ECLI:NL:RBROT:2010:BO1687

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/605011-07
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Boer
  • A. Blagrove
  • J. Stalenberg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geheimhoudersgesprek en vormverzuim in strafzaak tegen verdachte

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 25 oktober 2010, staat de verdachte terecht voor het valselijk opmaken van documenten en het omkopen van politieambtenaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een geheimhoudersgesprek tussen de verdachte en zijn advocaat, wat onder de bescherming van artikel 126aa van het Wetboek van Strafvordering valt. De officier van justitie heeft vrijspraak bepleit voor de eerste twee tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de documenten door misdrijf had verkregen. De rechtbank heeft deze vrijspraak gevolgd, omdat niet bewezen kon worden dat de verdachte de identiteit van een omgekochte politieambtenaar kon vaststellen.

De rechtbank heeft echter wel bewezen geacht dat de verdachte in de periode van 1 januari 2006 tot en met 11 juni 2007 meermalen valse digitale documenten heeft opgemaakt en deze heeft afgeleverd. De verdachte heeft verklaard dat hij deze documenten heeft opgesteld om een corrupte politieman te ontmaskeren, maar de rechtbank heeft geen bewijs gevonden voor deze claim. De verdachte heeft dertien valse geschriften opgesteld, die ook in de media zijn gepubliceerd, wat het vertrouwen in politie en justitie heeft geschaad.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van de in beslag genomen voorwerpen bevolen. De rechtbank heeft overwogen dat het vormverzuim, dat voortkwam uit het niet vernietigen van een telefoongesprek en sms-bericht tussen de verdachte en zijn advocaat, niet van dusdanige aard was dat het de belangen van de verdachte grovelijk heeft geschaad. De officier van justitie is ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector strafrecht
Parketnummer: 10/605011-07
Datum uitspraak: 25 oktober 2010
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1958 [geboorteplaats],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres: [woonplaats],
Raadsman: mr. J.H.C.L.M. Kuijpers, advocaat te Amsterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 11 oktober 2010.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 31 augustus 2009 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage A aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie, mr. J.W. Boogert, heeft gerekwireerd tot:
- vrijspraak van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar;
- verbeurdverklaring van de in beslag genomen voorwerpen vermeld op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen.
ONTVANKELIJKHEID OFFICIER VAN JUSTITIE
De raadsman heeft namens de verdachte aangevoerd - zakelijk weergegeven - dat de officier van justitie niet ontvankelijk is in de vervolging, omdat de met de opsporing en vervolging belaste politieambtenaren in het voorbereidend onderzoek de belangen van de verdachte grovelijk veronachtzaamd hebben en zij het recht van de verdachte op een eerlijke behandeling van zijn zaak tekort hebben gedaan. De raadsman heeft in dit verband toegelicht dat zich in het dossier een sms-bericht van een advocaat en een opgenomen telefoongesprek tussen de verdachte en die advocaat bevinden. In strijd met artikel 126aa van het Wetboek van Strafvordering (Sv) zijn deze niet vernietigd. Dit is een ernstig vormverzuim in het voorbereidend onderzoek. De raadsman heeft verder gesteld dat er bewust is gestuurd en is tactisch gewerkt met de inhoud van dit sms-bericht en het telefoongesprek door de politie. Dit blijkt onder meer uit de afspraak van de verdachte bij een advocatenkantoor. De inhoud van het sms bericht en telefoongesprek betrof een afspraak met een vermeende anonieme getuige in het kader van de vervolging van een andere verdachte. De verdachte is hiermee geconfronteerd door de opsporingsambtenaren van het bureau Veiligheid en Integriteit van het Korps landelijke politiediensten.
De officier van justitie heeft zich primair op het standpunt gesteld - zakelijk weergegeven - dat het bewuste telefoongesprek tussen de verdachte en de geheimhouder niet aangemerkt kan worden als een geheimhoudergesprek. Volgens de officier van justitie is er geen sprake van een ‘normale’ relatie tussen een cliënt en een raadsman, omdat de communicatie er kennelijk toe strekte te faciliteren dat een mogelijk corrupt politiecontact, waarnaar de politie onderzoek op dat moment deed, anoniem zou kunnen worden gehoord. Hij heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat er geen doelbewuste schending van het recht van de verdachte op een eerlijk proces dan wel boos opzet van de zijde van het Openbaar Ministerie aanwezig is geweest. Ten aanzien van het desbetreffende sms-bericht was voor het Openbaar Ministerie allerminst meteen duidelijk dat dit bericht afkomstig was van een advocatenkantoor. Dit bericht is door de verdachte verzonden via zijn mobiele telefoon naar de mobiele telefoon van Peter NN. De officier van justitie is daarom van mening dat het niet vernietigen van het telefoongesprek en het sms-bericht niet kan leiden tot de niet-ontvankelijkheid in de vervolging van de verdachte. De officier geeft de rechtbank daarom in overweging daaraan geen rechtsgevolgen te verbinden.
De rechtbank overweegt het volgende:
Anders dan de officier van justitie ter terechtzitting meent, is het telefoongesprek tussen de verdachte en de advocaat, (sessienr: 335, bijlage 5, p. 958) dat zich in het dossier bevindt, wel aan te merken als een gesprek tussen de verdachte en een verschoningsgerechtigde als bedoeld in de artikelen 126aa Sv en 218 Sv. Het standpunt van de officier van justitie gaat uit van een te beperkte wetsuitleg. Artikel 126aa Sv ziet op elke mededeling tussen een verdachte en een verschoningsgerechtigde, die onder het verschoningsrecht valt.
In dit geval betreft het een mededeling die toevertrouwd is aan een advocaat, die uit hoofde van zijn beroep tot geheimhouding verplicht is in de zin van artikel 218 Sv. De aard en inhoud van de mededeling is daarbij van dien aard dat deze geacht moet worden onder het verschoningsrecht van de advocaat te vallen. Dat er in dit geval geen sprake is geweest van een (vaste) cliënt-advocaat relatie of dat er sprake is geweest van een bijzonder onderwerp, zoals het faciliteren van een anoniem getuigentraject doet daaraan niet af. Er is aldus in strijd met artikel 126aa Sv gehandeld door het telefoongesprek aan het dossier toe te voegen.
