ECLI:NL:RBROT:2010:BO7287

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
366490 - KG ZA 10-1105
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over opzegging duurovereenkomst tussen medisch specialisten en zorginstelling

In deze zaak vorderden de eisers, bestaande uit een maatschap van artsen-microbiologen en een vennootschap, voorlopige voorzieningen in een kort geding tegen Star-Medisch Diagnostisch Centrum. De eisers stelden dat de zorginstelling hen onterecht op non-actief had gesteld en de duurovereenkomst had opgezegd. De opzegging vond plaats per 15 mei 2011, terwijl de eisers van mening waren dat de opzegging niet rechtmatig was en dat zij recht hadden op doorbetaling van hun honoraria. De voorzieningenrechter oordeelde dat de opzegging van de overeenkomst door Star-Medisch Diagnostisch Centrum op basis van de redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar was, gezien de langdurige verstoring van de werkrelatie. De rechter concludeerde dat de eisers, ondanks hun vorderingen, niet in hun gelijk werden gesteld. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten van Star-Medisch Diagnostisch Centrum. De uitspraak benadrukte het belang van een goede samenwerking en de noodzaak van duidelijke afspraken in de zorgsector, vooral in het licht van de Kwaliteitswet Zorginstellingen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 366490 / KG ZA 10-1105
Vonnis in kort geding van 24 november 2010
in de zaak van
1. [eiser sub1],
wonende te [adres],
2. [eiser sub 2],
wonende t[adres],
3. de naamloze vennootschap VALESCO N.V.,
gevestigd te [adres],
4. [eiser sub 3],
wonende te [adres],
5. [eiser sub 4],
wonende te [adres],
eisers,
advocaat mr. drs. P. Bergkamp te Nijmegen,
tegen
de stichting
STAR-MEDISCH DIAGNOSTISCH CENTRUM,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. S.F. Tiems te Utrecht.
Partijen zullen hierna Eisers en Star-Medisch Diagnostisch Centrum genoemd worden.
Eisers zullen afzonderlijk worden aangeduid met [eiser sub 1], [eiser sub 2], Valesco N.V., [eiser sub 3] en [eiser sub 4].
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 15 november 2010;
- de producties zijdens Eisers;
- de producties zijdens Star-Medisch Diagnostisch Centrum;
- de pleitnota van mr. drs. P. Bergkamp;
- de pleitnota van mr. S.F. Tiems.
1.2. Ter mondelinge behandeling van 17 november 2010 hebben (de raadslieden van) partijen de respectieve stellingen nader toegelicht. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Star-Medisch Diagnostisch Centrum voert op verzoek van (ondermeer) huisartsen, verloskundigen en medisch specialisten verschillende onderzoeken uit, zoals bloed- onderzoek, functieonderzoek en medisch microbiologisch onderzoek. Daarbij richt
Star-Medisch Diagnostisch Centrum zich voornamelijk op diagnostisch onderzoek voor de eerste lijn (huisartsen en verloskundigen).
2.2. Eisers vormen gezamenlijk de maatschap [x]. De leden van de maatschap zijn als artsen-microbioloog werkzaam voor diverse ziekenhuizen.
[eiser sub 2] heeft zijn praktijk ondergebracht in Valesco N.V.
2.3. Daarnaast zijn de leden van de maatschap [x] vanaf 1 januari 2000, in wisselende samenstelling, werkzaam voor de micro-biologische afdeling van Star-Medisch Diagnostisch Centrum. Voor deze werkzaamheden dient er één arts-microbioloog - tijdens kantooruren - aanwezig te zijn.
Partijen hebben dienaangaande geen schriftelijke overeenkomst gesloten.
2.4. Bij brief van 9 april 2010 heeft mr. drs. P. Bergkamp, namens Eisers (in de brief aangeduid met ‘maatschap’), aan Star-Medisch Diagnostisch Centrum (in de brief aangeduid met STAR-MDC) - voor zover hier relevant - het volgende geschreven:
“……
1. Sinds begin 2008 bestaat er een geschil tussen de maatschap en STAR-MDC over de betaling van
het honorarium van de maatschap. Sindsdien voert de maatschap overleg met u over de conse-
quenties van de stelselwijziging die op 1 januari 2008 van kracht is geworden. Op 1 januari 2008
is immers de zogenaamde “lumpsum-systematiek” afgeschaft en daarmee verviel de grondslag
aan alle tot dat moment geldende afspraken over (de verdeling van) het honorarium van de
maatschap. Dat overleg heeft tot dusverre helaas, ondanks alle energie die de maatschap in dat
overleg heeft gestoken, nog niet tot enig concreet resultaat geleid en op dit moment is de kans –
voorzichtig uitgedrukt - niet bepaald groot dat er op korte termijn alsnog overeenstemming tussen
de maatschap en STAR-MDC kan worden bereikt. (…)
……
14. Het moge duidelijk zijn dat de maatschap zich op het standpunt stelt dat uitsluitend zij zelf vanaf
1 januari 2008 gerechtigd is tot de honoraria die voor het werk van de maatschap door STAR-
MDC namens de maatschap worden gedeclareerd. Deze honoraria zijn bedoeld als inkomen
voor de medisch specialist die het werk van de praktijk ook daadwerkelijk doet. Daarnaast is
STAR-MDC gerechtigd om het kostendeel van de verrichtingen van de maatschap zelfstandig
en op eigen naam te declareren en STAR-MDC heeft op niets anders dan op dat kostendeel
recht. Het is om deze reden dat STAR-MDC naar het oordeel van de maatschap gehouden is om
het honorarium van de maatschap onder aftrek van een gebruikelijk percentage voor de
administratieve ondersteuning aan de maatschap te betalen. Het is niet toegestaan dat STAR-
MDC zich zonder uitdrukkelijke instemming van de maatschap een gedeelte van die honoraria
toe-eigent. Sinds 1 januari 2008 houdt u echter een groot gedeelte van de honoraria van de
maatschap in zonder dat daarover een afspraak met de maatschap is gemaakt. Aldus schiet u
toerekenbaar tekort in de nakoming van uw verplichting om het honorarium van de medisch
specialisten onder aftrek van een gebruikelijk kostenpercentage voor de declaratiewerkzaam-
heden, aan de maatschap uit te betalen spoedig nadat de declaraties aan STAR-MDC worden
betaald. Uw handelwijze is ook onrechtmatig ten opzichte van de maatschap.
