Parketnummer: 10/701032-10
Datum uitspraak: 15 juni 2010
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte]
geboren op [datum] te [plaats]
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres [adres],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie Hoogvliet,
raadsman mr. N.C. van Bellen, advocaat te Rotterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 1 juni 2010.
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
Het ten laste gelegde komt er op neer dat de verdachte in de periode van 1 september 2008 tot en met 25 januari 2010 zijn minderjarige stiefdochter seksueel heeft misbruikt; dat hij in de periode van 1 januari 2008 tot en met 25 januari 2010 268 pornografische afbeeldingen van zijn minderjarige stiefdochter heeft gemaakt; en dat hij zijn stiefdochter op 1 maart 2009 heeft mishandeld.
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. Van den Berg heeft gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de Stichting Reclassering Nederland, ook als dat inhoudt het volgen van een therapieprogramma voor seksuele delinquenten, alsmede een contactverbod met het slachtoffer.
BEWIJSMOTIVERING EN BEWEZENVERKLARING
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in de tenlastegelegde periode te [plaats] meermalen de vagina van zijn minderjarige stiefdochter [naam] heeft gelikt en betast terwijl zij toen zijn minderjarig stiefkind was. Ook heeft hij erkend dat hij in de tenlastegelegde periode te [plaats] meermalen haar (blote) borsten en billen heeft betast. Daarnaast heeft de verdachte erkend dat hij in de tenlastegelegde periode een groot aantal foto’s van [naam] heeft gemaakt, waarop zij op zijn aanwijzingen naakt of gedeeltelijk naakt heeft poseerd in erotisch getinte houdingen. [naam] moest voorts één keer volledig naakt poseren en met haar beide handen haar schaamlippen uit elkaar trekken. Zij was gedurende de periode dat dit alles is voorgevallen nog geen 18 jaar oud. De foto’s zijn door de verdachte opgeslagen op een computer een cd-rom en een GSM.
De verklaring van de verdachte komt overeen met de aangifte van [naam].
De verdachte heeft ontkend dat hij, zoals ten laste is gelegd, in totaal 268 pornografische foto’s van [naam] heeft gemaakt en heeft aangevoerd dat dit er maximaal 50 zijn geweest maar dat er mogelijk ook dubbele afbeeldingen kunnen zijn omdat hij een aantal van de foto’s bewerkt heeft.
De rechtbank houdt het er voor dat het aantal door de politie aangetroffen foto’s klopt omdat zij geen aanwijzingen heeft dat het proces-verbaal daaromtrent onjuist is, terwijl de verdachte onzeker is over het aantal foto’s dat op de gegevensdragers zou staan.
Het kinderpornografische karakter van de afbeeldingen – zoals in de tenlastelegging in feitelijke bewoordingen is uitgewerkt – is door de verdachte erkend.
Daarnaast heeft [naam] verklaard dat de verdachte haar op 1 maart 2009 te [plaats] in haar gezicht en tegen haar arm heeft geslagen. Ook heeft zij verklaard dat de verdachte haar tegen haar (rechter) been heeft geschopt.
De verdachte heeft op de terechtzitting bekend dat hij [naam] heeft geslagen.
De verdachte kan zich niet herinneren of hij [naam] ook heeft geschopt.
Gelet echter op de verklaring van [naam], die wordt bevestigd door de verklaring van haar zus, inhoudende dat zij zag dat [naam] door [naam] werd geschopt op haar rechterbeen, wordt ook dit onderdeel bewezen geacht.