Ten aanzien van het door de verdachte ontvangen sms-bericht (sessienr: 754, bijlage 3, p. 182) en de verzending van dit bericht aan een derde (sessienr: 753, bijlage 29, p. 317) is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat dit bericht niet direct herkenbaar is als een bericht afkomstig van een verschoningsgerechtigde. Dit neemt niet weg dat de officier van justitie dit bericht alsnog had dienen te vernietigen, nadat was onderkend dat het bericht afkomstig was van een geheimhouder. Ten onrechte is dit nagelaten: het bericht is niet vernietigd en terechtgekomen in het dossier. Dit heeft tot gevolg gehad dat de opsporingsambtenaren kennis hebben genomen van de inhoud het bericht. Ook in dit geval is in strijd gehandeld met artikel 126aa Sv. De rechter-commissaris heeft dan ook terecht geen toestemming gegeven het telefoongesprek en sms-bericht in het dossier te voegen.
Op grond van het bovenstaande wordt geconstateerd dat de regelgeving ten aanzien van geheimhouders niet is nageleefd, hetgeen een vormverzuim is in de zin van artikel 359a Sv. De opsporingsambtenaren hebben kennis genomen van de inhoud van het sms-bericht en het telefoongesprek en de verdachte geconfronteerd in een verhoor d.d. 11 juni 2007 (p. 973 tot en met 975). Zijn reactie daarop is vastgelegd in een proces-verbaal van verhoor.
De rechtbank acht in dit concrete geval het vormverzuim niet van dusdanige aard dat de belangen van de verdachte hierdoor grovelijk zijn geschaad, gelet op het feit dat het slechts om één telefoongesprek en één sms-bericht gaat en dat de verdachte, nadat hij geconfronteerd werd met het tapgesprek en sms-bericht heeft ontkend dat er een corrupte politieman zou zijn. Dit is ontlastend voor de verdachte. Verdachte heeft bovendien zelf voor verwarring gezorgd door zich te bedienen van een valse naam. Gelet op het voorgaande zal worden volstaan met de constatering dat er sprake is van een vormverzuim zonder daar rechtsgevolgen aan te verbinden. De officier van justitie is derhalve ontvankelijk in de vervolging van de verdachte.
MOTIVERING VRIJSPRAAK
Ten aanzien van feit 1:
De officier van justitie heeft vrijspraak bepleit en gesteld - zakelijk weergegeven - dat er geen aanwijzingen in het opsporingsonderzoek zijn gevonden die konden leiden tot de vaststelling van de identiteit van een omgekochte corrupte politieambtenaar, zoals door de verdachte aangeduid als “Henk.” Ondanks dat alle mogelijkheden voor onderzoek hetgeen de verdachte heeft verklaard over Henk zijn benut, heeft dit niet geleid tot de vaststelling van diens identiteit.
De raadsman heeft eveneens vrijspraak bepleit, omdat het feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
De rechtbank overweegt het volgende:
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is niet komen vast te staan dat de door verdachte aangeduide corrupte politieambtenaar daadwerkelijk een opsporingsambtenaar van politie is in de zin van artikel 177 van het Wetboek van Strafrecht. Hierdoor is het bestanddeel opsporingsambtenaar in de tenlastelegging niet bewezen. Reeds om die reden kan de poging tot omkoping van een ambtenaar niet worden bewezen. De verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van dit feit.
Ten aanzien van feit 2:
De officier van justitie heeft vrijspraak bepleit en gesteld - zakelijk weergegeven - dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is dat de in de tenlastelegging genoemde processen-verbaal zijn verkregen van een corrupte politieambtenaar.
De raadsman heeft eveneens vrijspraak bepleit, omdat het feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
De rechtbank overweegt het volgende:
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de in de tenlastelegging genoemde processen-verbaal door misdrijf heeft verkregen. De verdachte dient van dit feit eveneens te worden vrijgesproken.
BEWEZENVERKLARING
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
3.
hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 11 juni 2007 te gemeente Tietsjerksteradeel en/of elders in Nederland, meermalen eendigitaal document, elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt , immers heeft verdachte telkens valselijk en in strijd met de waarheid de navolgende documenten opgesteld en/of voorzien van de logo's van de politie en/of Interpol en/of de koptekst Klpd en/of Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI) en/of unit misdaadanalyse en/of unit -Liaison en/of strikt vertrouwelijk,
- (0707101140.D27) een digitaal proces-verbaal, gedateerd 8 november 2006, en/of in het proces-verbaal vermeld -zakelijk weergegeven- dat deze was opgemaakt door [opsporingsambtenaar 1] en/of [opsporingsambtenaar 2] en/of dat een onderzoek naar [persoon 1] gestructureerd moest worden opgezet aangezien in vorige onderzoeken teveel zaken niet goed onderbouwd waren en/of een opsomming van opsporingsactiviteiten aangehaald die geïnitieerd zouden zijn voorafgaand aan de aanhouding van [persoon 1] op 31 oktober 2006 en/of over de inzet van een fictieve informant, observaties, technische acties en het vernietigen van opnames daarvan en/of het binnentreden in de woning van [persoon 1] met medewerking van de AIVD alsmede het plaatsen en verwijderen van scanapparatuur in de woning,
en-
(0707101210.D30 en 08020513.15.D77) een digitale memo, gedateerd 24 januari 2007, opgesteld en/of in deze memo vermeld dat deze was opgesteld door commissaris van politie, [opsporingsambtenaar 3] en/of
-zakelijk weergegeven- dat uit een voorlopige analyse in het onderzoek van [persoon 1] is gebleken dat de pro-actieve rapportages van verbalisanten [opsporingsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 2], Dienst Operationele Ondersteuning, methoden evenals feiten en omstandigheden vermeld die zonder uitdrukkelijk toestemming van het OM en teamleiding zijn verricht,
en
-(0707101200.D29 en 0802051335.D78) een digitale interne memo, gedateerd 21 februari 2007, opgesteld en/of in deze memo vermeld dat deze was opgesteld door commissaris van politie [opsporingambtenaar 4] en/of -zakelijk weergegeven- dat op verzoek van het OM op de dag van het opstellen van de memo een aanvullend plan van aanpak was verzonden welke noodzakelijk was om de vordering van de RC tot voorlopige invrijheidsstelling van [persoon 1] te realiseren,