15. De afspraken die in het tripartite overleg destijds zijn gemaakt en die betrekking hadden op de
jaren 2001 tot en met 2007 zijn vervallen met de inwerkingtreding van het systeem van
prestatiebekostiging voor medisch specialisten dat op 1 januari 2008 van kracht is geworden.
(…)
Derhalve verzoek ik u hierbij namens de maatschap om de honoraria die sinds 1 januari 2008
door STAR-MDC namens de maatschap zijn gedeclareerd aan de maatschap uit te betalen, onder
aftrek van een gebruikelijk percentage aan administratiekosten. Voor zover nodig wordt u
daartoe ook gesommeerd. De maatschap maakt aanspraak op de wettelijke rente over het ten
onrechte door u ingehouden bedrag van de declaraties waarop zij uitsluitend zelf de recht-
hebbende is.
……
17. Indien en voor zover u zich overigens op het standpunt zou stellen dat STAR-MDC nog rechten
kan ontlenen aan de afspraken die betrekking hadden op de jaren 2001 tot en met 2007 worden
die afspraken hierbij door mij namens de maatschap opgezegd met ingang van 1 januari 2008,
althans tegen de vroegst mogelijke datum, althans met onmiddellijke ingang, althans met
inachtneming van een redelijke opzegtermijn die maximaal vier weken bedraagt.
18. Deze brief is bedoeld om het standpunt van de maatschap nog eens duidelijk schriftelijk vast te
leggen, zodat daarover geen enkel misverstand kan bestaan. De maatschap is er nog steeds niet
op uit om het op een procedure te laten aankomen en streeft er nog altijd naar om in redelijkheid
overeenstemming te bereiken over een regeling die zowel voor de maatschap als voor STAR-
MDC aanvaardbaar is. Zoals u weet heeft de maatschap mediation voorgesteld teneinde te
proberen het vastgelopen overleg weer vlot te trekken. Op dit moment is de kans echter reëel dat
een procedure uiteindelijk onvermijdelijk blijkt te zijn. In een dergelijke procedure zal de
maatschap aanspraak maken op haar volledige honorarium over de periode vanaf 1 januari 2008.
De maatschap wil nog een laatste poging doen om er met u op een goede manier uit te komen,
maar het is wel één minuut voor twaalf. Ik verzoek u om daarvan goede nota te nemen.
……”
2.5. Bij brief van 14 april 2010 heeft [A], namens Star-Medisch Diagnostisch Centrum, aan Eisers - voor zover hier relevant - het volgende geschreven:
“……
Wij betreuren het zeer dat u de afspraken met Star-MDC opzegt. Die afspraken hielden in dat u medisch microbiologische werkzaamheden verricht voor Star-MDC en dat Star-MDC u daarvoor betaalt met een bedrag dat overeenkomt met ongeveer 2 fte volgens de AMS-regeling (± € 467.000,= per jaar). De werkzaamheden bestaan, kort gezegd, uit de aanwezigheid bij Star-MDC van één van
de leden van uw maatschap van maandag tot en met vrijdag tijdens kantooruren, tijdens welke werk- tijden het betreffende lid van uw maatschap eindverantwoordelijk is voor de medisch microbiologi-sche analyses binnen Star-MDC. Deze afspraken (het verlenen van diensten en de betaling) zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het betreft hier wederzijdse prestaties. Voor zover wij alinea 17 van de brief van uw advocaat zo moeten begrijpen dat u de overeenkomst gedeeltelijk opzegt, te weten alleen voor wat betreft de financiële verplichtingen van Star-MDC ten opzichte van uw maatschap, laat ik u weten dat onze advocaat heeft bevestigd dat dat juridisch niet mogelijk is.
Deze prestatie van Star-MDC hangt zo nauw samen met de prestatie van uw maatschap om medisch microbiologische werkzaamheden te verrichten ten behoeve van Star-MDC dat wanneer de ene prestatie eindigt, ook de andere, wederkerige prestatie eindigt. Wij moeten dus tot onze spijt concluderen dat u de overeenkomst met Star-MDC met onmiddellijke ingang ontbindt (ontbinding met terugwerkende kracht is immers niet mogelijk).
De opzegtermijn die u hanteert (nul dagen c.q. vier werken, dat is niet geheel duidelijk), is onredelijk kort. Gezien de langdurige samenwerking en ook de voorstellen die in het kader van de onderhandelingen kort geleden nog zijn gedaan omtrent een opzegtermijn, is een opzegtermijn van
12 maanden redelijk. Ik bevestig u dan ook hierbij dat de overeenkomst tussen Star-MDC en u per 9 april 2011 zal eindigen. Graag treed ik met u in overleg over de praktische consequenties van deze beëindiging. (…)
……
Als gezegd betreurt Star-MDC dat zeer, maar Star-MDC zal dat moeten accepteren, zij het dat opzegging van een duurovereenkomst zoals de onderhavige moet geschieden met inachtneming van een redelijke opzegtermijn en de door u in acht genomen opzegtermijn niet redelijk is.
…..
3. Conclusie
Star-MDC betreurt het dat u de overeenkomst opzegt en stemt niet in met de onredelijke opzeg-termijn van 0 dagen, respectievelijk vier weken die u bij uw opzegging hanteert. Gezien de eerdere gesprekken die zijn gevoerd over een opzegtermijn acht Star-MDC een opzegtermijn van 12 maanden redelijk. Star-MDC verzoekt, en voor zover nodig sommeert u derhalve om uw werkzaamheden te blijven verrichten tot 9 april 2011 volgens de gebruikelijke kwaliteitsnormen.
……”
2.6. Bij brief van 12 mei 2010 hebben Eisers aan Star-Medisch Diagnostisch Centrum
- voor zover hier relevant - het volgende geschreven:
“ ……
U hebt nog een reactie tegoed op uw brief van 14 april jl. Wij berichten u als volgt.
