ECLI:NL:RBROT:2010:BM5168
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Opheffing beslag wegens misbruik van recht in kort geding tussen Hypocasso B.V. en AHZ Autobedrijven B.V.
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 15 april 2010, heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in een kort geding tussen Hypocasso B.V. en AHZ Autobedrijven B.V. Hypocasso, als eiseres, vorderde de opheffing van een beslag dat door AHZ was gelegd op een appartement dat eigendom was van [P]. De achtergrond van het geschil ligt in een hypothecaire geldleningsovereenkomst tussen [P] en Moneyou B.V., waarbij Moneyou een recht van eerste hypotheek had verkregen op het appartement. Door betalingsachterstanden van [P] was de hypothecaire lening opeisbaar geworden, en Moneyou had Hypocasso gemachtigd om haar vordering te executeren.
De voorzieningenrechter oordeelde dat Hypocasso voldoende aannemelijk had gemaakt dat het handhaven van het beslag door AHZ misbruik van recht opleverde. De opbrengst van het appartement bij een executoriale verkoop zou aanzienlijk lager zijn dan bij een onderhandse verkoop, wat zou leiden tot aanzienlijke schade voor zowel [P] als Moneyou. AHZ had niet aangetoond dat zij enig reëel belang had bij het handhaven van het beslag, en de voorzieningenrechter concludeerde dat het belang van AHZ niet rechtens te respecteren was.
Het vonnis hield in dat het beslag op het appartement werd opgeheven, en dat indien AHZ niet meewerkte aan de doorhaling van het beslag, het vonnis in de plaats zou treden van de door AHZ te verlenen medewerking. AHZ werd ook veroordeeld in de kosten van het geding. Dit vonnis is een belangrijke uitspraak in het kader van het civiele recht, waarin de grenzen van het executierecht en de bescherming van de belangen van schuldenaren worden belicht.