en
-(0707100940.D15) een digitale memo, gedateerd 13 februari 2006 en/of in deze memo vermeld -zakelijke weergegeven- dat de "zeer betrouwbare" datakoppelingen van [persoon 2] [geboortedatum]/ IP-3784-NRI) zijn verwijderd uit de systemen Info-RDS-Xpol-Klpd-Ot en/of ten aanzien van de koppelingen 2114 BPS, 2115 BPS, 2116 BPS, 2117 BPS, 2118 BPS11 en/of dat daardoor alle gegevens van het OT, technische acties evenals vermeldingen in het analyseverslag zullen verdwijnen,
en
-(0707100950.D16) een digitaal document, gedateerd 15 maart 2006 en/of in dit document vermeld -zakelijk weergegeven- dat per 15 maart 2006 alle datakoppelingen van [persoon 2] [geboortedatum]/ IP-3784-NRI) zijn verwijderd uit de systemen Info-RDS-Xpol-Klpd-Ot en/of dat dit ten aanzien van de (relatie)koppelingen 2114 BPS, 2115 BPS, 2116 BPS, 2117 BPS, 2118 BPS en de personen 2119-2123 is,
en
-(0707101000.D17) een digitaal document, inquiry info: runnumber 393/658 en/of in dit document een overzicht weergegeven met de (niet) aanwezige informatie over [persoon 2] [geboortedaum]/ volgnummer DNRI IP 3784-NRI) en/of bij onder de vermelding van "Signalering EU-All" aangegeven dat er sprake is van "No match/ clean",
en
-(0707101020.D19) een digitaal document, gedateerd 5 september 2006 en/of in dit document vermeld "verificatie informatie" en/of -zakelijk weergegeven- dat informatie over [persoon 2] [geboortedatum]/ IP-3784-NRI) niet meer aanwezig is in de systemen RDS-Xpol-Klpd/DNRI-Konmar,
en
(0707101110.D24) in een digitaal document vermeld Sub.nr. IP-1688-DNRI Stamgegevens en/of -zakelijk weergegeven- de personalia van [persoon 3] en/of de antecedenten van voornoemde persoon en/of dat er sprake was van een lopend onderzoek inclusief een GVO en/of deelneming aan een criminele organisatie,
en
-(0707100910.D12) in een digitaal document vermeld "informanten dossier: NR/gr/734" en/of "informantenstatus: anoniem/beschermd (99/55)" en/of "subject informatie: [persoon 1] - IP nr 6134" en/of -zakelijk weergegeven- dat het een informantenverslag betreft met betrekking tot informatie over het subject [persoon 1] over de periode 20 juli 2006 - 31 oktober 2006,
en
-(0707100800.D05 en 0706112235.D45) een digitaal document, gedateerd 8 mei 2006, en/of in dit document vermeld -zakelijk weergegeven- dat naar inzage en beoordeling van het dossier van [persoon 2], de raadkamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg, na verzoek tot aanhouding, toch heeft doen besluiten dat er onvoldoende feiten aanwezig zijn voor behandeling in de Kamer van Inbeschuldigingstelling,
en
-(0707100810.D06 en 0706112250.D46) in een digitaal document, gedateerd 18 mei 2006 en/of in dit document vermeld -zakelijk weergegeven- dat naar inzage en beoordeling van het dossier van [persoon 2], de raadkamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg, heeft doen besluiten dat er onvoldoende feiten aanwezig zijn voor een vaststelling c.q. inbeschuldigingstelling jegens genoemde [persoon 2] en/of dat de overweging daartoe voortkomt uit een herziene verklaring waardoor de strafzaak uitsluitend betrekking zal hebben op verdachte [verdachte] en [verdachte] van elke betrokkenheid vrijwaart,
en
-(0707100820.D07 en 0706112300.D47) in een digitaal document, gedateerd 6 juni 2006, en/of in dit document vermeld het dossiernummer 2006-78-988 en/of als geadresseerde vermeld: [persoon 2], [adres] [huisnummer] [postcode] [plaats] en en/of als kop vermeld "onherroepelijk besluit in eerste aanleg." en/of -zakelijke weergegeven- dat de rechtbank heeft overwogen en heeft besloten dat er onvoldoende feiten aanwezig zijn voor doorverwijzing naar de Raad voor Inbeschuldigingstelling en/of dat de overweging van de rechtbank voortkomt uit een herziening waardoor er onvoldoende gronden zijn voor een wettig en overtuigend bewijs en/of dat de rechtbank het niet noodzakelijk en gewenst acht om de overwegingen inhoudelijk nader toe te lichten en/of dat het openbaar ministerie heeft aangegeven hiertegen niet in beroep te gaan en/of dat derhalve de rechtbank het besluit als onherroepelijk bekrachtigd en/of dat het besluit als gevolg heeft dat alle daarop betrekking hebbende antecedenten uit het dossier zullen worden verwijderd en/of dat een afschrift van het besluit zal worden gezonden aan de Raad van Toezicht Persoonsgegevens,
en
-(070709110954.D71) in een digitaal document, gedateerd 23 november 2006 en/of in dit document vermeld als geadresseerde: [persoon 2] en/of i.a.a. [kantoor] en/of "strikt vertrouwelijk" en/of -zakelijk weergegeven- dat beklaagde [persoon 2] niet conform de eis is vrijgesproken op grond van een herziening waardoor er onvoldoende gronden aanwezig zijn voor een wettig en overtuigend bewijs en/of dat de rechtbank het niet noodzakelijk en wenselijk acht om inhoudelijk de overwegingen nader toe te lichten en/of dat het besluit als gevolg heeft dat alle daarop betrekking hebbende aantekeningen uit het dossier zullen worden verwijderd,
zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
en
hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 11 juni 2007, te gemeente Sneek, en/of elders Nederland, opzettelijk heeft afgeleverd en/of voorhanden gehad valse digitale documenten, elkzijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, terwij1 hij wist dat die geschriften bestemd waren voor gebruik als ware echt en onvervalst,
immers is in strijd met de waarheid het navolgende in de documenten vermeld, de hierna genoemde documenten zijn telkens voorzien van de logo's van de politie en/of Interpol en/of de koptekst Klpd en/of Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI) en/of unit misdaadanalyse en/of unit -Liaison en/of strikt vertrouwelijk,
-(0707101140.D27) in een digitaal proces-verbaal, gedateerd 8 november 2006, is vermeld -zakelijk weergegeven- dat deze was opgemaakt door [opsporingsambtenaar 1] en/of [opsporingsambtenaar 2] en/of dat een onderzoek naar [persoon 1] gestructureerd moest worden opgezet aangezien in vorige onderzoeken teveel zaken niet goed onderbouwd waren en/of een opsomming van opsporingsactiviteiten aangehaald die geïnitieerd zouden zijn voorafgaand aan de aanhouding van [persoon 1] op 31 oktober 2006 en/of over de inzet van een fictieve informant, observaties, technische acties en het vernietigen van opnames daarvan en/of het binnentreden in de woning van [persoon 1] met medewerking van de AIVD alsmede het plaatsen en verwijderen van scanapparatuur in de woning,
