ECLI:NL:RBROT:2010:BO9298
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. A. Asscheman-Versluis
- mr. J. de Bruijn
- mr. A. Blagrove
- Rechtspraak.nl
Beroep op niet ontvankelijkheid Openbaar Ministerie wegens schending van artikel 68 Sr verworpen in zaak van schuldwitwassen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 december 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van schuldwitwassen van een bedrag van € 70.000. De verdachte had eerder, op 23 juli 2009, een veroordeling gekregen voor het voorbereiden en bevorderen van de invoer van harddrugs, waarbij hij betrokken was door een groot geldbedrag in bewaring te houden. De raadsman van de verdachte voerde aan dat de vervolging voor het witwassen in strijd was met artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht, dat dubbele vervolging verbiedt. De rechtbank verwierp dit verweer, omdat de vervolging voor de witwasdelicten al was aangevangen voordat het eerdere vonnis werd uitgesproken. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van dubbele vervolging, aangezien de delicten cumulatief waren ten laste gelegd en het onderzoek naar de witwasdelicten was hervat na een eerdere schorsing.
De rechtbank heeft vastgesteld dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 2 ten laste gelegde feit van schuldwitwassen. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden. De rechtbank overwoog dat het witwassen van crimineel geld een ernstige aantasting vormt van de integriteit van het financiële verkeer en dat de verdachte, gezien zijn strafblad en de omstandigheden van de zaak, niet anders kon worden bestraft dan met een gevangenisstraf. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, die voorwaardelijk werd opgelegd, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn leeftijd en gezondheid.