ECLI:NL:RBROT:2010:BN9381
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- T. Damsteegt
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een last onder dwangsom opgelegd door de Autoriteit Financiële Markten
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 15 september 2010, wordt een verzoek om voorlopige voorziening behandeld dat is ingediend door [A] B.V. tegen een besluit van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De AFM had op 20 juli 2010 een last onder dwangsom opgelegd aan [A] B.V., waarbij de onderneming werd verplicht te stoppen met het aanbieden en beheren van overeenkomsten van beleggingsobjecten die zijn aangeboden voor een nominaal bedrag van minder dan € 50.000,- per beleggingsobject. De last onder dwangsom was verbonden aan een dwangsom van € 4.000,- per kalenderdag dat [A] niet voldeed aan de last, met een maximum van € 80.000,-.
[A] B.V. maakte bezwaar tegen dit besluit en verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter overwoog dat de vraag of de last onder dwangsom rechtmatig was, niet eenvoudig te beantwoorden was. Er werd verwezen naar eerdere jurisprudentie, waarin was geoordeeld dat een aanwijzing tot het staken van werkzaamheden met betrekking tot reeds afgesloten overeenkomsten in strijd was met artikel 1:75, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Dit artikel beoogt te waarborgen dat een aan een persoon gegeven aanwijzing niet tot aantasting van overeenkomsten tussen die persoon en derden strekt.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de last onder dwangsom als een specifieke aanwijzing moet worden beschouwd en dat de jurisprudentie met betrekking tot artikel 1:75 van de Wft ook hier van toepassing is. Gezien de twijfels over de rechtmatigheid van de last onder dwangsom, besloot de voorzieningenrechter om de last te schorsen en ook de beslissing tot openbaarmaking van de dwangsom te schorsen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening toe, schorste het bestreden besluit en veroordeelde de AFM in de proceskosten van [A] B.V. tot een bedrag van € 874,-.