ECLI:NL:RBROT:2010:BM1694

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/691153-09
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van der Groen
  • A. Rapmund
  • J. van der Stroom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging en opruiing tijdens strandfeest in Hoek van Holland

Op 20 april 2010 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij openlijke geweldpleging en opruiing tijdens het strandfeest 'Veronica's Sunset Grooves' in Hoek van Holland op 22 en 23 augustus 2009. De verdachte werd beschuldigd van het aanzetten tot geweld tegen zowel feestgangers als politieagenten. De rechtbank oordeelde dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in de vervolging, ondanks de bezwaren van de verdediging over schending van privacy en procesorde. De rechtbank verwierp de argumenten van de verdediging en concludeerde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de ten laste gelegde feiten. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan openlijk in vereniging geweld plegen, bedreiging, opruiing en belediging van politieambtenaren. Gezien het ernstige karakter van de feiten en het uitgebreide strafblad van de verdachte, werd een ISD-maatregel van twee jaar opgelegd. De rechtbank benadrukte het belang van de veiligheid van de samenleving en de noodzaak om de verdachte te behandelen voor zijn gedragsproblemen. Daarnaast werden vorderingen van benadeelde partijen tot schadevergoeding toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector strafrecht
Parketnummer: 10/691153-09
Parketnummer TUL: 10/691278-08
Datum uitspraak: 20 april 2010
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren op [geboortedatum en geboortedatum verdachte],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres: [adres en woonplaats verdachte],
preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rijnmond, locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel,
raadslieden mrs. F.G.L. van Ardenne en N. Flikkenschild, beiden advocaat te Rotterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 6 april 2010.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officieren van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
EIS OFFICIEREN VAN JUSTITIE
De officieren van justitie mrs. Van Heemst en Klip hebben gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaar,
- afwijzing van de vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling.
ONTVANKELIJKHEID OFFICIER VAN JUSTITIE
De raadsman van de verdachte heeft betoogd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging op grond van artikel 359a Wetboek van Strafvordering. Hiertoe heeft hij aangevoerd dat sprake is van onherstelbaar vormverzuim, nu in het vooronderzoek niet is gehandeld conform de daartoe geldende strikte voorschriften opgenomen onder meer in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, Besluit justitiële gegevens, de Wet politiegegevens en het Besluit politiegegevens. Het vormverzuim bestaat er volgens de raadsman in dat de onderzoekers van het COT aangaande hun onderzoek naar de strandrellen in Hoek van Holland inzage hebben gehad in het strafdossier en de politie persoongegevens van de verdachte en de verdachte voor die gegevensverstrekking geen toestemming heeft gegegeven, terwijl dit wel had gemoeten. Gelet hierop en nu na raadpleging van de genoemde regelgeving niet is gebleken dat er in dit geval een bevoegdheid bestond tot verlenen van inzage en/of verstrekking, is er sprake van een onrechtmatige inzage en/of verstrekking. Volgens de raadsman is door genoemd handelen door het openbaar ministerie ernstig inbreuk gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde. Hierdoor is doelbewust en met grove veronachtzaming tekortgedaan aan de belangen van de verdachte en diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak. Het recht op privacy is geschonden. De verdachte had ervan uit kunnen gaan dat zijn strafdossier alleen gebruikt zou worden in het kader van de concrete strafzaak. De verdediging heeft in dit verband onder meer verwezen naar de arresten inzake Zwolsman en Karman.
De rechtbank verwerpt dit door de raadsman gevoerde verweer en overweegt daarbij als volgt.
De officieren van justitie hebben verklaard dat aan de onderzoekers van het COT door het openbaar ministerie inzage is verleend in de verklaringen van de verdachten. Het onderzoek was gericht op een reconstructie van het optreden van politie, justitie, gemeente, hulpdiensten en particuliere organisaties rond het strandfeest, genaamd “Veronica’s Sunset Grooves”. Gegevens uit de informatie die ter inzage zijn aangeboden, zijn door het COT geanonimiseerd verwerkt. Uit die gegevens valt niet af te leiden over welke aangehouden verdachten het gaat noch of het in concreto over deze verdachte gaat.
De rechtbank is van oordeel dat, alle feiten en omstandigheden in aanmerking genomen, wellicht kan worden gesproken van tekortkomingen van het openbaar ministerie waardoor de privacy van de verdachte is geschonden, maar dat die tekortkomingen niet van zodanige aard zijn dat de conclusie gerechtvaardigd is, dat dit meebrengt dat in deze strafzaak sprake is van een ernstige inbreuk op de beginselen van de behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekort gedaan, dan wel van de situatie dat in casu een zo fundamenteel rechtsbeginsel voor de strafrechtspleging is geschonden. Daarbij is van belang dat de verstrekte gegevens naar het openbaar ministerie mededeelt, hetgeen door de verdachte niet is bestreden, anoniem zijn gebruikt.
De rechtbank acht gezien het vorenstaande het openbaar ministerie dan ook ontvankelijk in zijn vervolging.