Gelet op het bovenstaande is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van 1 september 2008 tot en met 25 januari 2010 te [plaats] met zijn minderjarig stiefkind, te weten [naam], geboren op [datum], meermalen ontucht heeft gepleegd, namelijk het meermalen
- likken aan de blote vagina van die [naam] en
- betasten van de vagina van die [naam] en
- betasten van de (blote) borsten en de billen van die [naam];
2.
hij in de periode van 1 augustus 2008 tot en met 25 januari 2010 te [plaats], meermalen afbeeldingenen/of gegevensdragers te weten één harddisk van een computer en 22 diskettes en cd-roms en een GSM, bevattende 268 afbeeldingen, heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit :
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon (te weten [naam], geboren op [datum]) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon in erotisch getinte houdingen poseert die niet bij haar leeftijd passen en waarbij door camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die persoon nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en borsten in beeld gebracht worden en
- het geheel naakt (laten) poseren van een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (te weten[naam], geboren op [datum]) waarbij deze persoon met beide handen haar schaamlippen uit elkaar trekt;
3.
hij op 01 maart 2009 te [plaats] opzettelijk mishandelend zijn stiefkind, te weten [naam], in haar gezicht en tegen haar arm heeft geslagen en tegen haar (rechter)been heeft geschopt , waardoor deze pijn heeft ondervonden;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De bewezen feiten leveren op:
1. ontucht plegen met zijn minderjarig stiefkind, meermalen gepleegd;
2. een afbeelding en gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
3. mishandeling.
De feiten zijn strafbaar.
De verdachte is strafbaar.
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft gedurende een periode van bijna anderhalf jaar meerdere malen seksuele handelingen gepleegd met zijn minderjarige stiefdochter [naam]. De verdachte heeft [naam] aan haar vagina gelikt en onder meer haar vagina en borsten betast. Daarnaast heeft de verdachte 268 foto’s van [naam] gemaakt, waarop zij naakt of deels naakt in erotische posities stond afgebeeld. Toen het misbruik begon was [naam] slechts 14 jaar oud.
Dit zijn zeer kwalijke feiten. De verdachte heeft op ernstige wijze de lichamelijke integriteit van een kind geschonden. Daarbij heeft de verdachte misbruik gemaakt van zijn overwicht als stiefvader en het vertrouwen dat kinderen in hun verzorgers moeten kunnen hebben op grove wijze geschonden. Dit terwijl een kind zich juist veilig en beschermd hoort te voelen in gezinsverband. Daarnaast heeft de verdachte [naam] de kans ontnomen op een normale seksuele ontwikkeling, die in haar eigen tempo en op haar eigen voorwaarden had moeten plaatsvinden. De ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke feiten nog jarenlang ernstige psychische gevolgen ondervinden van hetgeen hen is overkomen. Uit de schriftelijke verklaring van [naam] blijkt dat zij in de periode dat het misbruik plaatsvond in angst en onzekerheid heeft geleefd en dat de gebeurtenissen een negatief effect hebben gehad op haar relatie met haar moeder. Dit alles is een rechtstreeks gevolg van het handelen van de verdachte en dit wordt hem ernstig aangerekend. Daarnaast neemt de rechtbank in aanmerking dat de verdachte [naam] mishandeld.
Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van geruime duur.
Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf is in aanmerking genomen dat hij blijkens het op zijn naam gesteld uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 27 januari 2010 niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Uit het door drs. B.F. Hoek, klinisch psycholoog, over de verdachte uitgebrachte rapport d.d. 4 mei 2010, blijkt het volgende. De verdachte lijdt aan pedofilie en aan een persoonlijkheidsstoornis NAO met ontwijkende, afhankelijke en borderline trekken. Ook is sprake van misbruik van alcohol. De psycholoog acht de verdachte volledig toerekeningsvatbaar. Daarnaast blijkt uit de rapportage dat de verdachte weinig zelfinzicht heeft, waardoor in soortgelijke omstandigheden de kans bestaat op herhaling. Geconcludeerd wordt dat deelname aan een training voor seksuele delictplegers aangewezen is, met daaraan gekoppeld een verplicht reclasseringscontact met een maximale proeftijd om te voorkomen dat de verdachte de therapie vroegtijdig zal verlaten.