1. In de brief van onze advocaat van 9 april jl. is ons standpunt duidelijk geformuleerd. De
afspraken die destijds in het tripartite overleg zijn gemaakt zijn naar ons oordeel vervallen met
de inwerkingtreding van het nieuwe systeem van prestatiebekostiging voor medisch specialisten
dat op 1 januari 2008 van kracht is geworden. De achtergrond en de (enige) bestaansreden van de
financiële afspraken die over de periode 2001 tot en met 2007 zijn gemaakt waren uitsluitend dat
wij zelf van de voor onze werkzaamheden gedeclareerde honoraria hoe dan ook slechts het voor
ons geoormerkte gedeelte van de lumpsum van het ziekenhuis zouden ontvangen. Vòòr 2001,
toen de financiële afspraken met STAR-MDC en met het Ministerie in zijn gegaan, diende het
honorariumbedrag dat wij verdienden uit de werkzaamheden die wij binnen STAR-MDC
verrichten ter dekking van de lumpsum van het lokaal initiatief. Feitelijk had toen dus alleen het
MCRZ iets aan deze honoraria in die zin dat de beddenprijs een fractie daalde als gevolg van de
inkomsten die onze maatschap binnen STAR-MDC genereerde.
Wij vonden het redelijk dat het bedrag aan gedeclareerde honoraria waarmee de lumpsum werd
overstegen voor de werkzaamheden die wij binnen STAR-MDC verrichtten ook daadwerkelijk
aan STAR-MDC ten goede zouden komen. Hoe dan ook zouden wij die honoraria immers nooit
zelf kunnen ontvangen vanwege de bestaande lumpsumsystematiek. Het gevolg van de invoering
van het systeem van prestatiebekostiging en de daarop gebaseerde DBC-systematiek op 1 januari
2008 is dat deze afspraken naar onze mening zijn vervallen en sinds 1 januari 2008 zijn wij daar-
om zelf weer gerechtigd tot de volledige voor onze werkzaamheden gedeclareerde honoraria. De
gemaakte afspraken over de periode 2001 tot en met 2007 zijn op 1 januari 2008 vervallen omdat
het hele systeem tegen de achtergrond waarvan die afspraken zijn gemaakt sindsdien niet meer
bestaat. Dat standpunt is in de brief van onze advocaat van 9 april jl. voldoende toegelicht.
Als de rechter of het arbitraal college dat moet oordelen over het tussen onze maatschap en
STAR-MDC bestaande geschil dat standpunt zal overnemen, wat wij verwachten, heeft de brief
van onze advocaat van 9 april jl. geen enkel rechtsgevolg.
2. In de brief van onze advocaat van 9 april jl. hebben wij die financiële afspraken alleen opgezegd
voor zover die afspraken nog zouden bestaan en u zich op het standpunt zou stellen dat u nog
rechten kunt ontlenen aan de afspraken hoewel die op de jaren 2001 tot en met 2007 betrekking
hadden en die opzegging is bovendien uitsluitend bedoeld voor het geval een dergelijk standpunt
van u in een eventuele procedure gehonoreerd zou worden. Die opzegging van de financiële
afspraken voor zover nodig leidt er alleen toe dat u zich hoe dan ook niet meer op die financiële
afspraken kunt beroepen. Op enig ander rechtsgevolg is die brief van onze advocaat van 9 april jl.
niet gericht en enig ander rechtsgevolg dan dat die financiële afspraken hoe dan ook niet meer van
kracht zijn kan door die brief per definitie dus ook niet worden bereikt.
3. U leest in onze brief van 14 april jl. iets dat er helemaal niet staat. De overeenkomst op basis
waarvan wij onze werkzaamheden binnen STAR-MDC verrichten hebben wij niet opgezegd en
ook niet ontbonden. Uw brief van 14 april jl. is dus in zoverre gebaseerd op een misvatting
uwerzijds. Het – voor zover nodig – opzeggen van uitsluitend de financiële afspraken is, in
tegenstelling tot wat u schrijft, wel degelijk mogelijk en daarvan is de consequentie dat wij hoe
dan ook weer terugvallen op de situatie zoals die bestond vóór het lumpsumtijdperk. Zelfs in het
onwaarschijnlijke geval dat uw advocaat gelijk zou hebben in haar standpunt dat de financiële
afspraken door ons niet afzonderlijk opgezegd kunnen worden heeft dat overigens alleen tot
consequentie dat de brief van onze advocaat van 9 april jl. dan geen enkel gevolg heeft, nu de
opzegging van die financiële afspraken dan immers onmogelijk is. Uw standpunt dat een op-
zegging van uitsluitend de financiële afspraken die naar uw oordeel niet mogelijk is dan maar
moeten worden beschouwd als een opzegging van de hele overeenkomst op basis waarvan wij
onze werkzaamheden binnen STAR-MDC verrichten is op drijfzand gebaseerd.
4. In de brief van onze advocaat van 9 april jl. hebben wij de mondelinge overeenkomst op basis
waarvan wij al sinds vele jaren binnen STAR-MDC als vrijgevestigde arts-microbiologen
werkzaam zijn, helemaal niet aan u opgezegd. Wij hebben een dergelijke opzegging uiteraard ook
nooit beoogd. Van een ontbinding van die overeenkomst door ons is al helemaal geen sprake.
Onze overeenkomst met STAR-MDC eindigt dus niet op 9 april 2011 en ook niet op enige andere
datum. Wij zullen dus ook niet ingaan op uw uitnodiging om met u overleg te plegen over de
praktische consequenties van enige – niet bestaande – beëindiging van deze overeenkomst. Uw
brief van 14 april jl. hangt dus in zoverre volledig in de lucht. Wij zullen, als het aan ons ligt,
onze werkzaamheden binnen STAR-MDC op de gebruikelijke wijze blijven verrichten, nu en in
de toekomst. Wij hebben naar ons oordeel met u uitsluitend een geschil dat in de kern betrek-
king heeft op de vraag wie er gerechtigd is tot de honoraria die voor onze werkzaamheden als
vrijgevestigde arts-microbiologen gedeclareerd worden. Dat geschil moet door een rechter of
een arbitraal college worden beslecht als wij er niet alsnog in zouden slagen om in der minne
overeenstemming te bereiken over een oplossing. Bij een definitief vonnis van een rechter of een
arbitraal college zullen wij ons uiteraard neerleggen. Ongeacht de inhoud van dat vonnis zullen
wij onze werkzaamheden binnen STAR-MDC blijven verrichten en dat gebeurt – naar wij hebben
begrepen – tot volle tevredenheid van STAR-MDC.