BEWEZENVERKLARING
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 17 mei 2009 te Rotterdam in het openbaar, te weten op de Hilledijk, mondeling, tot strafbarefeiten te weten openlijke
geweldpleging en mishandeling en wederspannigheid tegen groepsleden van de Mobiele Eenheid, heeft opgeruid, immers heeft verdachte voorafgaande aan en gedurende een identiteitscontrole van aldaar aanwezige personen door (groepsleden van de Mobiele Eenheid
- zich met de rug naar die groepsleden van de Mobiele Eenheid opgesteld en
- vervolgens naar/tegen de overige aldaar aanwezige personen met luide stem geroepen : "Dit pikken we niet, we pakken ze", en
- daarbij met zijn armen heftig zwaaiende bewegingen gemaakt en zijn armen in de lucht geheven ;
2.
(610336-09, Zaak Bar)
hij in de periode van 22 augustus tot en met 23 augustus 2009 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam, op de openbare weg, te weten op/nabij het strand van Hoek van Holland, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen onbekend gebleven personen (bezoekers van het feest "Veronica's Sunset Groove"), welk geweld bestond uit het meermalen:
- zich opdringen aan/tegen die onbekend gebleven personen en
- vervolgens achtervolgen/achternalopen van die onbekend gebleven personen en
- duwen van/tegen die onbekend gebleven personen en
- dreigend opheffen van armen en/of vuisten en daarbij luid scanderen van de woorden: "Rotterdam Hooligans" en
"Joden",
- slaan en/of stompen in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die onbekend gebleven personen.
3.
(610336-09, Zaak Caroussel)
hij in de periode van 22 augustus 2009 tot en met 23 augustus 2009 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
op de openbare weg, te weten op/nabij het strand van Hoek van Holland, openlijk in vereniging geweld heeft
gepleegd tegen Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 en politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage, welk geweld bestond uit het: meermalen, telkens
- zich opdringen aan/tegen en omsingelen/insluiten van die Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 en politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage, en
- tot dichtbij naderen en achtervolgen/achternalopen van die Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 en politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage en
- dreigend opheffen van armen en vuisten endaarbijluid scanderen van de woorden: "Rotterdam Hooligans" en "Joden"
en "Maak ze dood, ze gaan eraan" en "Schiet me maar" en "kankerwouten", en
- gooien en/of werpen van met zand gevuldeflessen en lampjes/lichtjes en andere voorwerpen naar en/of in de richting van die Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 en politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage;
4.
(610336, Zaak Carrousel)
hij in de periode van 22 augustus 2009 tot en met 23 augustus 2009 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
tezamen en in vereniging met anderen, Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2, zijnde beiden politieambtenarenen politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage, heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte en zijn mededaders opzettelijk dreigend:
- hun vuisten getoond en vervolgens die Slachtoffer 1 en die Slachtoffer 2 omsingeld, althans ingesloten, en vervolgens die Slachtoffer 1 en die Slachtoffer 2 achtervolgd en vervolgens
- met zand gevulde flessen en lampjes en andere voorwerpen gegooid naar en/of in de richting van die politieambtenaren en politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage, en daarbij die Slachtoffer 1 en die Slachtoffer 2 dreigend de woorden toegevoegd: "Jullie gaan dood" en "We gaan ze pakken, kop eraf hakken" en "Maak ze dood, ze gaan eraan"
5.
(610336-09, Zaak Carrousel)
hij in de periode van 22 augustus 2009 tot en met 23 augustus 2009 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam, telkens in het openbaar mondeling, tot strafbare feiten te weten bedreiging en mishandeling van en openlijke geweldpleging tegen negroïde bezoekers van het feest "Veronica's Sunset Groove" en aldaar aanwezige politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage, heeft opgeruid, immers heeft verdachte enzijn mededaders) tijdens een danseest "Veronica's Sunset Groove"
- een of meer aldaar aanwezige personen opgehitst tegen die negroïde bezoekers door deze personen te benaderen en op de schouders te slaan en vervolgens aan te spreken en te mobiliseren en aanwijzingen te geven en door te duwen en te trekken en aan te springen tegen en te wijzen naar die negroïde bezoekers en
- aldaar aanwezige personen opgehitst tegen die politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage,
door deze personen te benaderen en op de schouders te slaan envervolgens aan te spreken en te mobiliseren en
aanwijzingen te geven en te kijken naar die politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage, en
- die politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage, omsingeld, en tot dichtbij genaderd en
- vervolgens naar/tegen die aldaar aanwezige personen op dat dansfeest geroepen/geschreeuwd: "Scouteo"/"scotoes" en "Stille" en "Maak ze dood, ze gaan eraan", en vervolgens afgeteld en
- daarbij om die politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage, heen gelopen en zwaaiende en slaande bewegingen gemaakt en armen in de lucht geheven;
6.