Over de verdachte is voorts door Reclassering Nederland een voorlichtingsrapport opgemaakt d.d. 13 april 2010. Daarin wordt geconcludeerd dat de verdachte meer verantwoordelijkheid zou mogen nemen voor het delictgedrag en weinig oog toont voor de gevolgen van het ontucht voor het slachtoffer. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog gemiddeld. Reclassering Nederland acht een behandeling voor seksuele delinquenten bij de forensisch psychiatrische polikliniek De Waag geïndiceerd. Geadviseerd wordt om aan verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen onder de bijzondere voorwaarde van een verplicht contact met de reclassering zodat het in het rapport beschreven plan van aanpak kan worden uitgevoerd. Daarnaast wordt geadviseerd om een contactverbod met het slachtoffer op te leggen.
De rechtbank onderschrijft de adviezen en acht een behandeling voor de verdachte, met daaraan gekoppeld een verplicht reclasseringscontact, noodzakelijk. Nu de verdachte nog contact onderhoudt met de moeder van het slachtoffer, recidive niet is uitgesloten en het slachtoffer in haar verklaring te kennen heeft gegeven bang te zijn dat de verdachte haar iets aan zal doen als hij vrijkomt, zal aan de verdachte tevens een contactverbod met het slachtoffer worden opgelegd.
Ten aanzien van de lengte van de proeftijd overweegt de rechtbank als volgt. Uit de rapportages blijkt dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte in de toekomst een soortgelijk misdrijf zal begaan. Gelet hierop is het van belang dat de verdachte niet vroegtijdig met de te volgen behandeling zal stoppen en dat ook na deze behandeling nog toezicht en begeleiding door de reclassering kan plaatsvinden. De rechtbank acht daarom een proeftijd van drie jaren passend.
Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 240b, 249 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van 24 (vierentwintig) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten;
stelt daarbij een proeftijd vast van 3 (drie) jaren; de tenuitvoerlegging kan worden gelast
indien:
- de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;
- de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen die zullen worden gegeven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, zolang deze instelling dit noodzakelijk vindt, welke aanwijzingen mede kunnen inhouden het volgen van een therapieprogramma voor seksuele delinquenten bij de forensische psychiatrische polikliniek De Waag of een soortgelijke instelling;
- dat de veroordeelde gedurende de proeftijd geen contact zal opnemen/onderhouden met [naam], behoudens indien dergelijk contact wordt toegestaan door de Stichting Reclassering Nederland:
verstrekt aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht aan de veroordeelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Van der Kolk, voorzitter,
en mrs. De Bruijn en Den Hollander, rechters,
in tegenwoordigheid van De Sain, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 juni 2010.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bij vonnis van 15 juni 2010:
TEKST GEWIJZIGDE TENLASTELEGGING
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot en met 25 januari 2010 te [plaats] met zijn minderjarig kind/stiefkind/pleegkind, te weten [naam], geboren op [datum], meermalen ontucht heeft gepleegd,
namelijk het meermalen, althans éénmaal (telkens)
- likken aan de (blote) vagina van die [naam] en/of
- strelen en/of betasten van de vagina van die [naam] en/of
- vastpakken en/of betasten van (blote) borsten en/of de billen van die [naam];
2.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 25 januari 2010 te [plaats], in elk geval in Nederland, één of meermalen afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende 268, in elk geval één of meerdere afbeeldingen, te weten één (harddisk van een) computer en/of 22, in elk geval één of meerdere, diskette(s) en/of (een) cd-rom(s) en/of (een) DVD('s) en/of een GSM (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldinge(n) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer):
- het (meermalen) geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon (te weten [naam], geboren op [datum]) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij deze persoon in (erotisch getinte) houdingen poseert die niet bij haar leeftijd passen en waarbij door camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die/de perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en borsten in beeld gebracht worden en/of
- het geheel naakt (laten) poseren van een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt (te weten [naam], geboren op [datum]) waarbij deze persoon met beide handen haar schaamlippen uit elkaar trekt;
3.
hij op of omstreeks 01 maart 2009 te [plaats] opzettelijk mishandelend zijn (stief)kind, althans een persoon, te weten [naam], in/tegen haar gezicht, althans tegen haar hoofd en/of tegen haar arm(en) heeft gestompt en/of geslagen en/of tegen haar (rechter)been heeft geschopt en/of getrapt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;