5. Het lijkt ons weinig zinvol om nu wederom in te gaan op het verloop van de onderhandelingen.
Onze opvatting daarover blijft ongewijzigd evenals ons oordeel dat u onze inbreng tot dusverre
niet of nauwelijks serieus hebt genomen en u ten onrechte weigert om aandacht te schenken aan
onze gerechtvaardigde belangen bij een deugdelijke schriftelijke vastlegging van de overeen-
komst. U denkt geheel ten onrechte aan ons dictaten te kunnen opleggen maar u bent daarvoor in
het geheel niet in de positie.
6. In uw brief van 9 april jl. wijdt u ook uitgebreide beschouwingen aan onze honoraria die al even-
zeer onjuist zijn. Op korte termijn komen wij hierop nog inhoudelijk bij u terug. Het leek ons
echter goed om u, vooruitlopend daarop, alvast te laten weten dat van enige opzegging of ont-
binding op ons initiatief van de overeenkomst die wij met STAR-MDC hebben gesloten geen
sprake is en dat uw brief van 9 april jl. dus in zoverre volledig op een onjuiste interpretatie
uwerzijds berust.
……”
2.7. Bij brief d.d. 15 november 2010 heeft [A] namens Star-Medisch Diagnostisch Centrum de overeenkomst tegen 15 mei 2011 opgezegd en Eisers met onmiddellijke ingang op non-actief gesteld. In de hierop betrekking hebbende aan Eisers gerichte brief van Star-Medisch Diagnostisch Centrum d.d. 15 november 2010 staat - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende:
“……
Sedert begin 2008 heb ik, als bestuurder van STAR-MDC, geprobeerd met u een schriftelijke over-eenkomst te sluiten. In een dergelijke overeenkomst zouden de wederzijdse verplichtingen van uw maatschap en STAR-MDC vastgelegd moeten worden. STAR-MDC is een zorginstelling waarop de Kwaliteitswet zorginstellingen van toepassing is. De Raad van Bestuur van STAR-MDC is derhalve
verantwoordelijk voor het aanbieden van verantwoorde zorg. In dat verband is het noodzakelijk dat er tussen STAR-MDC en de daar werkzame professionals duidelijke afspraken bestaan, welke schrifte-lijk worden vastgelegd, zodat naleving daarvan afgedwongen kan worden.
Kort na mijn aantreden stelde ik vast dat een dergelijke overeenkomst nog niet met u was gesloten, terwijl (een aantal van) u al sedert 2000 werkzaamheden verricht voor STAR-MDC. Ik ben dan ook met u in overleg getreden teneinde een schriftelijke overeenkomst met u te kunnen sluiten. Nu, bijna drie jaar later, is een dergelijke overeenkomst nog altijd niet gesloten en het ziet er ook niet naar uit dat dat zal gebeuren. Sterker nog, de standpunten tussen STAR-MDC en u liggen verder uit elkaar dan in 2008.
……
Conclusie
Op grond van bovenstaande feiten kom ik tot de volgende conclusies.
1. Er is nog altijd geen schriftelijke overeenkomst tussen STAR-MDC en u. STAR-MDC heeft zich
de afgelopen jaren tot het uiterste ingespannen om een overeenkomst aan te bieden die recht zou
doen aan de belangen van beide partijen, maar u heeft de voorstellen van STAR-MDC steeds
afgewezen. Zelfs de laatste poging om tot elkaar te komen, mediation, wijst u af. Zoals reeds
herhaaldelijk is geschetst, vereist de Kwaliteitswet Zorginstellingen dat STAR-MDC heldere
afspraken maakt met eenieder die binnen STAR-MDC werkzaam is. Uw visitatiecommissie
heeft daar ook op gewezen. U weigert deze afspraken te maken.
2. Inmiddels is het sluiten van een dergelijke overeenkomst ook een gepasseerd station. U heeft er
herhaaldelijk blijk van gegeven het gezag van de Raad van Bestuur van STAR-MDC niet te
accepteren. U maakt de Raad van Bestuur, ook persoonlijk, verwijten op een neerbuigende en
beledigende manier. Bovendien heeft u zonder medeweten van de Raad van Bestuur de
Ondernemingsraad benaderd en ten overstaan van de Ondernemingsraad aangekondigd dat
STAR-MDC financieel in zwaar weer zou komen wanneer de Raad van Bestuur niet aan uw
wensen zou voldoen. Dit heeft voor onrust op de werkvloer gezorgd.
Ook heeft u geëist, buiten de Raad van Bestuur om, met de Raad van Toezicht en met de zorg-
verzekeraars te willen overleggen. De Raad van Toezicht van STAR-MDC is bereid geweest om
u te horen op 12 oktober jl. De Raad van Toezicht steunt de Raad van Bestuur ook na dit gesprek.
Ook in de een na laatste brief van uw advocaat worden ongefundeerde en beledigende persoon-
lijke verwijten gemaakt. De verhoudingen tussen u en de Raad van Bestuur van STAR-MDC is
derhalve duurzaam ontwricht, hetgeen de kwaliteit van de zorg binnen STAR-MDC in gevaar
kan brengen.
3. Het sluiten van een overeenkomst met u is niet alleen vanwege de jarenlange en mislukte onder-
handelingen een gepasseerd station maar ook omdat u er blijk van heeft gegeven een overeen-
komst die u niet bevalt eenzijdig op te zullen zeggen. Dat heeft u immers gedaan in 2010 met
de mondelinge afspraken die sinds 2001 tussen partijen golden. Weliswaar gaf u aan alleen
de financiële afspraken op te zeggen, maar ook daaruit blijkt geen loyaliteit, noch een basis
voor een goede samenwerking in de toekomst. Wanneer de bestaande financiële afspraken u
niet bevallen, zult u deze ook in de toekomst opzeggen om onder voortdurende dreiging met
procedures afspraken af te dwingen.
4. Voorts blijkt uit uw houding geen betrokkenheid bij STAR-MDC. U blijft het gehele honorarium
dat STAR-MDC declareert opeisen, terwijl u weet dat als die vordering al toegewezen zou
worden, hetgeen niet zal gebeuren, de bedrijfsvoering van STAR-MDC in gevaar zal komen.