(610336-09, Zaak Carrousel)
hij in de periode van 22 augustus 2009 tot en met 23 augustus 2009 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk beledigend een of meer ambtenaren, te weten Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2, zijnde beiden politieambtenarenen politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage, gedurende de
rechtmatige uitoefening van hun bediening, en in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden: "Kankerlijer, schiet me maar" en "Kankerjoden" en "Scouteo"/"scotoes" en"Kankerwouten".
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
BEWIJSMOTIVERING
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.
NADERE BEWIJSMOTIVERINGEN
Feit 1
Namens de verdachte is vrijspraak bepleit van het onder 1 ten laste gelegde omdat op geen enkele wijze is gebleken dat omstanders door een eventuele oproep van de verdachte zich bewogen hebben gevoeld strafbare feiten te plegen.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Immers, voor een bewezenverklaring van opruiing is niet vereist dat het feit, waartoe wordt opgeruid, ook volgt. Alleen de (opruiende) gedraging zelve is relevant. Dat verdachte aldaar heeft opgeruid tegen de politie blijkt uit de processen-verbaal van de betreffende drie politieambtenaren.
Feit 2
Namens de verdachte is vrijspraak bepleit ten aanzien van het ten laste gelegde onder 2 omdat daar waar de verdachte herkend is op beelden, deze herkenning niet op juistheid berust.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
In de avond/nacht van zaterdag 22 augustus op zondag 23 augustus 2009 vond op het strand van Hoek van Holland een feest plaats, genaamd “Veronica’s Sunset Grooves”. Op beelden, opgenomen vanaf een verhoging in de buurt van een bartent op dat feest, is te zien dat een grote groep personen twee of drie mannen, die kennelijk niet tot die zelfde groep behoren, schoppen en slaan. Te zien is dat deze mannen worden ingesloten en dat door de groep rake klappen worden uitgedeeld. Vervolgens baant de groep zich al vechtend een weg langs de bar. Tijdens de vechtpartij steken een hoop mensen uit de groep hun handen in de lucht en worden er leuzen gescandeerd.
Op de op de terechtzitting getoonde bewegende beelden is waargenomen dat de verdachte, met ontkleed bovenlijf en een petje op, zich in het midden van de groep vechtende mannen bevindt die zich al vechtend een weg door de menigte baant. Eveneens is te zien dat de verdachte onderweg een andere man, gekleed in een shirt met horizontale strepen, zonder enige aanleiding, diverse malen met kracht op zijn rug slaat. Verder is te zien dat de verdachte meeloopt in de groep tot deze op enig moment uit beeld verdwijnt. De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij zich op de beelden herkent.
Het verweer van de verdachte ter zake wordt verworpen.
Feiten 3, 4, 5 en 6
Door de raadsman is bepleit dat de verdachte van de hem ten laste gelegde feiten 3 tot en met 6 dient te worden vrijgesproken, nu hiervoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is. Daaromtrent is aangevoerd dat de verklaringen van de verbalisanten Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 niet tot bewijs gebezigd kunnen worden, omdat hun verklaringen onbetrouwbaar zijn dan wel in hun proces van waarneming en/of herinnering onvolkomenheden zijn opgetreden, aangezien de situatie ter plekke chaotisch was, zij massaal werden belaagd en zich in het nauw gedreven voelden. Verder hebben zij verklaard dat zij bang en in paniek waren en iets dergelijks nooit eerder hadden meegemaakt. De raadsman heeft daarbij eveneens aangevoerd dat Slachtoffer 1, ten overstaan van de rechter-commissaris, zijn verklaring op essentiële punten in het nadeel van de verdachte heeft uitgebreid.
Het verweer wordt verworpen.
Hetgeen door de verdediging is gesteld, is onvoldoende om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de verklaringen van Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 te twijfelen. Ook is niet aannemelijk geworden dat het proces van waarneming en/of herinnering van Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 is verstoord zodat bij de juistheid van de verklaringen die beide politieagenten hebben afgelegd, vraagtekens zouden moeten worden geplaatst.
Tijdens zijn verhoor bij de rechter-commissaris heeft Slachtoffer 1 zijn eerder afgelegde verklaringen bevestigd. Het enkele feit dat Slachtoffer 1 bij de rechter-commissaris een meer gedetailleerde verklaring heeft afgelegd, betekent niet dat deze verklaring onbetrouwbaar is. Gelet hierop acht de rechtbank deze verklaringen betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.
Voorts is door de verdediging aangevoerd dat uit het dossier niet blijkt dat de verdachte anderen heeft aangezet te gaan rellen, zodat ook deswege vrijspraak dient te volgen.
De rechtbank overweegt omtrent de rol van de verdachte als volgt.
Op zeker moment zagen de verbalisanten Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 een vechtpartij bij de blauwe lampen. Zij zagen dat een groep van ongeveer vijftien personen de confrontatie zocht met vier negroïde personen. Deze negroïde jongens werden door de groep geslagen. Slachtoffer 1 zag dat de voor hem bekende [naam verdachte] (de verdachte) daar ook bij was en zich gedroeg als een leider van de groep die de boel liep op te hitsen dat ze moesten slaan en schoppen. Op een gegeven moment ging de verdachte er zelf bij staan en begon ook te trappen en te slaan. Slachtoffer 1 hoorde de verdachte roepen: “pak ze, maak ze af, sla ze”. Hij hoorde dat door de groep “Feyenoord Hooligans” werd geroepen.
