ECLI:NL:RBROT:2010:BN3566
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- C. van Steenderen - Koornneef
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over non-concurrentiebeding en onrechtmatige daad
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 juli 2010 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Noba B.V. en verschillende gedaagden, waaronder Marvesa Rotterdam N.V. en Marvesa Oils & Fats B.V. De eiseres, Noba, heeft een vordering ingesteld op grond van een non-concurrentiebeding dat van toepassing was op gedaagde sub 3, die eerder in dienst was bij Noba en inmiddels in dienst is getreden bij gedaagde sub 1. Noba vorderde onder andere een verbod op het voortzetten van het dienstverband van gedaagde sub 3 met gedaagde sub 1, alsook een dwangsom voor elke dag dat dit verbod werd overtreden. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Noba spoedeisend was en dat het non-concurrentiebeding rechtsgeldig was overeengekomen. De rechter heeft vastgesteld dat gedaagde sub 3 het non-concurrentiebeding heeft overtreden door in dienst te treden bij een concurrent van Noba. De voorzieningenrechter heeft de eis in reconventie van gedaagde sub 3 afgewezen, omdat deze te laat was ingediend, en heeft de vordering van Noba toegewezen, met uitzondering van de vordering tot betaling van een boete. Gedaagde sub 1 en gedaagde sub 3 zijn veroordeeld in de kosten van de procedure.