en
-(0707101210.D30 en 08020513.15.D77) in een digitale memo, gedateerd 24 januari 2007, is vermeld dat deze was opgesteld door commissaris van politie, [opsporingsambtenaar 3] en/of -zakelijk weergegeven- dat uit een voorlopige analyse in het onderzoek van [persoon 1] is gebleken dat de pro-actieve rapportages van verbalisanten [opsporingsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 2], Dienst Operationele Ondersteuning, methoden evenals feiten en omstandigheden vermeld die zonder uitdrukkelijk toestemming van het OM en teamleiding zijn verricht,
en
-(0707101200.D29 en 0802051335.D78) in een interne digitalememo, gedateerd 21 februari 2007, is vermeld deze was opgesteld door commissaris van politie [opsporingsambtenaar 4] en/of -zakelijk weergegeven- dat op verzoek van het OM op de dag van het opstellen van de memo een aanvullend plan van aanpak was verzonden welke noodzakelijk was om de vordering van de RC tot voorlopige invrijheidsstelling van [persoon 1] te realiseren,
en
-(0707100940.D15) in een digitale memo, gedateerd 13 februari 2006 is vermeld -zakelijke weergegeven- dat de "zeer betrouwbare" datakoppelingen van [persoon 2] [geboortedatum] IP-3784-NRI) zijn verwijderd uit de systemen Info-RDS-Xpol-Klpd-Ot en/of ten aanzien van de koppelingen 2114 BPS, 2115 BPS, 2116 BPS, 2117 BPS, 2118 BPS11 en/of dat daardoor alle gegevens van het OT, technische acties evenals vermeldingen in het analyseverslag zullen verdwijnen,
en
-(0707100950.D16) in een digitaal document, gedateerd 15 maart 2006 is vermeld -zakelijk weergegeven- dat per 15 maart 2006 alle datakoppelingen van [persoon 2] [geboortedatum]/ IP-3784-NRI) zijn verwijderd uit de systemen Info-RDS-Xpol-Klpd-Ot en/of dat dit ten aanzien van de (relatie)koppelingen 2114 BPS, 2115 BPS, 2116 BPS, 2117 BPS, 2118 BPS en de personen 2119-2123 is,
en
-(0707101000.D17) in een digitaal document, inquiry info: runnumber 393/658 is vermeld -zakelijke weergegeven- een overzicht met de (niet) aanwezige informatie over [persoon 2] [geboortedatum]/ volgnummer DNRI IP 3784-DRI) en/of dat onder de vermelding van "Signalering EU-All" aangegeven is dat er sprake is van "No match / clean",
en
-(0707101020.D19) in een digitaal document, gedateerd 5 september 2006 is vermeld "verificatie informatie" en/of -zakelijk weergegeven- dat informatie over [persoon 2] [geboortedatum]/ IP-3784-NRI) niet meer aanwezig is in de systemen RDS-Xpol-Klpd/DNRI-Konmar,
en
-(0707100910.D24) in een digitaal document is vermeld Sub.nr. IP-1688-DNRI Stamgegevens en/of -zakelijk weergegeven- de personalia van [persoon 3] en/of de antecedenten van voornoemde persoon en/of dat er sprake was van een lopend onderzoek inclusief een GVO en/of deelneming aan een criminele organisatie,
en
-(0707100910.D12) in een digitaal document is vermeld "informanten dossier: NR/gr/734" en/of "informantenstatus: anoniem/beschermd (99/55)" en/of "subject informatie: [persoon 1] - IP nr 6134" en/of -zakelijk weergegeven- dat het een informantenverslag betreft met betrekking tot informatie over het subject [persoon 1] over de periode 20 juli 2006 - 31-10-2006,
en
-(0707100800.D05 en 0706112235.D45) in een digitaal document, gedateerd 8 mei 2006, is vermeld -zakelijk weergegeven- dat naar inzage en beoordeling van het dossier van [persoon 2], de raadkamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg, na verzoek tot aanhouding, heeft doen besluiten dat er onvoldoende feiten aanwezig zijn voor behandeling in de Kamer van Inbeschuldigingstelling,
en
-(0707100810.D06 en 0706112250.D46) in een digitaal document, gedateerd 18 mei 2006 is vermeld -zakelijk weergegeven- dat naar inzage en beoordeling van het dossier van [persoon 2], de raadkamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg, heeft doen besluiten dat er onvoldoende feiten aanwezig zijn voor een vaststelling c.q. inbeschuldigingstelling jegens genoemde [persoon 2] en/of dat de overweging daartoe voortkomt uit een herziene verklaring waardoor de strafzaak uitsluitend betrekking zal hebben op verdachte [verdachte] en [verdachte] van elke betrokkenheid vrijwaart,
en
-(0707100820.D07 en 0706112300.D47) in een (digitaal) document, gedateerd 6 juni 2006, is vermeld het dossiernummer 2006-78-988 en/of als geadresseerde vermeld: [persoon 2], [adres] [huisnummer] [postcode] [plaats] en/of als kop vermeld "onherroepelijk besluit in eerste aanleg." en/of -zakelijke weergegeven- dat de rechtbank heeft overwogen en heeft besloten dat er onvoldoende feiten aanwezig zijn voor doorverwijzing naar de Raad voor Inbeschuldigingstelling en/of dat de overweging van de rechtbank voortkomt uit een herziening waardoor er onvoldoende gronden zijn voor een wettig en overtuigend bewijs en/of dat de rechtbank het niet noodzakelijk en gewenst acht om de overwegingen inhoudelijk nader toe te lichten en/of dat het openbaar ministerie heeft aangegeven hiertegen niet in beroep te gaan en/of dat derhalve de rechtbank het besluit als onherroepelijk bekrachtigd en/of dat het besluit als gevolg heeft dat alle daarop betrekking hebbende antecedenten uit het dossier zullen worden verwijderd en/of dat een afschrift van het besluit zal worden gezonden aan de Raad van Toezicht Persoonsgegevens,
en
-(0709110954.D71) in een digitaal document , gedateerd 23 november 2006 is als geadresseerde vermeld: [persoon 2] en/of i.a.a. [kantoor] en/of "strikt vertrouwelijk" en/of -zakelijk weergegeven- dat beklaagde [persoon 2] niet conform de eis is vrijgesproken op grond van een herziening waardoor er onvoldoende gronden aanwezig zijn voor een wettig en overtuigend bewijs en/of dat de rechtbank het niet noodzakelijk en wenselijk acht om inhoudelijk de overwegingen nader toe te lichten en/of dat het besluit als gevolgd heeft dat alle daarop betrekking hebben de aantekeningen uit het dossier zullen worden verwijderd.
