dit vrijstellingsbericht een brutogewicht van 11 650 kg, maar zij schrijft ook “All cargo information is given in accordance with transport documents.”. Ter comparitie is gebleken dat Steinweg aard en gewicht van de goederen niet zelf controleert maar overneemt uit de door de bewaargever verstrekte opdracht en ladingstukken, en dat Hansapank dit wist. Steinweg heeft voorts onweersproken gesteld dat zij niet gehouden is de goederen bij inslag te wegen, en zich daartoe ter comparitie onweersproken beroepen op artikel 12.1 van de Veemcondities (aangehaald onder 2.4. hierboven). Onder deze omstandigheden binden de vermelding van een brutogewicht van 11.650 kg en de aanduiding van ferromolybdenum in voornoemd vrijstellingsbericht Steinweg niet.
Van Hansapank wordt derhalve verwacht dat zij deze elementen in haar bewijslevering betrekt, ook omdat deze de (betwiste) schade-omvang raken.
5.9.3. Partijen zijn het erover eens dat de drums ten tijde van de inontvangstneming daarvan door Steinweg (althans Second Stevedoring Company) gedeukt en roestig waren, zoals blijkt uit het onder 2.6 hierboven aangehaalde rapport.
Hansapank lijkt echter met haar stelling dat de drums in goede staat door Steinweg zijn ontvangen, terwijl bij Talgar is geconstateerd dat de deksels waren verbogen en dat de drums waren opengemaakt en/of puntlassen waren beschadigd, te willen betogen dat er bij gebrek aan verdere bemerkingen op voornoemd rapport van moet worden uitgegaan dat de drums door Steinweg zijn ontvangen met onverbogen deksels, die geen tekenen vertoonden dat zij waren geopend door verbreking van de puntlassen waarmee de deksels waren vastgelast. Een dergelijke vergaande conclusie wordt door de inhoud van voornoemd rapport echter niet gerechtvaardigd, zoals Steinweg terecht aanvoert. Temeer niet nu Hansapank niet heeft gesteld dat Steinweg (althans Second Stevedoring Company) een bemerking had moeten maken indien de deksels reeds bij inslag de gestelde tekenen van verbuiging of opening hadden vertoond.
Het staat Hansapank echter vrij om ook dit aspect in haar bewijslevering te betrekken.
5.9.4. Als niet of onvoldoende weersproken staat wel vast dat de drums op 22 juni 2005 zijn uitgeslagen door Steinweg en zonder bemerkingen in ontvangst zijn genomen door een voor Hansapank c.s. ingeschakelde chauffeur en zijn vervoerd naar Talgar. Nu niets is gesteld of gebleken waaruit het tegendeel zou volgen, zal de rechtbank ervan uitgaan dat zich tijdens dit vervoer geen voor de beoordeling van de vordering relevante omstandigheden hebben voorgedaan.
5.9.5. In geschil is of de partij na aankomst bij Talgar direct is gecontroleerd en gewogen, zodat ook dit aspect bij de bewijslevering aan de orde dient te komen.
5.9.6. In geschil is ook of bij die controle en weging is vastgesteld dat de partij 5.453 kg minder woog dan bij inslag door Steinweg.
De rechtbank gaat ervan uit dat de bewijslevering over dit aspect ook de nodige duidelijkheid zal bieden over de vraag of de door Hansapank gestelde gewichtsafname betrekking heeft op het (netto)gewicht van de ferromolybdenum dan wel op het brutogewicht van de drums met inhoud, en hoe in dit verband is omgegaan met het gewicht van het zand dat daarin, naar tussen partijen inmiddels vaststaat, is aangetroffen. De stellingen van Hansapank zijn hierover niet duidelijk.
Ook in het kader van de schadeberekening, indien daaraan te zijner tijd wordt toegekomen, zal van belang zijn welk nettogewicht aan ferromolybdenum (eventueel) is verloren gedurende de opslag bij Second Stevedoring Company.
5.10. Hansapank stelt voorts dat Steinweg haar zorgplicht als bewaarnemer heeft geschonden.
Voor zover deze schending in haar ogen niet uit iets meer of anders bestaat dan uit het niet in dezelfde staat teruggeven van de in bewaring gegeven zaken, al dan niet omdat een deel daarvan gedurende de opslag is gestolen door medewerkers van Second Stevedoring Company, is deze afdoende besproken onder 5.9 tot en met 5.9.6.
Voor zover de schending van de zorgplicht in haar ogen uit ander handelen en nalaten van Steinweg zou bestaan, had zij dit handelen en nalaten moeten concretiseren en daarover een separaat verwijt moeten formuleren, hetgeen zij ondanks daartoe strekkende vragen in het tussenvonnis heeft nagelaten. Weliswaar heeft zij ter comparitie verklaard dat bij Second Stevedoring Company in de relevante periode een reeks van diefstallen van kostbare metalen had plaatsgevonden, maar deze verklaring is afgelegd als verweer tegen het door Steinweg gedane beroep op de Veemcondities, en niet als feitelijke stelling die aan de vordering ten grondslag wordt gelegd. Hansapank heeft voorts niet gesteld dat Steinweg haar zorgplicht heeft geschonden door Second Stevedoring Company als onderbewaarnemer in te schakelen, of door onvoldoende toezicht te houden op diens werkzaamheden.