Overigens staat dat honorarium niet in verhouding tot uw werkzaamheden. STAR-MDC heeft
de afgelopen jaren geïnvesteerd in een efficiënt microbiologisch laboratorium, waar grote
volumes met relatief beperkte middelen kunnen worden geanalyseerd. De praktijk heeft uit-
gewezen dat de dagelijkse aanwezigheid op werkdagen van één microbioloog volstaat om de
medisch inhoudelijke dienstverlening te borgen. STAR-MDC betaalt u hiervoor een bedrag van
ruim € 460.000,= per jaar. Dit is, zelfs voor een medisch specialistische praktijk, een meer dan
reële vergoeding en in ieder geval veel meer dan de normomzet die het Ministerie van VWS voor
ogen heeft.
U heeft bovendien de OR geconfronteerd met uw claim en voor onrust op de werkvloer gezorgd.
Hieruit blijkt kristalhelder dat uw eigen financiële belangen, die overigens ook niet gebaat zouden
zijn bij financiële problemen van STAR-MDC, voor u belangrijker zijn dan de belangen van
STAR-MDC. Een dergelijke grondhouding is geen juiste basis voor samenwerking in de
toekomst.
5. Door uw dwingende en niet coöperatieve houding en door het miskennen van de positie en ver-
antwoordelijkheden van de Raad van Bestuur is de werkverhouding tussen u en STAR-MDC
duurzaam verstoord. Bovendien is er geen uitzicht op een deugdelijke schriftelijke overeen-
komst en een goede samenwerking in de toekomst, waardoor de kwaliteit van de zorg in gevaar
kan komen. Voorts heeft uw advocaat aangekondigd dat hij al een dagvaarding opstelt.
Ik heb er herhaaldelijk op gewezen dat STAR-MDC ingeval van een procedure de samenwerking
zal moeten beëindigen. Daarom rest mij niets anders dan de mondelinge overeenkomst tussen u
en STAR-MDC op te zeggen tegen 15 mei 2011, met dien verstande dat ik u gebied uw werk-
zaamheden met onmiddellijke ingang te staken. Ik verbied u derhalve de toegang tot STAR-MDC
per heden en sommeer u binnen 24 uur na heden alle eigendommen van STAR-MDC die u in uw
bezit heeft, te retourneren bij Gabriel Landsheer, teamleider facilitaire zaken. Eventuele persoon-
lijke eigendommen die nog aanwezig zijn op de Vlambloem zullen worden nagezonden.
6. Omdat STAR-MDC rekening houdt met uw gerechtvaardigde belangen, zal STAR-MDC de ge-
bruikelijke vergoeding tot 15 mei 2011 op het gebruikelijke rekeningnummer blijven overmaken,
onder de voorwaarde dat ook u rekening houdt met de gerechtvaardigde belangen van STAR-
MDC door u aan de ge- en verboden zoals omschreven in alinea 5 van deze brief te houden en u
op geen enkele wijze direct dan wel indirect negatief over STAR-MDC uit te laten of handelingen
te verrichten die een negatieve indruk zouden kunnen wekken bij de medewerkers van STAR-
MDC, de huisartsen, patiënten, zorgverzekeraars of andere (contracts)partijen van STAR-MDC
en/of bij de media of andere derden dan wel anderszins de belagen van STAR-MDC te schaden.
……”
2.8. Bij brief van 15 november 2010 heeft Star-Medisch Diagnostisch Centrum aan
haar werknemers het volgende geschreven:
“Betreft: Afscheid maatschap [x] en samenwerking MMIZ.
Beste collega,
Zoals ik zojuist heb aangekondigd werken we vanaf vandaag op het vlak van de medische micro-
biologie samen met het Erasmus MC. Ik begrijp dat dit nieuws onverwachts komt en wellicht nog
even moet bezinken. In deze brief wil ik een en ander nogmaals toelichten zodat je dit op een later
tijdstip rustig door kunt lezen.
Allereerst ben ik me er van bewust dat met deze nieuwe samenwerking een einde komt aan een
tijdperk. We moeten vertrouwde gezichten missen. [eiser sub 2], [eiser sub 4], [eiser sub 1] en [eiser sub 3] zijn lange tijd werkzaam geweest voor Star-MDC als maatschap verantwoordelijke
arts-microbiologen. Ik wil dan ook benadrukken dat de keuze om afscheid te nemen van de maatschap [x] in de eerste plaats niet te maken heeft met hun deskundigheid en inzet.
Ik betreur het ten zeerste dat Star-MDC niet tot overeenstemming is gekomen met de maatschap en dat ik deze beslissing heb moeten nemen. De noodzaak van dit besluit zal ik kort toelichten.
De maatschap krijgt een vergoeding van Star-MDC voor haar werkzaamheden. Er is echter nooit een schriftelijke overeenkomst opgesteld waaruit de onderlinge verhoudingen af te leiden zijn. Vanaf 2008 hebben wij gezamenlijk met volle inzet geprobeerd om een en ander alsnog te regelen. Helaas
waren, en bleven, er teveel onverenigbare standpunten. Uiteindelijk waren in mijn besluitvorming
twee zaken doorslaggevend.
Allereerst hield de maatschap vast aan het principe eigenaar te zijn van onze microbiologische prak-tijk. Dit houdt in dat wij als Star-MDC wel de financiële risico’s dragen maar geen zeggenschap hebben over onze eigen activiteiten. Indien wij hiermee instemmen, brengt dit ons in een erg
kwetsbare positie.
Daarnaast was de door de maatschap gevraagde vergoeding, zeker in relatie tot de afwezigheid van
enig bedrijfseconomisch risico aan hun kant, niet reëel. Zeker in een tijd waarin de tarieven worden verlaagd zou het ingaan op deze eis onverantwoordelijk zijn voor de continuïteit van Star-MDC.
Al met al zou dit, op termijn, kunnen betekenen dat er banen geschrapt moeten worden en op lange
termijn sluiting van de afdeling Microbiologie en mogelijk zelfs van Star-MDC. We hebben allemaal
een hypotheek, dus ik heb klare wijn moeten schenken en gekozen voor de langdurige continuïteit van Star-MDC.
Bij het maken van deze beslissing ben ik niet over een nacht ijs gegaan. Bijna drie jaar lang hebben
we geprobeerd om tot een oplossing te komen. Ik ben me erg bewust van de impact die dit besluit
heeft op de afdeling Microbiologie en wellicht ook op jou persoonlijk, en dit gaat me aan het hart.
Nadat het besluit was gevallen zijn we in het kader van de continuïteit op zoek gegaan naar een alternatief. De gesprekken die ik met de afdeling Medische Microbiologie en Infectieziekten heb
gevoerd waren erg positief.