Voor zover in de bewezen verklaarde tenlastelegging kennelijke verschrijvingen voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
BEWIJSMOTIVERING
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.
NADERE BEWIJSMOTIVERING
Bewijsuitsluiting:
De raadsman heeft de gronden, op basis waarvan hij de niet ontvankelijkheid van de officier van justitie heeft bepleit, eveneens ten grondslag gelegd aan zijn subsidiaire standpunt dat het bewijs in kwestie onrechtmatig is verkregen en dat het uitgesloten dient te worden.
Hiervoor is al overwogen dat het vormverzuim geen rechtsgevolg zal hebben. Het verweer wordt dan ook verworpen.
Vrijspraak:
De raadsman heeft verder vrijspraak bepleit voor dit feit, omdat de inhoud van de documenten niet vals is, hetgeen door diverse personen uit het dossier bevestigd is. De inhoud hiervan is gebaseerd op reële door de corrupte politieambtenaar Henk verstrekte informatie. Op de laptop van de verdachte heeft deze Henk de kopteksten van die documenten aangepast en de namen de verbalisanten gewijzigd om de daadwerkelijke politieambtenaren uit de wind te houden.
De rechtbank overweegt het volgende:
Op 11 juli 2007 heeft een doorzoeking in de woning en in de personenauto van de verdachte plaatsgevonden onder leiding van de rechter-commissaris. Er zijn daarbij diverse bescheiden, een pc, een laptop en een Usb-stick in beslag genomen. Hierop zijn (onder meer) de in de tenlastelegging opgenomen nationale en internationale justitiële documenten aangetroffen. Ten aanzien van de in de tenlastelegging opgenomen documenten hebben verschillende getuigen verklaard dat zowel de inhoud als de opmaak vals zijn. De verdachte heeft wisselende verklaringen afgelegd. De kern van die verschillende verklaringen is dat hij de documenten heeft gefabriceerd op de computer. Ter terechtzitting heeft de verdachte in dit kader ook verklaard dat hij samen met Henk de documenten heeft gemaakt. Henk verstrekte de echte processen-verbaal die hij dan overtypte met vervanging van de namen van de verbalisanten. Tegen deze achtergrond is de rechtbank van oordeel dat de verdachte de in de tenlastelegging vermelde documenten valselijk heeft opgemaakt. Juridisch gezien maakt het voor de bewezenverklaring van valsheid in geschrift niet uit of de inhoud van de documenten juist of onjuist is. De kopteksten, logo’s en ondertekening zijn door de verdachte zelf aangebracht, hetgeen de documenten vals maakt. De getuigen die zijn gehoord over de inhoud van die documenten hebben echter eensluidend verklaard dat de inhoud niet klopt.
Daarnaast acht de rechtbank eveneens bewezen dat de verdachte de documenten heeft afgeleverd. Verdachte heeft verklaard dat hij de documenten heeft gemaakt en verstrekt aan onder andere [persoon 4], [persoon 5], en [persoon 1]. Voorts zijn enkele documenten door [persoon 6] gepubliceerd in de Telegraaf. Verschillende getuigen hebben verklaard documenten van de verdachte te hebben ontvangen. De rechtbank gaat uit van een voortgezette handeling van het valselijk opmaken en het verstrekken van de documenten.
STRAFBAARHEID FEIT
Het bewezen feit levert op:
De voortgezette handeling van
Valsheid in geschrift , meermalen gepleegd;
en
opzettelijk een geschrift als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht afleveren en voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Het feit is strafbaar.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
De verdachte is strafbaar.
STRAFMOTIVERING
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft dertien valse geschriften van de Nederlandse politie en de Belgische Rechtbank van Eerste Aanleg opgesteld, voorhanden gehad en deze geschriften ook in het maatschappelijk verkeer gebracht.
Een aantal valse documenten is zelfs gepubliceerd in de krant. De inhoud van die documenten is van dien aard dat politie en justitie in een kwaad daglicht zijn gezet. De verdachte heeft door zijn handelen het maatschappelijk vertrouwen geschaad. Op de juistheid van geschriften van politie en justitie moet immers kunnen worden vertrouwd.
De verdachte heeft aangegeven dat hij de documenten heeft opgesteld om een corrupte politieman te kunnen ontmaskeren. De rechtbank heeft voor die stelling geen aanknopingspunten gevonden in het dossier. Wat de precieze beweegredenen zijn geweest van de verdachte is niet helemaal duidelijk geworden, maar van goede bedoelingen is naar de overtuiging van de rechtbank geen sprake geweest. De vele onduidelijkheden in deze strafzaak, die door de verdachte door zijn vele wisselende verklaringen zijn opgeworpen, hebben tot een grote inzet van justitiecapaciteit geleid. Capaciteit waarmee spaarzaam om dient te worden gegaan.
Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf is in het voordeel van de verdachte in aanmerking genomen dat hij blijkens het op zijn naam gestelde uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 30 september 2010 niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Hierin wordt aanleiding gezien de gevangenisstraf enigszins te matigen.
Gelet op dit alles, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van enige duur en een taakstraf. De rechtbank acht een gevangenisstraf van negen (9) maanden waarvan drie (3) maanden voorwaardelijk en een taakstraf van tweehonderdveertig (240) uur, subsidiair vier (4) maanden hechtenis daarom passend en geboden.
IN BESLAG GENOMEN VOORWERPEN
De officier van justitie heeft de verbeurdverklaring gevorderd van de in beslag genomen voorwerpen, die vermeld zijn op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen met als datum 24 augustus 2010.
De in beslag genomen voorwerpen die vermeld staan op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen van 24 augustus 2010 zullen worden verbeurd verklaard. De voorwerpen behoren aan de verdachte toe en het bewezen feiten is met behulp van deze voorwerpen begaan en voorbereid. Die verbeurdverklaring zal worden opgelegd als bijkomende straf voor het bewezenverklaarde feit.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 56, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van negen (9) maanden;
bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot drie (3) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten;
stelt daarbij een proeftijd vast van twee (2) jaren; de tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;
legt de verdachte een taakstraf op bestaande uit een werkstraf voor de duur van tweehonderdveertig uur (240) uur, waarbij de Stichting Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van vier (4) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggeven voorwerpen:
-verklaart verbeurd als bijkomende straf voor het bewezen verklaarde feit.