Slachtoffer 2 zag dat de verdachte aanwijzingen aan andere jongens gaf en daarbij wees naar een van de negroïde jongens. Deze jongen liep dan direct naar een van de negroïde mannen en begon hem te slaan en te schoppen. Dit herhaalde zich meerdere malen. De verdachte wisselde daarbij constant van personen waar hij naar toe ging. Hij gaf aanwijzingen met zijn handen en met armgebaren. Hij sprong ook tegen de negroïde personen aan en maakte daarbij wijzende en slaande bewegingen alsof hij voordeed wat gedaan moest worden.
Vervolgens zagen Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 dat een van de jongens uit de groep naar de verdachte liep en iets tegen hem zei waarbij hij in de richting van de verbalisanten wees. De verdachte keek vervolgens de richting van de verbalisanten op. Hij keek hen daarbij strak aan.
Slachtoffer 1 hoorde de verdachte zeggen: “Stille scoutoe, we maken ze af, we trappen ze dood”. Toen de groep met daarin de verdachte de twee agenten ontwaarden richtten ze hun aandacht op hen. Slachtoffer 2 hoorde de groep roepen: “Scoutoes, kankerlijers, Feyenoord Hooligans, we gaan ze dood maken”.
Slachtoffer 1 en Slachtoffer 2 wilden weglopen van de groep maar dat lukte niet. Door de groep werden vervolgens flessen en lichtjes en andere voorwerpen naar hen gegooid. Vervolgens werden ze door de groep omsingeld. Slachtoffer 2 zag in zijn ooghoeken de verdachte in een soort omtrekkende beweging om hen heen lopen. Hij voelde zich zo bedreigd dat hij besloot zijn pistool te trekken. Hij loste een waarschuwingschot maar dit had geen enkel effect. Slachtoffer 2 hoorde jongens uit de groep roepen: “Schiet dan, kankerhond”.
Uiteindelijk wisten de politieambtenaren Slachtoffer 3 en Slachtoffer 4 hen te bereiken. Rug aan rug en met getrokken wapens zijn de vier politieambtenaren in de richting van de VIP-tribune gelopen. Er werd van alles naar hen gegooid en Slachtoffer 3 kreeg daarbij een kaakslag. Uiteindelijk wisten ze de VIP tribune te bereiken.
Op grond van al het voorgaande, waarbij de getuigen gedetailleerd en consistent omtrent hun herkenning en het handelen van de verdachte hebben verklaard, komt de rechtbank tot het oordeel dat de verdachte anderen heeft aangezet tot gewelddadigheden tegen een aantal feestbezoekers en politieagenten.
Het verweer wordt verworpen.
Gelet op het hiervoor overwogene komt de rechtbank tot het oordeel dat de feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.
STRAFBAARHEID FEITEN
De bewezen feiten leveren op:
1. in het openbaar, mondeling, opruien tot gewelddadig optreden tegen het
openbaar gezag;
2. openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
De eendaadse samenloop van
3. openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
en
4. medeplegen van bedreiging met zware mishandeling;
5a. in het openbaar, mondeling, opruien tot enig strafbaar feit;
5b. in het openbaar, mondeling, opruien tot gewelddadig optreden tegen
het openbaar gezag;
6. medeplegen van eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
De feiten zijn strafbaar.
Van toepassing zijn de artikelen 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is strafbaar.
MOTIVERING MAATREGEL
De maatregel die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich in de avond/nacht van 22 augustus op 23 augustus 2009 op het strandfeest “Veronica’s Sunset Grooves” te Hoek van Holland schuldig gemaakt aan het plegen van openlijk geweld. Hij maakte deel uit van een groep die op die avond feestgangers in elkaar heeft geslagen. Personen uit die groep hebben daarbij krachtig met de vuist willekeurige slachtoffers tegen rug en achterhoofd geslagen. Tijdens de vechtpartij, werden leuzen gescandeerd als ‘Rotterdam Hooligans’ en ‘Joden’. De verdachte heeft daarbij zelf ook minstens een persoon, zonder aanleiding en zonder pardon, geslagen.
Door zo te handelen heeft de verdachte een forse inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers.
Dit is een ernstig feit. Voor de slachtoffers moet het een schokkende ervaring zijn geweest te worden aangevallen. Slachtoffers van dergelijke geweldsmisdrijven zullen naast het fysieke letsel, de nadelige psychische gevolgen ervan ondervinden. De ervaring leert dat deze gevolgen zich nog enige tijd kunnen manifesteren.