Het Erasmus MC is een internationaal erkende organisatie voor hoogwaardige zorg, kennis-
ontwikkeling en –overdracht. Ze hebben een snelwerkend en goed laboratorium. Het MMIZ houdt zich veel bezig met onderzoek naar medische microbiologie en serologie. Doordat wij een deel mee-
betalen aan het onderzoek op de universiteit geeft dit ons de gelegenheid bij onderzoeken aan te sluiten die voor ons interessant zijn, en dit onderzoek in zekere mate zelf vorm te geven.
Het Erasmus MC heeft speciaal voor ons een microbioloog aangetrokken die de medische eind-
verantwoordelijkheid op zich gaat nemen. Arts-mic[B]loog [B] start per vandaag met zijn werkzaamheden bij Star-MDC. Het zal voor beide partijen wennen zijn. Ik ga er vanuit dat [B] alle ruimte krijgt om zijn werk uit te voeren en kan rekenen op je medewerking.
Hoe spijtig ik het ook vind dat ik deze keuze heb moeten maken, ik ben blij met de samenwerking met het Erasmus MC en zie deze met vertrouwen tegemoet.
Ik ga er vanuit jullie voldoende geïnformeerd te hebben. Als je desondanks nog vragen hebt, schroom dan niet om deze aan me te stellen.
……”
2.9. Per 15 november 2010 werkt Star-Medisch Diagnostisch Centrum op het vlak van de medische microbiologie samen met het Erasmus MC. [B], arts-microbioloog,
heeft zijn werkzaamheden voor Star-Medisch Diagnostisch Centrum per 15 november 2010
aangevangen.
3. Het geschil
3.1. Eisers vorderen, na wijziging, ieder voor zich en gezamenlijk, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Star-Medisch Diagnostisch Centrum veroordeelt om Eisers ieder voor zich en gezamenlijk na betekening van dit vonnis toe te laten tot het bedrijfspand van Star-Medisch Diagnostisch Centrum aan [adres] en Eisers in staat te stellen om hun werkzaamheden als artsen-microbioloog op de gebruikelijke wijze te verrichten en hun medisch microbiologische praktijk binnen Star-Medisch Diagnostisch Centrum op de gebruikelijke wijze te voeren, op straffe van een dwangsom van € 100.000,= voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Star-Medisch Diagnostisch Centrum in gebreke zal blijven om aan dit vonnis te voldoen;
2. Star-Medisch Diagnostisch Centrum verbiedt om andere artsen-microbioloog dan Eisers binnen het Centrum medisch microbiologische werkzaamheden te laten verrichten op straffe van een dwangsom van € 100.000,= voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Star-Medisch Diagnostisch Centrum in gebreke zal blijven om aan dit verbod te voldoen;
3. Star-Medisch Diagnostisch Centrum gebiedt om aan Eisers periodiek hun honorarium te blijven betalen op dezelfde wijze die sinds 1 januari 2008 gebruikelijk is, op straffe van een dwangsom van € 100.000,= bij overtreding van dit gebod en op straffe van een dwangsom van € 10.000,= voor iedere dag dat een overtreding van dit verbod voortduurt;
4. bepaalt dat Eisers binnen zes weken na dagtekening van dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn, een bodemprocedure aanhangig moeten maken waarin zij het oordeel van de rechtbank vragen over de rechtsgeldigheid van de opzegging van de overeenkomst met Eisers door Star-Medisch Diagnostisch Centrum, bij gebreke waarvan de voorlopige voorzieningen sub 1 tot en met 3 komen te vervallen;
5. bepaalt dat de voorlopige voorzieningen sub 1 tot en met 3, indien Eisers binnen de door de voorzieningenrechter vast te stellen termijn een bodemprocedure bij de rechtbank aanhangig maken, van kracht blijven totdat in een bodemprocedure een onherroepelijke beslissing is genomen;
6. Star-Medisch Diagnostisch Centrum veroordeelt in de kosten van dit kort geding.
3.2. Daartoe voeren Eisers samengevat het volgende aan.
Er bestaat tussen Eisers en Star-Medisch Diagnostisch Centrum, gedurende bijna tien jaar, een duurovereenkomst op grond waarvan Eisers - tot volle tevredenheid van Star-Medisch Diagnostisch Centrum - een zelfstandige medisch microbiologische praktijk voeren binnen Star-Medisch Diagnostisch Centrum. Nu over de mogelijkheid van opzegging of beëindiging van de overeenkomst tussen partijen niets is afgesproken, dient de overeen-komst aangevuld te worden met hetgeen gebruikelijk is en met wat de wet en de eisen van redelijkheid en de billijkheid voorschrijven.
Voor de beoordeling van de rechtsgeldigheid van de opzegging dient aansluiting te worden gezocht bij de Model Toelatingsovereenkomst (MTO), die altijd wordt gebruikt om de rechtsverhouding tussen zorginstellingen en vrijgevestigde medisch specialisten te regelen. Artikel 24 MTO schrijft voor dat een overeenkomst kan worden opgezegd op grond van gewichtige redenen van zodanig klemmende aard dat redelijkerwijs van de zorginstellingen niet kan worden gevergd om de overeenkomst te continueren.
Alleen als er sprake is van zeer ernstige en klemmende redenen kan een medisch specialist de onmiddellijke toegang tot zijn werk worden ontzegd. Van dergelijke redenen is hier geen sprake. Bovendien moet een non-actief stelling vrijwel altijd vooraf gegaan worden door een waarschuwing.
De status quo zoals die was op 15 november 2010 voor 10.30 uur moet derhalve worden hersteld.
3.3. Star-Medisch Diagnostisch Centrum voert gemotiveerd verweer, waarop - voor zover nodig - hierna nader zal worden ingegaan.
4. De beoordeling
spoedeisend belang
4.1. Star-Medisch Diagnostisch Centrum stelt dat Eisers geen spoedeisend belang hebben bij de gevraagde voorzieningen, nu de overeenkomst rechtmatig is opgezegd met een opzegtermijn van zes maanden, terwijl Eisers gedurende die periode krijgen door-betaald. Als zij de rechtmatigheid van de opzegging willen aanvechten, waar de dagvaarding met name betrekking op heeft, dan is een bodemprocedure daarvoor de geëigende weg.