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Boer, voorzitter,
en mrs. Blagrove en Stalenberg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Van Puffelen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 oktober 2010.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage A bij vonnis van 25 oktober 2010:
TEKST GEWIJZIGDE TENLASTELEGGING.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij meermalen, althans eenmaal in de periode van 1 januari 2006 tot en met 11 juni 2007, in Sneek en/of Harlingen en/of Amsterdam, in elk geval elders in Nederland,
(telkens) aan (een) opsporingsambtena(a)r(en) van politie, in elk geval een ambtenaar (een) gift(en) en/of (een) belofte(s), te weten (een)
geldbedrag(en), heeft gedaan, danwel een dienst heeft verleend of aangeboden, met het oogmerk om die opsporingsambtena(a)r(en) te bewegen in zijn bediening in strijd met zijn plicht iets te doen of na te laten
en/of tengevolge of naar aanleiding van het hetgeen door die
opsporingsambtena(a)r(en) in zijn/haar bediening in strijd met zijn plicht is gedaan of nagelaten,
hebbende die opsporingsambtena(a)r(en) (telkens) (op schrift gestelde) politieinformatie en/of informatie uit politieinformatiesystemen en/of processen-verbaal aan hem, verdachte, verstrekt en/of afgegeven;
[artikel 177 Wetboek van Strafrecht]
2.
hij meermalen, althans eenmaal in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 11 juni 2007 in de gemeente Sneek en/of Harlingen en/of Amsterdam, in ieder geval in Nederland (telkens) (een) goed(eren), te weten
een (door de rechter-commissaris afgenomen en gewaarmerkt) proces-verbaal van verhoor van getuige [opsporingsambtenaar 1] op 16 mei 2007 en/of
een proces-verbaal van het Grip, opgemaakt door [opsporingsambtenaar 1], op 2 december 2003,
heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed/die goederen wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,
dat het (een) door misdrijf, namelijk door omkoping van (politie-)ambtenaar (artikel 177 Wetboek van Strafrecht) en/of door schending van het ambtsgeheim (artikel 272 Wetboek van Strafrecht), althans door enig (ander) misdrijf,verkregen goed(eren) betrof;
[artikel 416 lid 1 onder a Wetboek van Strafrecht]
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 11 juni 2007 te gemeente Tietsjerksteradeel en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) (een) (digitale) document(en), (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid de navolgende documenten opgesteld en/of voorzien van de logo's van de politie en/of Interpol en/of de koptekst Klpd en/of Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI) en/of unit misdaadanalyse en/of unit -Liaison en/of strikt vertrouwelijk,
- (0707101140.D27) een digitaal proces-verbaal, gedateerd 8 november 2006, en/of in het proces-verbaal vermeld -zakelijk weergegeven- dat deze was opgemaakt door [opsporingsambtenaar 1] en/of [opsporingsambtenaar 2] en/of dat een onderzoek naar [persoon 1] gestructureerd moest worden opgezet aangezien in vorige onderzoeken teveel zaken niet goed onderbouwd waren en/of een opsomming van opsporingsactiviteiten aangehaald die geïnitieerd zouden zijn voorafgaand aan de aanhouding van [persoon 1] op 31 oktober 2006 en/of over de inzet van een fictieve informant, observaties, technische acties en het vernietigen van opnames daarvan en/of het binnentreden in de woning van [persoon 1] met medewerking van de AIVD alsmede het plaatsen en verwijderen van scanapparatuur in de woning,
en/of
- (0707101210.D30 en 08020513.15.D77) een (digitale) memo, gedateerd 24 januari 2007, opgesteld en/of in deze memo vermeld dat deze was opgesteld door commissaris van politie, [opsporingsambtenaar 3] en/of -zakelijk weergegeven- dat uit een voorlopige analyse in het onderzoek van [persoon 1] is gebleken dat de pro-actieve rapportages van verbalisanten [opsporingsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 2], Dienst Operationele Ondersteuning, methoden evenals feiten en omstandigheden vermeld die zonder uitdrukkelijk toestemming van het OM en teamleiding zijn verricht,
en/of
-(0707101200.D29 en 0802051335.D78) een (digitale) interne memo, gedateerd 21 februari 2007, opgesteld en/of in deze memo vermeld dat deze was opgesteld door commissaris van politie [opsporingsambtenaar 4] en/of -zakelijk weergegeven- dat op verzoek van het OM op de dag van het opstellen van de memo een aanvullend plan van aanpak was verzonden welke noodzakelijk was om de vordering van de RC tot voorlopige invrijheidsstelling van [persoon 1] te realiseren,
en/of
-(0707100940.D15) een digitale memo, gedateerd 13 februari 2006 en/of in deze memo vermeld -zakelijke weergegeven- dat de "zeer betrouwbare" datakoppelingen van [persoon 2] [geboortedatum]/ IP-3784-NRI) zijn verwijderd uit de systemen Info-RDS-Xpol-Klpd-Ot en/of ten aanzien van de koppelingen 2114 BPS, 2115 BPS, 2116 BPS, 2117 BPS, 2118 BPS11 en/of dat daardoor alle gegevens van het OT, technische acties evenals vermeldingen in het analyseverslag zullen verdwijnen,
en/of
-(0707100950.D16) een digitaal document, gedateerd 15 maart 2006 en/of in dit document vermeld -zakelijk weergegeven- dat per 15 maart 2006 alle datakoppelingen van [persoon 2] [geboortedatum]/ IP-3784-NRI) zijn verwijderd uit de systemen Info-RDS-Xpol-Klpd-Ot en/of dat dit ten aanzien van de (relatie)koppelingen 2114 BPS, 2115 BPS, 2116 BPS, 2117 BPS, 2118 BPS en de personen 2119-2123 is,
en/of
-(0707101000.D17) een digitaal document, inquiry info: runnumber 393/658 en/of in dit document een overzicht weergegeven met de (niet) aanwezige informatie over [persoon 2] [geboortedatum] / volgnummer DNRI IP 3784-NRI) en/of bij onder de vermelding van "Signalering EU-All" aangegeven dat er sprake is van "No match/ clean."