Verder heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan opruiing tot bedreiging en mishandeling van, alsmede tot openlijk geweld tegen negroïde bezoekers en tegen politieagenten op datzelfde strandfeest. De verdachte heeft anderen opgehitst om gewelddadig op te treden tegen die bezoekers en die agenten door die anderen te mobiliseren en in woord en daad aanwijzingen te geven. Hierbij heeft de verdachte zich tevens schuldig gemaakt aan openlijk geweld tegen en bedreiging van politieagenten op datzelfde strandfeest door die agenten in het nauw te drijven, in te sluiten en hen achterna te lopen. Hij maakte deel uit van een grote groep die naast het scanderen van leuzen, het uiten van doodsbedreigingen en het opdrijven van de agenten, de agenten bekogelde met verschillende voorwerpen. De agenten hebben daarbij voor hun leven gevreesd. De bijlage bij hun respectievelijke vorderingen benadeelde partij beschrijft de angst en paniek die zich van hen meester maakte. Zij hadden het gevoel in een oorlog te zijn terechtgekomen en betwijfelden of zij hun familie nog zouden zien.
Ook heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan belediging van twee van voornoemde politieagenten gedurende de rechtmatige uitoefening van hun werk op datzelfde strandfeest door hen onder meer toe te voegen: kankerlijer, kankerjoden, scoutoes en kankerwouten.
Het is vooral door het handelen van de verdachte dat het die bewuste nacht zo uit de hand is gelopen. De verdachte heeft anderen aangezet tot geweld zowel tegen de politieagenten als tegen negroïde bezoekers van het feest. De rechtbank rekent hem dat zwaar aan. Voor velen is dat wat een plezierig feest had kunnen zijn, geëindigd in een vervelende en angstige ervaring. De verdachte heeft door zijn handelwijze hieraan bijgedragen. Bovendien heeft hij door die handelwijze het gezag van de politiefunctionarissen ernstig ondermijnd en hen in hun goede naam en eer aangetast.
Opruiing tot gewelddadig optreden, openlijke geweldpleging en bedreiging zijn ernstige strafbare feiten die niet alleen gevoelens van onveiligheid en angst in het leven roepen bij de slachtoffers, maar ook bij degenen die er getuige van zijn.
Enige maanden voorafgaand aan het bovenstaande heeft de verdachte zich eveneens schuldig gemaakt aan opruiing van Feyenoord-supporters tegen politieagenten.
De verdachte heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan misdrijven waarvoor – met uitzondering van feit 6 – voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het omvangrijke uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 18 maart 2010 omtrent de verdachte blijkt dat hij sinds 2000 zeer regelmatig met politie en justitie in aanraking is gekomen. Het strafblad van de verdachte telt thans 23 pagina’s. Ook blijkt hieruit dat de verdachte in de vijf jaren voorafgaand aan de feiten die de rechtbank thans bewezen heeft verklaard, vele malen (en aldus meer dan driemaal) wegens verschillende misdrijven, waaronder soortgelijke geweldsdelicten, onherroepelijk, tot een vrijheidsbenemende straf is veroordeeld. De onderhavige feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen.
Omtrent de verdachte is op 4 september 2009 door O. Stijger, reclasseringwerker bij Bouman GGZ reclassering gerapporteerd. Op 1 maart 2010 is door mevrouw Y.Y. Tjao, reclasseringswerker bij Bouman GGZ reclassering nader over de verdachte gerapporteerd. Hierin worden als criminogene factoren onder meer alcohol en cocaïnegebruik, denkpatronen, gedrag en vaardigheden en houding van de verdachte aangemerkt. Een inschatting van het recidiverisico is niet mogelijk gebleken, omdat de verdachte het ten laste gelegde ontkent. Gesteld kan worden dat de verdachte zeer geregeld in aanraking komt met justitie en dat hij dan geregeld onder invloed van middelen verkeert. Behandeling van zijn middelengebruik bij Bouman GGZ wordt noodzakelijk geacht. De verdachte wil bewust weinig kwijt over zijn sociale omgeving. De verdachte lijkt zich in een omgeving te bevinden waarbij men aan delicten als openbare geweldpleging een bepaalde status ontleent en waarin geweld de norm lijkt te zijn. Er is sprake van beperkte zelfcontrole en problemen op het gebied van agressieregulatie. Behandeling gericht op deze problematiek is noodzakelijk en zal plaats moeten vinden in het Dok. Vanwege de pro-criminele houding die naar voren komt uit bovenstaande, en zijn denkpatronen, gedrag en vaardigheden acht de reclasseringswerker de training Cognitieve Vaardigheden geïndiceerd. Tijdens eerdere begeleiding bleek de verdachte niet in staat afspraken na te komen en werd om deze reden meerdere keren een verplicht reclasseringstoezicht retour gezonden. De verdachte is een veelpleger en op basis van zijn reeds opgebouwde strafblad en eerdere pogingen die zijn ondernomen (zoals voorwaardelijke veroordelingen), maar geen resultaat hebben gehad, komt hij in aanmerking voor de ISD-maatregel. Vanuit hulpverleningsoogpunt ziet de reclassering hier geen contra-indicatie voor.