4.2. Anders dan Star-Medisch Diagnostisch Centrum heeft betoogd vloeit het spoedeisend belang voort uit de aard van de gevraagde voorzieningen. De non-actiefstelling van Eisers rechtvaardigt, gezien het evidente belang van Eisers om in ieder geval gedurende de looptijd van de overeenkomst tussen partijen feitelijk als arts-microbioloog werkzaam te zijn, het treffen van voorlopige voorzieningen, indien en voorzover het handelen van Star-Medisch Diagnostisch Centrum - met inachtneming van de wederzijdse belangen - rechtens redelijkerwijs niet aanvaardbaar zou moeten worden geacht.
geschiktheid voor kort geding
4.3. Star-Medisch Diagnostisch Centrum heeft eveneens aangevoerd dat de zaak niet geschikt is om in kort geding te worden beslist. De vragen die voorliggen, zoals ondermeer zijn Eisers eigenaar van de praktijk, is de opzegging rechtmatig geweest en hebben Eisers recht op betaling van het hele honorarium vanaf 1 januari 2008, zijn te complex voor
behandeling in kort geding.
Daarvoor is volgens Star-Medisch Diagnostisch Centrum een bodemprocedure, waarin alle feiten en omstandigheden aan de hand van de beschikbare bewijsmiddelen worden gewogen, de aangewezen weg. De gevraagde voorzieningen moeten daarom worden geweigerd, aldus Star-Medisch Diagnostisch Centrum.
4.4. Dit standpunt van Star-Medisch Diagnostisch Centrum wordt verworpen. Vragen als wie de eigenaar van de praktijk is en of Eisers recht hebben op doorbetaling van het hele honorarium vanaf 1 januari 2008 kunnen buiten beschouwing blijven voor de beoordeling van de verzochte voorzieningen.
Als in een kort gedingprocedure vooruitlopend op een aanhangig te maken bodemprocedure op grond van een beweerdelijk onrechtmatige opzegging van die overeenkomst wedertewerkstelling na non-actiefstelling wordt gevorderd, dient de voorzieningenrechter met inachtneming van de wederzijdse belangen de redelijkheid van die maatregel te toetsen waarbij een prognose omtrent de uitkomst van het geschil in de bodemprocedure een relevante rol speelt. Dit kort geding beperkt zich tot een voorlopig oordeel over de vraag of de opzegging rechtmatig is geweest en of Star-Medisch Diagnostisch Centrum gerechtigd was tot het met onmiddellijke ingang op non-actief stellen van Eisers.
Anders dan Star-Medisch Diagnostisch Centrum meent is daarvoor geen uitgebreide bewijslevering nodig.
de overeenkomst
4.5. Vast staat dat tussen partijen in ieder geval vanaf januari 2001 een overeenkomst van kracht is.
Eisers hebben zich binnen deze overeenkomst ertoe verplicht om vanaf januari 2001 microbiologische werkzaamheden ten behoeve van Star-Medisch Diagnostisch Centrum
uit te voeren. Het gaat daarbij om telkens terugkerende rechten en verplichtingen zodat deze overeenkomst is aan te merken als een duurovereenkomst, die voor onbepaalde tijd is aangegaan.
De voorzieningenrechter laat in het midden hoe die overeenkomst precies moet worden geduid: een overeenkomst van opdracht, zoals Star-Medisch Diagnostisch Centrum Centrum heeft betoogd, dan wel dat aansluiting dient te worden gezocht bij de - in ziekenhuizen gehanteerde - Model Toelatingsovereenkomst voor medisch specialisten, zoals Eisers hebben betoogd. Immers, in beide gevallen is sprake van het bestaan van een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd, waarbij omtrent beëindiging/opzegging tussen partijen niets is overeengekomen.
de opzegging van de overeenkomst
4.6. Star-Medisch Diagnostisch Centrum heeft de overeenkomst bij brief van
15 november 2010 tegen 15 mei 2011 opgezegd, en in dit kort geding staat allereerst centraal de vraag naar de rechtsgeldigheid van de opzegbaarheid van de overeenkomst tegen 15 mei 2011.
4.7. Star-Medisch Diagnostisch is van mening dat zij gerechtigd was de overeenkomst op te zeggen, nu zij hiertoe zwaarwegende gronden had. Zij kon - gelet op de duurzame verstoring van de werkverhouding - immers niet langer de kwaliteit en continuïteit van de door haar aangeboden microbiologische zorg waarborgen, waartoe zij op grond van de Kwaliteitswet Zorginstellingen gehouden is. Eisers miskennen volgens Star-Medisch Diagnostisch Centrum door hun gedragingen de verhoudingen die bestuurlijk dienen te gelden op grond van de Kwaliteitswet Zorginstellingen. Op grond van deze wet is de Raad van Bestuur immers eindverantwoordelijke voor het bewaken van de kwaliteit en de continuïteit van de zorg. De Raad van Bestuur moet - gelet hierop - erop kunnen vertrouwen dat de personen die binnen Star-Medisch Diagnostisch Centrum werkzaam zijn, het gezag van de Raad van Bestuur accepteren en diens aanwijzigingen opvolgen, aldus Star-Medisch Diagnostisch Centrum.
4.8. Partijen zijn geen regeling over de opzegging van de overeenkomst met elkaar overeengekomen. Voorts is in de wet geen specifieke regeling opgenomen over (de opzegging van) duurovereenkomsten als de onderhavige. Bij gebreke van een wettelijke of contractuele regeling moet de vraag of een duurovereenkomst kan worden opgezegd en zo ja, op welke voorwaarden en gronden, in beginsel worden beantwoord aan de hand van
de redelijkheid en billijkheid in verband met de omstandigheden van het geval. Dit kan ertoe leiden dat de overeenkomst slechts opzegbaar is indien een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat en/of indien een redelijke opzegtermijn in acht wordt genomen.
4.9. De tussen partijen gesloten duurovereenkomst wordt mede beheerst door de toepasselijke wet- en regelgeving, waaronder de Kwaliteitswet Zorginstellingen, op grond waarvan Star-Medisch Diagnostisch Centrum verantwoordelijk is voor het waarborgen van de kwaliteit van de geleverde zorg binnen haar Centrum. Eisers functioneren binnen het organisatorische kader van Star-Medisch Diagnostisch Centrum. Dit organisatorische kader bepaalt mede, naast artikel 6:248 lid 1 BW, de rechtsverhouding tussen partijen. Uitgangspunt is dat Eisers zich - met inachtneming van hun medische professionaliteit - binnen dit kader dienen te houden aan de aanwijzingen van de Raad van Bestuur van Star-Medisch Diagnostisch Centrum.