Voor zover bedoeld als zelfstandig verwijt is het beroep op schending van de zorgplicht derhalve onvoldoende gemotiveerd zodat de rechtbank daaraan voorbijgaat.
5.11. In het midden kan blijven of het in de drums aangetroffen zand overeenkwam met het zand dat werd aangetroffen in vier containers met blus- en strooizand op het terrein van Second Stevedoring Company, en of het gewicht van het in deze containers ontbrekende zand precies gelijk bleek aan het gewicht van het zand in de drums, zoals Hansapank stelt maar Steinweg betwist. Zou de juistheid van deze stellingen al komen vast te staan, dan is daarmee nog slechts bewezen dat er zand van Second Stevedoring Company aan de drums is toegevoegd, maar voor het antwoord op de vraag of ferromolybdenum uit de drums is gehaald, en, zo ja, hoeveel, blijft de onder 5.9 tot en met 5.9.6. bedoelde bewijslevering onverminderd noodzakelijk.
5.12. In afwachting van de resultaten van de bewijslevering wordt ieder verder oordeel aangehouden.
Een uitzondering geldt het beroep van Steinweg op de beperking van aansprakelijkheid tot 2 SDR per verloren kilogram. Om redenen van proceseconomie wordt dit beroep op artikel 20.10 van de Veemcondities (aangehaald onder 2.4. hierboven) reeds nu beoordeeld.
Hansapank heeft gesteld dat deze bepaling buiten toepassing moet blijven omdat toepassing ervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Zij voert daartoe aan dat de verloren ferromolybdenum bij Second Stevedoring Company moet zijn verdwenen, en dat in de relevante periode bij Second Stevedoring Company een reeks van diefstallen van kostbare metalen had plaatsgevonden.
Deze stellingen van Hansapank kunnen echter, indien bewezen, hoogstens de conclusie dragen dat medewerkers van Second Stevedoring Company opzet of grove schuld hebben aan de schade, maar zonder nadere -niet ingenomen- stellingen valt niet in te zien dat en waarom het Steinweg onder die omstandigheden niet meer zou vrijstaan om zich te beroepen op de aansprakelijkheidsbeperking.
5.13. Steinweg heeft gesteld dat zij buiten rechte betaling van SDR 12.708 heeft aangeboden (2 SDR per kilo x 6.354 kg).
Omdat een dergelijk aanbod te zijner tijd relevant kan zijn in verband met de gevorderde proceskostenveroordeling, wordt Hansapank verzocht om bij conclusie na enquête op deze stelling te reageren. Omdat het door Steinweg genoemde ladinggewicht exact 1.000 kg hoger is dan het door Hansapank gestelde verlies, wordt Steinweg verzocht te controleren of haar stellingen in dit opzicht correct zijn.
Het tweede incident
5.14. Ter onderbouwing van haar stelling dat Steinweg haar verplichtingen als bewaarder heeft geschonden ten aanzien van de (tweede) partij van 10.000 kg molybdenum voert Hansapank slechts aan dat deze bij Second Stevedoring Company was opgeslagen en dat daarvan onder vrijwel gelijke omstandigheden 1.01 mt is gestolen en/of verwisseld door schroot.
In het tussenvonnis is verzocht om een toelichting op de toedracht van dit incident. Deze is ook ter comparitie uitgebleven. Hansapank heeft slechts voorafgaand aan de comparitie een bundel met stukken overgelegd zonder daarbij, zoals van haar mocht worden verwacht, de voor het tweede incident relevante feiten te stellen en deze te onderbouwen onder verwijzing naar de daarvoor relevante passages in de stukken.
Nu de rechtbank het niet als haar taak beschouwt om uit een niet nader toegelichte bundel met stukken de door Hansapank in te nemen feitelijke stellingen te construeren, zal de vordering ter zake van het tweede incident te zijner tijd als onvoldoende gemotiveerd worden afgewezen.
6. De beslissing
De rechtbank
alvorens verder te beslissen,
draagt Hansapank op het bewijs dat de gehele (eerste) partij van 28 drums na uitslag 5.354 kg minder woog dan ten tijde van de inslag;
bepaalt dat indien Hansapank dit bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, deze zullen worden gehoord in het gebouw van deze rechtbank voor de rechter mr. P.A.M. van Schouwenburg-Laan;
bepaalt dat de advocaat van Hansapank binnen twee weken na vonnisdatum aan de rechtbank - sector civiel recht, afdeling planningsadministratie, kamer E 12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam - opgave moet doen van de voor te brengen getuigen en de verhinderdata van de betrokkenen aan zijn zijde in de maanden mei tot en met september 2010 en dat de advocaat van Steinweg binnen dezelfde periode opgave moet doen van de verhinderdata van de betrokkenen aan zijn zijde in dezelfde periode, waarna dag en uur van de verhoren zullen worden bepaald;
bepaalt dat het aan de hand van de opgaven vastgestelde tijdstip, behoudens dringende redenen, niet zal worden gewijzigd;
houdt ieder verder oordeel aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.M. van Schouwenburg-Laan en in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2010.?
1885