ECLI:NL:RBROT:2010:BP1237
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding na doodslag met betrekking tot shockschade en gederfd levensonderhoud
In deze zaak vordert eiseres, zowel voor zichzelf als in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigster van haar dochter, schadevergoeding van gedaagde naar aanleiding van de doodslag op haar ex-man. De rechtbank Rotterdam heeft op 1 december 2010 vonnis gewezen in deze civiele procedure. Eiseres stelt dat zij recht heeft op immateriële schadevergoeding van € 25.000, alsook op vergoeding van begrafeniskosten ter hoogte van € 8.790,77. Daarnaast vraagt zij om vaststelling van de uitgangspunten voor de begroting van de schade wegens gederfd levensonderhoud, met benoeming van een deskundige om deze schade te berekenen. Gedaagde heeft de vorderingen gemotiveerd betwist, onder andere door te stellen dat eiseres en haar ex-man niet meer samenwoonden ten tijde van zijn overlijden, wat van invloed is op de vergoedingsplicht voor affectieschade volgens artikel 6:108 BW.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres en haar ex-man, hoewel getrouwd, van tafel en bed gescheiden waren en niet in gezinsverband samenwoonden. Dit heeft gevolgen voor de beoordeling van de vordering tot schadevergoeding. De rechtbank heeft eiseres toegelaten tot bewijslevering om aan te tonen dat zij niet van tafel en bed gescheiden was en dat haar ex-man in haar levensonderhoud voorzag. Tevens is er aandacht voor de behoefte van eiseres en haar dochter aan een bijdrage in het levensonderhoud, waarbij de rechtbank heeft opgemerkt dat eiseres bewijs moet leveren van haar stellingen.
De rechtbank heeft voorts de vordering tot vergoeding van begrafeniskosten gedeeltelijk toegewezen, maar de hoogte van de immateriële schadevergoeding is aangehouden tot na de bewijslevering. De rechtbank heeft benadrukt dat het aan eiseres is om de nodige bewijsstukken te overleggen, en dat het risico bestaat dat de rechtbank de periode waarover gedaagde schadeplichtig is, zal beperken indien eiseres geen privacygevoelige stukken in het geding brengt. De zaak is complex en vereist een zorgvuldige bewijslevering, waarbij de rechtbank de partijen heeft aangespoord om hun stellingen goed te onderbouwen.