4.10. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de door Star-Medisch Diagnostisch Centrum aangevoerde feiten en omstandigheden - in samenhang bezien, waaronder hetgeen onder 2.6 tot en met 2.9 is weergeven - haar stelling dat er een onwerkbare werkrelatie is ontstaan, waarbinnen zij de kwaliteit en de continuïteit van haar organisatie niet meer kan garanderen, voldoende heeft onderbouwd.
Daarbij is tevens van belang dat een werkbare invulling van de overeenkomst een goede samenwerking tussen partijen vergt en partijen er blijk van hebben gegeven gedurende bijna drie jaar niet in staat te zijn gebleken om een definitieve overeenstemming te bereiken over de inhoud van hetgeen tussen hen heeft te gelden.
Onder deze omstandigheden heeft Star-Medisch Diagnostisch Centrum naar voorlopig oordeel in redelijkheid kunnen besluiten de overeenkomst tussen partijen te beëindigen.
Dit neemt niet weg dat bij die opzegging een redelijke termijn in acht moet worden genomen. Bij de beoordeling welke termijn redelijk is moeten opnieuw alle omstandigheden van het geval worden betrokken en de wederzijdse belangen van partijen worden afgewogen.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben partijen over die termijn geen relevant debat gevoerd. Zijdens Eisers is veeleer de indruk gewekt dat zij de lengte van de opzegtermijn van minder belang achten.
Een en ander afwegende acht de voorzieningenrechter voorshands de gehanteerde opzegtermijn van zes maanden na 15 november 2010 passend.
Gelet op het hiervoor overwogene, en nu overigens niet is gebleken van feiten of omstandigheden die met zich brengen dat de duurovereenkomst niet kon worden opgezegd, is de opzegging van de overeenkomst tegen 15 mei 2011 voorshands naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar.
non-actief stelling
4.11. Het voorgaande laat onverlet dat een per direct definitieve ontzegging van Eisers van de toegang tot het Centrum - zonder voorafgaande waarschuwing - voorshands als een onevenredige maatregel wordt aangemerkt, nu de maatschap [x] al bijna 10 jaar in het Centrum werkzaam is en onvoldoende is gebleken van gedragingen van Eisers die een zodanig dringende reden voor Star-Medisch Diagnostisch Centrum opleverden dat onmiddellijk ingrijpen door Star-Medisch Diagnostisch Centrum middels het op non-actief stellen van Eisers noodzakelijk was. Mede gelet op het diffamerende karakter van de maatregel heeft Star-Medisch Diagnostisch Centrum door zo te handelen zich de gerechtvaardige belangen van Eisers in deze onvoldoende aangetrokken.
Star-Medisch Diagnostisch Centrum heeft in dit verband aangevoerd dat eerst per 15 november 2010 de continuïteit binnen het Centrum door het aantrekken een andere arts-microbioloog gewaarborgd was en zij om die reden de werkrelatie niet eerder heeft beëindigd. Deze omstandigheid is naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende zwaarwegend om Eisers niet in staat te stellen hun reguliere werkzaamheden tijdens de looptijd van de overeenkomst uit te voeren. Niet duidelijk is geworden waarom
de aanvang van de (microbiologische) samenwerking van Star-Medisch Diagnostisch Centrum met ErasmusMC geen aanvang had kunnen nemen na afloop van voornoemde overeenkomst met Eisers.
belangenafweging
4.12. Met Star-Medisch Diagnostisch Centrum is de voorzieningenrechter evenwel van oordeel dat haar belangen bij behoud van de sinds 15 november 2010 bestaande situatie thans zo veel zwaarder wegen in vergelijking met de belangen van Eisers bij het weer mogen aanvangen van hun werkzaamheden voor Star-Medisch Diagnostisch Centrum, dat toewijzing van de gevraagde voorziening tot wedertewerkstelling achterwege dient te blijven.
In dit verband heeft de voorzieningenrechter meegewogen dat die wedertewerkstelling naar zijn voorlopig oordeel van tijdelijke aard zou zijn, dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting genoegzaam is gebleken dat de verhoudingen, zoals hiervoor reeds overwogen, ernstig zijn verstoord, en niet is gebleken dat Eisers het gezag van de Raad van Bestuur onvoorwaardelijk accepteren. Niet onaannemelijk is voorts dat terugkeer van Eisers binnen de organisatie van Star-Medisch Diagnostisch Centrum vergaande onrust met zich zou kunnen brengen.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter meegewogen dat Eisers feitelijk - voor het overgrote deel van de week - ook elders werkzaam zijn en blijven en zij door Star-Medisch Diagnostisch Centrum tot het eind van de overeenkomst op de gebruikelijke manier worden doorbetaald.
Tenslotte is van belang dat voorzover in een bodemprocedure geoordeeld wordt dat Star-Medisch Diagnostisch Centrum met betrekking tot de (wijze van) beëindiging van de overeenkomst te kort is geschoten, dit gecompenseerd kan worden door middel van een passende schadevergoeding.
conclusie
4.13. Het hiervoor overwogene brengt met zich mee dat de vorderingen als geformuleerd onder 1 en 2 van het petitum van de dagvaarding zullen worden afgewezen. Nu Star-Medisch Diagnostisch Centrum in ieder geval tot 15 mei 2011 het honorarium van Eisers doorbetaalt en nu Star-Medisch Diagnostisch Centrum - naar voorlopig oordeel - de overeenkomst tegen die datum kon opzeggen (zie met name onder 4.10) zal het onder 3 gevorderde eveneens worden afgewezen.
Het onder 4 en 5 gevorderde, dat ziet op de situatie dat het onder 1 tot en met 3 gevorderde zal worden toegewezen, zal gelet op het voorgaande eveneens worden afgewezen.
4.14. Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van Star-Medisch Diagnostisch Centrum.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
wijst af het gevorderde;
veroordeelt Eisers in de proceskosten, aan de zijde van Star-Medisch Diagnostisch Centrum tot op heden begroot op € 560,00 aan verschotten en op € 816,00 aan salaris voor de advocaat.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. H.C. Fraaij, griffier.
Uitgesproken in het openbaar.
1862/676