ECLI:NL:RBROT:2010:BM0317
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot niet-ontvankelijkheid in kort geding wegens aanhangige procedure bij kantonrechter
In deze zaak, die op 23 maart 2010 door de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, hebben de eiseressen, Motrans Groep B.V. en Motrans Uitzendbureau Rotterdam B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, die eerder als bedrijfsleider bij Motrans Uitzendbureau in dienst was. De eiseressen vorderden onder andere dat de gedaagde de aan hen toebehorende zaken zou teruggeven en dat hij zou worden verboden om beslag te leggen op hun eigendommen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiseressen niet ontvankelijk waren in hun vorderingen, omdat er al een aanhangige procedure bij de kantonrechter was waarin dezelfde vorderingen waren ingesteld. De voorzieningenrechter stelde vast dat de omstandigheid dat de kantonrechter mogelijk te lang zou uitblijven met een beslissing, niet voldoende was om de vorderingen in kort geding te rechtvaardigen. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van Motrans c.s. af en veroordeelde hen in de proceskosten van de gedaagde, die op € 263,00 aan verschotten en € 816,00 aan salaris voor de advocaat werden vastgesteld. Tevens werd het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.