Zoals verweerder ter zitting heeft bevestigd, was de directe aanleiding voor het opleggen van het huisverbod de door de vrouw aangespannen kort geding-procedure ter zake het gebruiksrecht van de woning alsook de kinderalimentatie ten behoeve van de dochter. Voor het overhandigen van de stukken ter aankondiging van deze procedure is door verweerder overwogen om een gesprek te organiseren bij het Dok of bij de reclassering, omdat de verwachting bestond dat eiser hierop agressief zou reageren. Verweerder heeft aangegeven dat er, doordat er geen goede afstemming was tussen diverse instanties, geen gesprek heeft plaatsgevonden bij de reclassering maar dat verweerder heeft gekozen voor het opleggen van het huisverbod. Verweerder heeft ter zitting desgevraagd aangegeven dat vorenbedoelde verwachting, dat eiser agressief zou kunnen reageren, gebaseerd was op de verklaringen van de vrouw, welke verklaringen bevestigd zijn door de maatschappelijk werkster die reeds bij het gezin betrokken was en door de wijkmedewerkers van de politie. Voorts heeft verweerder erop gewezen dat ook volgens de reclassering de juridische eis van de vrouw, dat zij en niet eiser het recht zal hebben in de woning te blijven wonen, eiser zou kunnen triggeren.
De rechtbank overweegt dat van de maatschappelijk werkster geen verklaringen in het dossier aanwezig zijn. Verweerder heeft de berichten van de zijde van de maatschappelijk werkster ter zitting ook niet geconcretiseerd. Voorts blijkt uit het dossier dat [persoon 2] van de reclassering zich kritisch heeft uitgelaten over het opleggen van het huisverbod. Zij heeft aangegeven haar vraagtekens te zetten bij de door de vrouw ervaren dreiging, bezien in het licht dat de vrouw al meerdere keren een ander huis aangeboden heeft gekregen maar zij die alle keren heeft geweigerd. Bovendien vindt [persoon 2] het merkwaardig dat niet gewacht is met het aanvragen van een huisverbod tot de uitkomst van een gesprek, dat zou plaatsvinden tussen haar en eiser en de vrouw.
De rechtbank overweegt dat de vrouw ter zitting heeft bevestigd dat zij een aantal keren, waaronder ook begin april 2010, vlak voor het opleggen van het huisverbod, een aangeboden woning heeft geweigerd, aangezien de woning niet aan bepaalde eisen voldeed. Hoewel de vrouw bepaalde eisen aan een woning mag stellen, overweegt de rechtbank dat de weigering van de woning vlak voor het opleggen van het huisverbod, afdoet aan de beweerde urgentie en dreiging.
Verder acht de rechtbank van belang dat eiser hulpverlening ter regulering van zijn agressie bij het Dok heeft gevolgd en hij een verplicht reclasseringscontact heeft. Nadien hebben zich geen geweldsincidenten voorgedaan. Eiser heeft verklaard dat hij zich bij een conflict op zolder terugtrekt, zoals hem bij de hulpverlening is geleerd.
Voorts is gesteld noch gebleken dat eiser in de periode voorafgaand aan het huisverbod dreigementen jegens de vrouw heeft geuit, op de momenten dat zij aangaf de relatie te willen beëindigen.
Gelet op het voorgaande bestond naar het oordeel van de rechtbank geen grond voor de verwachting van een zodanig agressieve reactie van eiser, dat dit een (ernstig vermoeden van) onmiddellijk en ernstig gevaar door de aanwezigheid van eiser in de woning voor de veiligheid van de achterblijvers opleverde.