De rechtbank heeft gelet op de rapportage d.d. 26 november 2009 van drs. J.J. van der Weele, psycholoog.
Eveneens heeft de rechtbank kennis genomen van de rapportage d.d. 20 oktober 2009 van dr. B.A. Blansjaar, psychiater.
De raadsman van de verdachte heeft afwijzing van de vordering van de officier van justitie tot oplegging van de ISD maatregel bepleit. Volgens de raadsman wordt in het reclasseringsrapport aangegeven dat de verdachte nog niet eerder behandeling heeft ondergaan. De verdachte geeft aan bereid te zijn een behandeling te ondergaan. De reclassering heeft in haar rapportage vermeld welke trainingen in aanmerking komen. Vervolgens wordt dan uit het niets, aldus de raadsman, gesteld dat deze trainingen ook binnen een ISD-traject vorm kunnen krijgen. Daarnaast ziet de verdediging een sterke contra-indicatie voor de oplegging van een ISD-maatregel in het door de psycholoog Van der Weele opgemaakte rapport. De psycholoog heeft in zijn rapportage expliciet opgemerkt dat er – behalve het feit dat de verdachte langer van de straat is - geen meerwaarde wordt gezien indien de ISD-maatregel wordt opgelegd. De psychiater Blansjaar adviseert evenmin tot oplegging van de ISD-maatregel.
Gelet echter op het door hem steeds weer veroorzaakte leed en de door hem veroorzaakte overlast en schade staat thans het belang van de samenleving voorop. De veiligheid van personen of goederen vereist, mede gelet op al hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, dat aan de verdachte wordt opgelegd de maatregel plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de maximale duur van twee jaren, zonder aftrek van de duur van de ondergane inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis.
De rechtbank heeft daarbij mede gelet op de ernst van de begane feiten en de veelvuldigheid van de voorafgaande veroordelingen. De vele tot op heden aan de verdachte opgelegde - veelal korte dan wel deels voorwaardelijke - gevangenisstraffen en reclasseringscontacten hebben er, mede blijkens hiervoor weergegeven reclasseringsrapportage, niet toe geleid dat hij zijn gedrag heeft veranderd. Er moet derhalve ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan. De veiligheid van personen of goederen eist dan ook dat aan de verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de maximale duur van twee jaren wordt opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank oplegging van de ISD-maatregel passend en geboden met betrekking tot de feiten 1 tot en met 5 welke daar de mogelijkheid toe bieden. Dit geldt eveneens voor de door de officieren van justitie gevorderde tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel als bedoeld in artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank stelt de termijn daarvoor op maximaal twaalf maanden na het onherroepelijk worden van dit vonnis.
VORDERING TENUITVOERLEGGING
Bij het op tegenspraak gewezen vonnis d.d. 2 april 2009 van de politierechter van deze rechtbank is de verdachte veroordeeld tot 30 dagen gevangenisstraf voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.
De proeftijd is op grond van artikel 14b, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht ingegaan op 17 april 2009. De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd.
Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
In beginsel kan daarom de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. Het wordt evenwel van belang geacht dat de verdachte zo spoedig mogelijk met de uitvoering van de hem opgelegde ISD-maatregel kan beginnen. De vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 10/691278-08 zal derhalve worden afgewezen.
VORDERING BENADEELDE PARTIJ / SCHADEVERGOEDINGSMAATREGEL
Als benadeelde partijen hebben zich door tussenkomst van de raadsvrouwe mr. Van der Klauw, advocaat te Rotterdam, in het geding gevoegd ter vordering van vergoeding van immateriële schade bij wijze van voorschot tot een bedrag van € 200,= ter zake van de feiten 3 tot en met 6, als in onderstaande tabel opgenomen:
Volgnr. Naam Woonplaats Immaterieel
1 Slachtoffer 1 Rotterdam € 200,--
2 Slachtoffer 2 Rotterdam € 200,--
3 Slachtoffer 3 Rotterdam € 200,--
4 Slachtoffer 4 Rotterdam € 200,--
De officieren van justitie hebben geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen tot een bedrag van € 200,-- als voorschot op een immateriële schadevergoeding. Voorts hebben zij gevorderd aan de verdachte de maatregel van schadevergoeding op te leggen tot een bedrag van 200,--.
De verdediging heeft betoogd de vorderingen van de benadeelde partijen af te wijzen nu de hoogte van de gestelde schade niet kan worden vastgesteld.
De rechtbank overweegt daartoe dat de gevorderde bedragen strekken tot vergoeding van een gedeelte van de schade die de benadeelde partijen rechtstreeks hebben geleden door het onder 3 tot en met 6 bewezenverklaarde, en voorts dat de vorderingen ten aanzien van die bedragen van eenvoudige aard zijn, zodat zij zich lenen voor toewijzing.
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partijen als gevolg van de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoedingen de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen, zullen de vorderingen als voorschot worden toegewezen.
