ECLI:NL:RBROT:2010:BM7153

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/600082-09
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Boven
  • A. Sikkel
  • C. de Beaufort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van diefstal en vrijlaten van nertsen uit nertsenfokkerij

Op 9 juni 2010 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van betrokkenheid bij de diefstal van nertsen uit een nertsenfokkerij. De zaak kwam voor de meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij het onderzoek op de terechtzitting plaatsvond op 26 mei 2010. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten en een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De verdediging pleitte echter voor vrijspraak, stellende dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de dierenbevrijdingsactie.

De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging onvoldoende feitelijk was uitgewerkt, met name met betrekking tot de beschuldigingen van vernieling van het hek rondom de nertsenfokkerij. De rechtbank stelde vast dat de verdachte niet in de buurt van de nertsenfokkerij was geweest ten tijde van de feiten en dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de diefstal of het vrijlaten van de nertsen. De rechtbank verklaarde de dagvaarding voor het onder 3 ten laste gelegde feit nietig en sprak de verdachte vrij van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.

Daarnaast werden de benadeelde partijen, waaronder de nertsenfokkerij, niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat aan de verdachte geen straf of maatregel was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van de benadeelde partijen enkel bij de burgerlijke rechter konden worden ingediend. De kosten van de verdediging werden op nihil vastgesteld, aangezien de benadeelde partijen niet-ontvankelijk waren verklaard. Dit vonnis werd uitgesproken door de rechters M. van Boven, A. Sikkel en C. de Beaufort, in aanwezigheid van griffier mr. Balk.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector strafrecht
Parketnummer: 10/600082-09
Datum uitspraak: 9 juni 2010
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1989 te [plaats],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres [adres],
raadsman mr. J.P.J. Botterblom, advocaat te Arnhem.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 26 mei 2010.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
Het ten laste gelegde komt er op neer dat de verdachte:
1) primair: al dan niet samen met een ander een aantal nertsen en sleutels heeft gestolen van een nertsenfokkerij, subsidiair die nertsen en sleutels heeft weggemaakt;
2) al dan niet samen met een ander 2500 nertsen heeft weggemaakt door de deuren van de kooien open te maken;
3) al dan niet samen met een ander een schutting of een hek rondom die nertsenfokkerij heeft vernield.
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. Zonneveld heeft gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met
aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee
jaar.
HET STANDPUNT VAN DE RAADSMAN
Namens de verdachte heeft de raadsman vrijspraak voor alle ten laste gelegde feiten bepleit, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte – op welke manier dan ook – bemoeienis heeft gehad bij de dierenbevrijdingsactie op de nertsenfarm te [plaats].
Hij heeft daartoe – kort samengevat – aangevoerd dat er geen serieus onderzoek is gedaan naar de optie dat de tweede persoon als bedoeld in het artikel in de Revu een andere vrouw is dan de verdachte, of naar de optie dat deze persoon bijvoorbeeld een man is geweest. Voorts heeft de raadsman bepleit dat er in het opsporingsonderzoek conclusies zijn getrokken die niet getrokken hadden mogen worden, dat uit de historische printgegevens van de mobiele telefoon van de verdachte geen belastende feiten blijken anders dan dat de verdachte en de medeverdachte [naam medeverdachte] enige dagen voorafgaand aan de actie in elkaars omgeving hebben verkeerd en dat de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] onbetrouwbaar zijn.
GELDIGHEID DAGVAARDING MET BETREKKING TOT HET ONDER 3 TENLASTEGELEGDE
Ambtshalve wordt het volgende overwogen.
In de tenlastelegging is niet feitelijk uitgewerkt hoe het hek zou zijn vernield, beschadigd of onbruikbaar gemaakt. Onder ‘vernielen, beschadigen of onbruikbaar maken’ kunnen gedragingen van uiteenlopende aard vallen. Niet duidelijk is of de tenlastelegging ziet op het bekladden van het hek, het maken van gaten in de schutting of het doorknippen van het hekwerk.
Uitgangspunt is dat de verdachte moet weten tegen welke beschuldiging zij zich heeft te verweren en dat de rechter moet weten welk feit hij heeft te onderzoeken. De dagvaarding is voor wat betreft het onder 3 ten laste gelegde feit onvoldoende feitelijk en zal derhalve partieel nietig worden verklaard nu deze voor wat betreft het onder 3 ten laste gelegde feit niet voldoet aan de eisen van artikel 261, lid 1 van het Wetboek van Strafvordering.
MOTIVERING VRIJSPRAAK
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde is, anders dan door de officier van justitie is gevorderd, niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
Vastgesteld kan worden dat:
- de medeverdachte [naam] heeft verklaard dat hij de actie samen met een of meer anderen heeft uitgevoerd;
- de medeverdachte [naam] en de verdachte elkaar kennen;
- de verdachte zich waarschijnlijk voorafgaand aan de ‘bevrijdingsactie’ in de directe omgeving van de medeverdachte [naam] heeft bevonden en dat haar telefoon op de avond van de actie uit stond (printlijsten telefoons);
