ECLI:NL:RBROT:2010:BM9449
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.F.G.T. Hofmeijer - Rutten
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over conservatoire beslagen en non-concurrentiebeding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 april 2010 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en de besloten vennootschap B&S Köpcke Global B.V. De zaak betreft de opheffing van conservatoire verhaalsbeslagen die door Köpcke zijn gelegd op de bankrekeningen van [eiser]. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst tussen [eiser] en Köpcke per 1 december 2008 is ontbonden, waarbij een non-concurrentiebeding van kracht is gebleven voor een periode van 12 maanden. Köpcke heeft gesteld dat [eiser] zijn geheimhoudingsverplichtingen heeft geschonden en onrechtmatig heeft gehandeld door omzet die aan Köpcke toekwam om te leiden via andere vennootschappen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Köpcke summierlijk ondeugdelijk is, omdat niet is aangetoond dat [eiser] onrechtmatig heeft gehandeld. De voorzieningenrechter heeft de conservatoire verhaalsbeslagen opgeheven, omdat [eiser] in zijn dagelijkse levensbehoeften wordt belemmerd door de beslagen. De voorzieningenrechter heeft echter het bewijsbeslag gehandhaafd, omdat dit noodzakelijk is voor de waarheidsvinding in de procedure die volgt. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.