Nu de verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend - de feiten 2, 3 en 4 - samen met meerdere mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader(s) de benadeelde partijen betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partijen van deze betalingsverplichting bevrijd.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Tevens wordt telkens oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Gelet is op de artikelen 24c, 36f, 38m, 38n, 38s, 47, 131, 141, 266, 267 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
verklaart de officieren van justitie ontvankelijk in de vervolging;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte terzake hiervan strafbaar;
gelast dat de verdachte wordt geplaatst in een inrichting voor stelselmatige daders voor de
duur van 2 (twee) jaren;
bepaalt dat de rechtbank over 12 (twaalf) maanden na het onherroepelijk worden van deze uitspraak door het Openbaar Ministerie wordt bericht over de wenselijkheid of noodzakelijkheid van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders;
wijst de vorderingen van de benadeelde partijen als voorschot toe als opgenomen in onderstaande tabel en veroordeelt de verdachte deze bedragen tegen kwijting te betalen eveneens als opgenomen in onderstaande tabel, met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededader(s) betalen de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd;
veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partijen voornoemd te betalen de bedragen zoals in onderstaande tabel opgenomen, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van het aantal dagen zoals eveneens opgenomen in onderstaande tabel, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader(s), tevens geldt als betaling aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd;
Nr. Naam wonende Bedrag zegge vervangende hechtenis
1 Slachtoffer 1 Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
2 Slachtoffer 2 Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
3 Slachtoffer 3 Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
4 Slachtoffer 4 Rotterdam € 200,-- Tweehonderd euro 4 dagen
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis d.d. 2 april 2009 van de politierechter van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Van der Groen, voorzitter,
en mrs. Rapmund en Van der Stroom, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Wilsing, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 april 2010.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage bij vonnis van 20 april 2010:
TEKST GEWIJZIGDE TENLASTELEGGING
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij
op of omstreeks 17 mei 2009 te Rotterdam
in het openbaar, te weten op/nabij de Hilledijk, mondeling of bij geschrift of
afbeelding, tot een of meer strafba(a)r(e) feit(en) (te weten openlijke
geweldpleging en/of mishandeling en/of wederspannigheid (tegen (groepsleden
van) de Mobiele Eenheid)), althans tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig
optreden tegen het openbaar gezag heeft opgeruid, immers heeft verdachte
voorafgaande aan en/of gedurende een identiteitscontrole van aldaar aanwezige
perso(o)n(en) door (groepsleden van) de Mobiele Eenheid
- zich met de rug naar (die groepsleden van) de Mobiele Eenheid opgesteld en/of
- (vervolgens) naar/tegen (de overige) aldaar aanwezige perso(o)n(en) (met
luide stem) geroepen en/of gesproken: "Dit pikken we niet, we pakken ze",
althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- (daarbij) met zijn armen (heftig) zwaaiende bewegingen gemaakt en/of zijn
armen in de lucht geheven (gehouden);
(art. 131 Wetboek van Strafrecht)
2.
(610336-09, Zaak Bar)
hij
in of omstreeks de periode van 22 augustus tot en met 23 augustus 2009
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,, op of aan de openbare weg, te weten
op/nabij het strand van Hoek van Holland, in elk geval op of aan een openbare
weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer
(vooralsnog) onbekend gebleven perso(o)n(en) (bezoekers van het feest
"Veronica's Sunset Groove"),
welk geweld bestond uit het meermalen, althans eenmaal, (telkens):
- zich opdringen aan/tegen en/of omsingelen/insluiten van die/dat onbekend
gebleven perso(o)n(en) en/of
- (vervolgens) achtervolgen/achternalopen van die onbekend gebleven
perso(o)n(en) en/of
- duwen van/tegen die onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of
- dreigend opheffen van (een) arm(en) en/of vuist(en) en/of (daarbij) (luid)
scanderen en/of roepen van de woorden: "Rotterdam Hooligans" en/of
"Joden", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- trappen en/of schoppen in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd
en/of het lichaam van die/dat onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of
- slaan en/of stompen in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of
het lichaam van die onbekend gebleven perso(o)n(en);
(art. 141 Wetboek van Strafrecht)
3.
(610336-09, Zaak Caroussel)
hij
in of omstreeks de periode van 22 augustus 2009 tot en met 23 augustus 2009
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
op of aan de openbare weg, te weten op/nabij het strand van Hoek van Holland,
in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft
gepleegd tegen Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 en/of een of meer (andere)
politieambtena(a)r(en) en/of politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage
, welk geweld bestond uit het:
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- zich opdringen aan/tegen en/of omsingelen/insluiten van die Slachtoffer 1 en/of
Slachtoffer 2 en/of (andere) politieambtena(a)r(en) en/of politieambtenaren zoals genoemd in de
aangehechte bijlage en/of
- tot dichtbij naderen en/of achtervolgen/achternalopen van die Slachtoffer 1 en/of
Slachtoffer 2 en/of (andere) politieambtena(a)r(en) en/of politieambtenaren zoals genoemd in de
aangehechte bijlage en/of
- dreigend opheffen van (een) arm(en) en/of vuist(en) en/of (daarbij) (luid)
scanderen en/of roepen van de woorden: "Rotterdam Hooligans" en/of "Joden"
en/of "Maak ze dood, ze gaan eraan" en/of "Schiet me maar" en/of
"kankerwouten", althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- gooien en/of werpen van een of meer glas/glazen en/of beker(s) bier en/of
(met zand gevulde) fles(sen) en/of lampje(s)/lichtje(s) en/of (andere)
voorwerp(en) naar en/of in de richting van die Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2 en/of
(andere) politieambtena(a)r(en) en/of politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte
bijlage;
(art. 141 Wetboek van Strafrecht)
4.