en/of
-(0707101020.D19) een digitaal document, gedateerd 5 september 2006 en/of in dit document vermeld "verificatie informatie" en/of -zakelijk weergegeven- dat informatie over [persoon 2] [geboortedatum]/ IP-3784-NRI) niet meer aanwezig is in de systemen RDS-Xpol-Klpd/DNRI-Konmar,
en/of
(0707101110.D24) in een digitaal document vermeld Sub.nr. IP-1688-DNRI Stamgegevens en/of -zakelijk weergegeven- de personalia van [persoon 3] en/of de antecedenten van voornoemde persoon en/of dat er sprake was van een lopend onderzoek inclusief een GVO en/of deelneming aan een criminele organisatie,
en/of
-(0707100910.D12) in een digitaal document vermeld "informanten dossier: NR/gr/734" en/of "informantenstatus: anoniem/beschermd (99/55)" en/of "subject informatie:
[persoon 1] - IP nr 6134" en/of -zakelijk weergegeven- dat het een informantenverslag betreft met betrekking tot informatie over het subject [persoon 1] over de periode 20 juli 2006 - 31 oktober 2006,
en/of
de navolgende (digitale) documenten opgesteld en/of (telkens) voorzien van het officiële logo en/of koptekst van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Antwerpen (België) en/of (telkens) in die documenten vermeld "[kantoor]," t.a.v. [persoon 7], [adres] [huisnummer] in Brussel (België) en/of (telkens) als onderwerp vermeld [persoon 2] [geboortedatum] / OM Antwerpen en/of (telkens) verrneld dat het document was opgemaakt en ondertekend door hoofdgriffier [persoon 8],
en/of
-(0707100800.D05 en 0706112235.D45) een (digitaal) document, gedateerd 8 mei 2006, en/of in dit document vermeld -zakelijk weergegeven- dat naar inzage en beoordeling van het dossier van [persoon 2], de raadkamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg, na verzoek tot aanhouding, toch heeft doen besluiten dat er onvoldoende feiten aanwezig zijn voor behandeling in de Kamer van Inbeschuldigingstelling,
en/of
-(0707100810.D06 en 0706112250.D46) in een (digitaal) document, gedateerd 18 mei 2006 en/of in dit document vermeld -zakelijk weergegeven- dat naar inzage en beoordeling van het dossier van [persoon 2], de raadkamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg, heeft doen besluiten dat er onvoldoende feiten aanwezig zijn voor een vaststelling c.q. inbeschuldigingstelling jegens genoemde [persoon 2] en/of dat de overweging daartoe voortkomt uit een herziene verklaring waardoor de strafzaak uitsluitend betrekking zal hebben op verdachte [verdachte] en [verdachte] van elke betrokkenheid vrijwaart,
en/of
-(0707100820.D07 en 0706112300.D47) in een (digitaal) document, gedateerd 6 juni 2006, en/of in dit document vermeld het dossiernummer 2006-78-988 en/of als geadresseerde vermeld: [persoon 2], [adres] [huisnummer] [postcode] [plaats] en/of als kop vermeld "onherroepelijk besluit in eerste aanleg." en/of -zakelijke weergegeven- dat de rechtbank heeft overwogen en heeft besloten dat er onvoldoende feiten aanwezig zijn voor doorverwijzing naar de Raad voor Inbeschuldigingstelling en/of dat de overweging van de rechtbank voortkomt uit een herziening waardoor er onvoldoende gronden zijn voor een wettig en overtuigend bewijs en/of dat de rechtbank het niet noodzakelijk en gewenst acht om de overwegingen inhoudelijk nader toe te lichten en/of dat het openbaar ministerie heeft aangegeven hiertegen niet in beroep te gaan en/of dat derhalve de rechtbank het besluit als onherroepelijk bekrachtigd en/of dat het besluit als gevolg heeft dat alle daarop betrekking hebbende antecedenten uit het dossier zullen worden verwijderd en/of dat een afschrift van het besluit zal worden gezonden aan de Raad van Toezicht Persoonsgegevens,
en/of
-(070709110954.D71) in een digitaal document, gedateerd 23 november 2006 en/of in dit document vermeld als geadresseerde: [persoon 2] en/of i.a.a. [kantoor] en/of "strikt vertrouwelijk" en/of -zakelijk weergegeven- dat beklaagde [persoon 2] niet conform de eis is vrijgesproken op grond van een herziening waardoor er onvoldoende gronden aanwezig zijn voor een wettig en overtuigend bewijs en/of dat de rechtbank het niet noodzakelijk en wenselijk acht om inhoudelijk de overwegingen nader toe te lichten en/of dat het besluit als gevolg heeft dat alle daarop betrekking hebbende aantekeningen uit het dossier zullen worden verwijderd,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
(artikel 225 lid 1)
en/of
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 11 juni 2007, in elk geval op 11 juni 2007 te gemeente Sneek, en/of elders Nederland, opzettelijk heeft afgeleverd en/of (respectievelijk) voorhanden gehad (de/een hierna genoemde) vals(e) of vervalst(e) (digitale) documenten, (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, terwij1 hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit/die geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het/zij echt en onvervalst,
immers is in strijd met de waarheid het navolgende in de/het document(en) vermeld,
de hierna genoemde documenten zijn (telkens) voorzien van de logo's van de politie en/of Interpol en/of de koptekst Klpd en/of Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI) en/of unit misdaadanalyse en/of unit -Liaison en/of strikt vertrouwelijk,
-(0707101140.D27) in een digitaal proces-verbaal, gedateerd 8 november 2006, is vermeld -zakelijk weergegeven- dat deze was opgemaakt door [opsporingsambtenaar 1] en/of [opsporingsambtenaar 2] en/of dat een onderzoek naar [persoon 1] gestructureerd moest worden opgezet aangezien in vorige onderzoeken teveel zaken niet goed onderbouwd waren en/of een opsomming van opsporingsactiviteiten aangehaald die geïnitieerd zouden zijn voorafgaand aan de aanhouding van [persoon 1] op 31 oktober 2006 en/of over de inzet van een fictieve informant, observaties, technische acties en het vernietigen van opnames daarvan en/of het binnentreden in de woning van [persoon 1] met medewerking van de AIVD alsmede het plaatsen en verwijderen van scanapparatuur in de woning,
en/of
