ECLI:NL:RBROT:2010:BM2406
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep op matiging van contractuele boete bij ontbinding koopovereenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 maart 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers en gedaagden over de matiging van een contractuele boete die voortvloeit uit de ontbinding van een koopovereenkomst. Eisers, wonende te Berkel en Rodenrijs, hebben de gedaagden, wonende te Capelle aan den IJssel, aangeklaagd met het verzoek om matiging van de boete die was vastgesteld op € 24.800,--. De rechtbank heeft vastgesteld dat de daadwerkelijk door eisers geleden schade € 17.691,81 bedraagt, wat meer dan tweederde van de gevorderde boete is. De rechtbank heeft daarbij de criteria voor matiging van de boete, zoals vastgelegd in artikel 6:94 BW, in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de billijkheid een matiging van de boete eist, en heeft de boete uiteindelijk gematigd tot € 20.000,--. Daarnaast heeft de rechtbank de wettelijke rente over dit bedrag toegewezen vanaf 1 mei 2008, omdat gedaagden de verschuldigdheid daarvan niet hebben betwist. Tevens zijn de buitengerechtelijke kosten van eisers, ter hoogte van € 892,50, toegewezen, omdat gedaagden deze vordering niet hebben weersproken. Gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van eisers, die zijn vastgesteld op € 560,-- aan vast recht, € 85,44 aan overige verschotten en € 1.447,50 aan salaris voor de advocaat. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.