(610336, Zaak Carrousel)
hij
in of omstreeks de periode van 22 augustus 2009 tot en met 23 augustus 2009
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2, zijnde (beiden) (een) politieambtena(a)r(en) en/of
politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage,
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of een of
meer van zijn mededader(s) opzettelijk dreigend:
- zijn/hun vuist(en) getoond en/of (vervolgens) die Slachtoffer 1 en/of die Slachtoffer 2
omsingeld, althans ingesloten, in ieder geval dreigend (tot dichtbij) op
die Slachtoffer 1 en/of die Slachtoffer 2 afgelopen en/of (vervolgens) die Slachtoffer 1 en/of die
Slachtoffer 2 achtervolgd/achternagelopen en/of (vervolgens)
- een of meer glas/glazen en/of beker(s) bier en/of (met zand gevulde)
fles(sen) en/of lampje(s)/lichtje(s) en/of (andere) voorwerp(en) gegooid
naar en/of in de richting van die politie-ambtena(a)r(en) en/of politieambtenaren zoals
genoemd in de aangehechte bijlage en/of
(daarbij) die Slachtoffer 1 en/of die Slachtoffer 2 dreigend de woorden toegevoegd: "Jullie
gaan dood" en/of "We gaan ze pakken, kop eraf hakken" en/of "Maak ze dood, ze
gaan eraan", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(artt. 285 jº 47 Wetboek van Strafrecht)
5.
(610336-09, Zaak Carrousel)
hij
in of omstreeks de periode van 22 augustus 2009 tot en met 23 augustus 2009
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, tot een of meer
strafbare feit(en) (te weten bedreiging en/of mishandeling van en/of openlijke
geweldpleging tegen een of meer (negroïde) bezoeker(s) van het feest
"Veronica's Sunset Groove" en/of (aldaar aanwezige) politieambtena(a)r(en) en/of politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage,
althans tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar
gezag heeft opgeruid, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van)
zijn mededader(s) tijdens een (dans)feest ("Veronica's Sunset Groove")
- een of meer (aldaar aanwezige) perso(o)n(en) opgehitst tegen die (negroïde)
bezoeker(s) (door deze perso(o)n(en) te benaderen en/of op de schouders te
slaan en/of (vervolgens) aan te spreken en/of te mobiliseren en/of
aanwijzingen te geven en/of door te duwen en/of te trekken en/of aan te
springen tegen en/of te wijzen naar die (negroïde) bezoeker(s)) en/of
- een of meer (aldaar aanwezige) perso(o)n(en) opgehitst tegen die
politieambtenaren en/of politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage
(door deze perso(o)n(en) te benaderen en/of op de schouders
te slaan en/of (vervolgens) aan te spreken en/of te mobiliseren en/of
aanwijzingen te geven en/of te kijken naar die politieambtena(a)r(en)) en/of
politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage en/of
- die politieambtena(a)r(en) en/of politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte
bijlage omsingeld, althans ingesloten, en/of (tot dichtbij genaderd en/of
- (vervolgens) naar/tegen (een/die) aldaar aanwezige perso(o)n(en) op/van dat
(dans)feest geroepen/geschreeuwd: "Scouteo"/"scotoes" en/of "Stille" en/of
"Maak ze dood, ze gaan eraan", althans woorden van gelijke aard of strekking
en/of (vervolgens) afgeteld en/of
- (daarbij) om die politie-ambtena(a)r(en)en/of politieambtenaren zoals genoemd in de
aangehechte bijlage heen gelopen en/of zwaaiende en/of
slaande bewegingen gemaakt en/of (een) arm(en) in de lucht geheven
(gehouden);
(artt. 131 jº 47 Wetboek van Strafrecht)
6.
(610336-09, Zaak Carrousel)
hij
in of omstreeks de periode van 22 augustus 2009 tot en met 23 augustus 2009
te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk beledigend een of meer ambtena(a)r(en),
te weten Slachtoffer 1 en/of Slachtoffer 2,
zijnde (beiden) (een) politieambtena(a)r(en) en/of politieambtenaren zoals genoemd in de aangehechte bijlage, gedurende en/of ter zake van de
rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, en/of in diens/dier
tegenwoordigheid mondeling heeft/hebben toegevoegd de woorden: "Kankerlijer,
schiet me maar" en/of "Kankerjoden" en/of "Scouteo"/"scotoes" en/of
"Kankerwouten", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;