- de getuige [getuige 1] heeft verklaard dat de verbalisanten de verdachte maar eens moesten natrekken, dat verdachte [naam] heeft gezegd ‘ze hebben het gedaan’ en dat verdachte haar op 10 april 2009 vertelde dat ze bang was dat ze zou worden opgepakt.
Hieruit kan niet worden opgemaakt dat de verdachte zich ten tijde van het tenlastegelegde in de buurt van, laat staan op het terrein van, de nertsenfokkerij heeft bevonden.
De in de woning van de verdachte in de trap/kelderkast aangetroffen blauwe overall met daarop dierhaar die van een nerts afkomstig kan zijn doet daar niet aan af
De verdachte heeft ter terechtzitting ontkend iets met de actie te maken te hebben. Evenmin is er nader technisch bewijs voorhanden.
De rechtbank heeft niet de overtuiging bekomen dat de verdachte het aan haar
ten laste gelegde feit heeft begaan. De verdachte wordt daarom vrijgesproken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
VORDERING BENADEELDE PARTIJ
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: mr. H.M.W. Daamen, gemachtigde van [nertsenfokkerij], gevestigd te [plaats] [adres], terzake van de feiten 1, 2 en 3. De benadeelde partij vordert vergoeding van materiële schade tot een bedrag van € 459.199,15. Ter terechtzitting heeft de gemachtigde aangegeven eveneens de wettelijke rente vanaf het moment van het schadeveroorzakende feit tot de dag der algehele voldoening te vorderen.
Als benadeelde partij heeft zich voorts in het geding gevoegd: mr. H.M.W. Daamen, gemachtigde van [aangever], wonende te [plaats] [adres], terzake van de feiten 1, 2 en 3. De benadeelde partij vordert vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 2.500,00 en kosten voor rechtsbijstand tot een bedrag van € 1.002,81. Ter terechtzitting heeft de gemachtigde aangegeven eveneens de wettelijke rente vanaf het moment van het schadeveroorzakende feit tot de dag der algehele voldoening te vorderen.
Opgemerkt wordt dat het indienen van dergelijke vorderingen volgens de tekst van de wet mogelijk is – zelfs mondeling – tot het moment dat de officier van justitie met haar requisitoir aanvangt. Het zou zeer de voorkeur verdienen indien vorderingen als de onderhavige, waarbij een zeer fors bedrag wordt gevorderd en waarbij diverse bijlagen en producties zijn overgelegd, enige dagen voorafgaand aan de zitting aan de rechtbank, de officier van justitie en de verdediging worden gezonden. Dit komt de procesorde ten goede.
De benadeelde partijen [nertsenfokkerij] en [aangever] zullen in diens vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd.
Nu de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen de benadeelde partijen [nertsenfokkerij] en [aangever] worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
BESLISSING
De rechtbank:
verklaart de dagvaarding nietig voor zover het betreft het onder 3 tenlastegelegde;
verklaart de dagvaarding voor het overige geldig;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan verdachte van:
- 1.00 STK Breekijzer
- 1.00 STK Betonschaar Kl:zwart
- 1.00 STK Breekijzer Kl:blauw
verklaart de benadeelde partijen [nertsenfokkerij] en [aangever] niet-ontvankelijk in de respectievelijke vorderingen en bepaalt dat die vorderingen slechts kunnen worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdedi¬ging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Van Boven, voorzitter,
en mrs. Sikkel en De Beaufort, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Balk, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 juni 2010.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bij vonnis van 9 juni 2010:
TEKST GEWIJZIGDE TENLASTELEGGING
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
primair
zij op of omstreeks 15 maart 2009 te [plaats]
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
tien, althans vijf, althans één of meer nerts(en) en/of
een of meer sleutel(s) en/of (een) sleutelbos(sen), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [nertsenfokkerij] in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en / of haar mededader(s), waarbij
verdachte en / of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van inklimming, te weten door over een omheining te klimmen;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden
zij op of omstreeks 15 maart 2009 te [plaats], althans Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk tien, althans vijf, althans één of meer nerts(en), in elk geval enig dier, en/of een sleutelbos/sleutels, althans enig goed, welke nertsen/dier(en) en/of sleutelbos/sleutels/goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan [nertsenfokkerij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zin mededader(s), heeft weggemaakt door de nertsen in (een) tas(sen) te doen en/of die nertsen en/of sleutels vanaf de [nertsenfokkerij] te brengen naar een andere locatie en/of die nertsen uit de tas(sen) te laten en/of die nertsen weg te laten lopen en/of door die sleutelbos/sleutel(s) weg te gooien;
(artikel 350 lid 2 Sr)
2.
zij op of omstreeks 15 maart 2009 te [plaats] tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en
wederrechtelijk 2500, althans één of meer nerts(en), in elk geval enig dier,
geheel of ten dele toebehorende aan [nertsenfokkerij] in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), heeft
weggemaakt door de deuren van de kooien, althans de onderkomens van voornoemde
nertsen open en/of los te maken;
(artikel 350 Wetboek van Strafrecht)
3.
zij op of omstreeks 15 maart 2009 te [plaats] tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en
wederrechtelijk een schutting, althans een hek, althans een afrastering, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [nertsenfokkerij] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar
mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(artikel 350 Wetboek van Strafrecht)