-(0707101210.D30 en 08020513.15.D77) in een (digitale) memo, gedateerd 24 januari 2007, is vermeld dat deze was opgesteld door commissaris van politie, [opsporingsambtenaar 3] en/of -zakelijk weergegeven- dat uit een voorlopige analyse in het onderzoek van [persoon 1] is gebleken dat de pro-actieve rapportages van verbalisanten [opsporingsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 2], Dienst Operationele Ondersteuning, methoden evenals feiten en omstandigheden vermeld die zonder uitdrukkelijk toestemming van het OM en teamleiding zijn verricht,
en/of
-(0707101200.D29 en 0802051335.D78) in een interne (digitale) memo, gedateerd 21 februari 2007, is vermeld deze was opgesteld door commissaris van politie [opsporingsambtenaar 4] en/of -zakelijk weergegeven- dat op verzoek van het OM op de dag van het opstellen van de memo een aanvullend plan van aanpak was verzonden welke noodzakelijk was om de vordering van de RC tot voorlopige invrijheidsstelling van [persoon 1] te realiseren,
en/of
-(0707100940.D15) in een digitale memo, gedateerd 13 februari 2006 is vermeld -zakelijke weergegeven- dat de "zeer betrouwbare" datakoppelingen van [persoon 2] [geboortedatum] / IP-3784-NRI) zijn verwijderd uit de systemen Info-RDS-Xpol-Klpd-Ot en/of ten aanzien van de koppelingen 2114 BPS, 2115 BPS, 2116 BPS, 2117 BPS, 2118 BPS11 en/of dat daardoor alle gegevens van het OT, technische acties evenals vermeldingen in het analyseverslag zullen verdwijnen,
en/of
-(0707100950.D16) in een digitaal document, gedateerd 15 maart 2006 is vermeld -zakelijk weergegeven- dat per 15 maart 2006 alle datakoppelingen van [persoon 2]
[geboortedatum]/ IP-3784-NRI) zijn verwijderd uit de systemen Info-RDS-Xpol-Klpd-Ot en/of dat dit ten aanzien van de (relatie)koppelingen 2114 BPS, 2115 BPS, 2116 BPS, 2117 BPS, 2118 BPS en de personen 2119-2123 is,
en/of
-(0707101000.D17) in een digitaal document, inquiry info: runnumber 393/658 is vermeld -zakelijke weergegeven- een overzicht met de (niet) aanwezige informatie over [persoon 2] [geboortedatum]/ volgnummer DNRI IP 3784-DRI) en/of dat onder de vermelding van "Signalering EU-All" aangegeven is dat er sprake is van "No match / clean",
en/of
-(0707101020.D19) in een digitaal document, gedateerd 5 september 2006 is vermeld "verificatie informatie" en/of -zakelijk weergegeven- dat informatie over [persoon 2] [geboortedatum]/ IP-3784-NRI) niet meer aanwezig is in de systemen RDS-Xpol-Klpd/DNRI-Konmar,
en/of
-(0707100910.D24) in een digitaal document is vermeld Sub.nr. IP-1688-DNRI Stamgegevens en/of -zakelijk weergegeven- de personalia van [persoon 3] en/of de antecedenten van voornoemde persoon en/of dat er sprake was van een lopend onderzoek inclusief een GVO en/of deelneming aan een criminele organisatie,
en/of
-(0707100910.D12) in een digitaal document is vermeld "informanten dossier: NR/gr/734" en/of "informantenstatus: anoniem/beschermd (99/55)" en/of "subject informatie: [persoon 1] - IP nr 6134" en/of -zakelijk weergegeven- dat het een informantenverslag betreft met betrekking tot informatie over het subject [persoon 1] over de periode 20 juli 2006 - 31-10-2006,
en/of
de hierna genoemde (digitale) documenten zijn (telkens) voorzien van het officiële logo
en/of koptekst van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Antwerpen (België) en/of (telkens) is in die documenten vermeld "[kantoor]" t.a.v. [persoon] [adres] [huisnummer] in Brussel (België) en/of (telkens) is als onderwerp vermeld [persoon 2] [geboortedatum] / OM Antwerpen en/of (telkens) is vermeld dat het document was opgemaakt en ondertekend door hoofdgriffier [persoon 8],
en/of
-(0707100800.D05 en 0706112235.D45) in een (digitaal) document, gedateerd 8 mei 2006, is vermeld -zakelijk weergegeven- dat naar inzage en beoordeling van het dossier van [persoon 2], de raadkamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg, na verzoek tot aanhouding, heeft doen besluiten dat er onvoldoende feiten aanwezig zijn voor behandeling in de Kamer van Inbeschuldigingstelling,
en/of
-(0707100810.D06 en 0706112250.D46) in een (digitaal) document, gedateerd 18 mei 2006 is vermeld -zakelijk weergegeven- dat naar inzage en beoordeling van het dossier van [persoon 2], de raadkamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg, heeft doen besluiten dat er onvoldoende feiten aanwezig zijn voor een vaststelling c.q. inbeschuldigingstelling jegens genoemde [persoon 2] en/of dat de overweging daartoe voortkomt uit een herziene verklaring waardoor de strafzaak uitsluitend betrekking zal hebben op verdachte [verdachte] en [verdachte] van elke betrokkenheid vrijwaart,
en/of
-(0707100820.D07 en 0706112300.D47) in een (digitaal) document, gedateerd 6 juni 2006, is vermeld het dossiernummer 2006-78-988 en/of als geadresseerde vermeld: [persoon 2] [adres] [huisnummer] [postcode] [plaats] en/of als kop vermeld "onherroepelijk besluit in eerste aanleg." en/of -zakelijke weergegeven- dat de rechtbank heeft overwogen en heeft besloten dat er onvoldoende feiten aanwezig zijn voor doorverwijzing naar de Raad voor Inbeschuldigingstelling en/of dat de overweging van de rechtbank voortkomt uit een herziening waardoor er onvoldoende gronden zijn voor een wettig en overtuigend bewijs en/of dat de rechtbank het niet noodzakelijk en gewenst acht om de overwegingen inhoudelijk nader toe te lichten en/of dat het openbaar ministerie heeft aangegeven hiertegen niet in beroep te gaan en/of dat derhalve de rechtbank het besluit als onherroepelijk bekrachtigd en/of dat het besluit als gevolg heeft dat alle daarop betrekking hebbende antecedenten uit het dossier zullen worden verwijderd en/of dat een afschrift van het besluit zal worden gezonden aan de Raad van Toezicht Persoonsgegevens,
en/of
-(0709110954.D71) in een digitaal document , gedateerd 23 november 2006 is als geadresseerde vermeld: [persoon 2] en/of i.a.a. [kantoor] en/of "strikt vertrouwelijk" en/of -zakelijk weergegeven- dat beklaagde [persoon 2]niet conform de eis is vrijgesproken op grond van een herziening waardoor er onvoldoende gronden aanwezig zijn voor een wettig en overtuigend bewijs en/of dat de rechtbank het niet noodzakelijk en wenselijk acht om inhoudelijk de overwegingen nader toe te lichten en/of dat het besluit als gevolgd heeft dat alle daarop betrekking hebben de aantekeningen uit het dossier zullen worden verwijderd.
(artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)