Onbeantwoorde vragen
Belangrijke onderdelen van de verklaring van aangeefster roepen vragen op. De rechter-commissaris en de rechtbank hebben aangeefster op deze onderdelen expliciet ondervraagd. Aangeefster heeft voor deze ongerijmdheden geen plausibele verklaring kunnen geven. De rechtbank doelt in het bijzonder op de volgende onderdelen:
- Tijdens de zitting is vast komen te staan dat het politiebureau van [plaatsnaam 1] op een steenworp afstand ligt van het portiek waarin aangeefster tegen haar wil en in het bijzijn van andere jongens de verdachte zou hebben moeten pijpen (onderdeel van zaaksdossier [zaaksdossier 1]), alsmede dat aangeefster wist dat dit politiebureau daar lag. Aangeefster is toen zij de mogelijkheid kreeg om weg te rennen niet richting dit politiebureau gerend maar is volgens haar eigen verklaring een rondje om de flat waarin het portiek is gelegen, gaan rennen.
- Aangeefster heeft verklaard dat zij op of omstreeks 14 januari 2006 vrijwillige vaginale seks heeft gehad met [naam 2], dat het heel fijn was en dat zij is klaargekomen. Uitgaande van haar verklaring heeft deze vrijwillige seks plaatsgevonden een paar dagen nadat zij op grove wijze door meerdere jongens zou zijn verkracht in een park en een portiek (zaaksdossier [zaaksdossier 1]). De omstandigheid dat aangeefster blijkbaar een paar dagen nadat zij door meerdere mannen bruut is verkracht, in staat is om vrijwillig seks te hebben in een auto en hiervan te genieten, roept bij de rechtbank vragen op. Dit geldt te meer nu aangeefster blijkens haar verklaring [naam 2] pas twee weken kende en zij voorafgaande aan de seks met hem was geschrokken omdat de condooms die hij gebruikte van eenzelfde onbekende soort waren als de condooms die de verdachte en een andere jongen in het park tijdens de verkrachtingen hadden gebruikt en zij hierdoor een relatie vermoedde tussen [naam 2] en de jongens die haar een paar dagen eerder hadden verkracht.
- Aangeefster heeft verklaard dat zij, nadat zij onvrijwillige seks met de verdachte had gehad op de [straatnaam 3] (zaaksdossier [zaaksdossier 3]) en weer thuis in bed lag, werd gebeld door de verdachte met de mededeling dat zij naar buiten moest komen. Dit heeft zij gedaan en dat heeft volgens haar verklaring geresulteerd in de gebeurtenissen die zijn ten laste gelegd in het zaaksdossier [zaaksdossier 4]. Als de verklaring van aangeefster ten aanzien van hetgeen is gebeurd in de [straatnaam 3] juist is, valt niet te begrijpen dat aangeefster haar veilige thuisomgeving na een telefoontje van de verdachte heeft verlaten.
- In het zaaksdossier [zaaksdossier 4] is onder andere een verklaring afgelegd door de jongerenwerker [getuige 5]. Uit deze verklaring volgt dat hij op de avond waarover aangeefster heeft verklaard op enig moment constateerde dat er in de kleedkamer seksuele handelingen plaatsvonden tussen een aantal jongens en aangeefster en dat hij hen hierop heeft aangesproken. Aangeefster zou toen hebben gezegd dat hij ook mee kon doen. Tevens werd hem, zo verklaart hij, door één van de jongens een sms‘je van aangeefster getoond waarin stond dat zij alleen zou komen als zij seks zou kunnen hebben met 10 jongens. Als de seks in het zaaksdossier [zaaksdossier 4] vrijwillig was, waarop de verklaring van getuige [getuige 5] lijkt te duiden, dan valt niet te verklaren dat de seks die eerder op diezelfde avond plaatshad in de [straatnaam 3] niet vrijwillig was. Bij beide gebeurtenissen vervulde de verdachte volgens de verklaring van aangeefster immers een belangrijke rol.
- Aangeefster is pas tweeënhalf jaar nadat zij voor de eerste keer door een aantal van de verdachten en hun vrienden zou zijn verkracht bij de politie hierover gaan verklaren. Als verklaring voor dit lange zwijgen noemt zij in hoofdzaak:
o dat zij toch niet zou kunnen bewijzen wat er was gebeurd;
o dat de verdachten dreigden haar dan wel haar nichtje iets aan te doen als zij niet meewerkte en haar in dit verband meerdere malen een vuurwapen hebben getoond;
o dat zij de politie, haar ouders en de huisarts niet vertrouwde.
Deze verklaring overtuigt de rechtbank niet om de volgende redenen:
o aangeefster kwam ter zitting intelligent over, hetgeen ook niet verraste in aanmerking nemende dat zij in de periode van de ten laste gelegde gebeurtenissen een opleiding HBO-V volgde. Onder verwijzing naar genoemde opleiding HBO-V benadrukte zij ook haar medische kennis. In het licht hiervan is het opmerkelijk dat aangeefster in die tweeënhalf jaar blijkbaar niet heeft bedacht dat zij vlak na het plaatsvinden van de gestelde verkrachtingen veel meer bewijs had om haar verhaal te ondersteunen dan tweeënhalf jaar na dato;
o de dreigementen met het vuurwapen en het nichtje zijn volgens de verklaring van aangeefster pas vanaf 12 februari 2006 begonnen. Deze dreigementen waren derhalve nog niet van kracht ten tijde van de voorvallen zoals beschreven in de zaken [zaaksdossier 1] en [zaaksdossier 2];
o niet duidelijk is geworden waarom aangeefster noch haar ouders noch de politie noch haar huisarts vertrouwde, nu zij volgens eigen zeggen goed contact met haar ouders had, nergens uit blijkt dat zij voorafgaand aan deze zaak enige ervaring met de politie heeft gehad en zij moet hebben geweten dat een huisarts een beroepsgeheim heeft.
- Aangeefster is volgens eigen zeggen ruim een jaar vele avonden per week ’s nachts door haar slaapkamerraam (op de eerste verdieping van het huis van haar ouders) naar buiten geklommen om in opdracht van een of meer verdachten tegen betaling seks te hebben met klanten om later die nacht via datzelfde slaapkamerraam weer naar binnen te klimmen. Nog daargelaten dat het bepaald geen eenvoudige opgave is om meerdere keren per week deze klim te maken, is het vreemd dat -voor zover de rechtbank uit het dossier kan afleiden- deze veelvuldige nachtelijke klimpartijen door niemand zijn opgemerkt. Ook niet door haar ouders, die sliepen in de kamer boven haar kamer.
- Uit de verklaring van aangeefster volgt dat aan de prostitutie een einde is gekomen toen zij er een streep onder wilde zetten en dat het toen ook is gestopt (pagina 80 van het relaas proces-verbaal). De vraag rijst dan, waarom er op dat willekeurig door aangeefster bepaalde moment kennelijk geen dwang of dreiging meer was.
- Uitgaande van de verklaring van aangeefster heeft zij in de ten laste gelegde periode verplichte seks gehad met honderden mannen, en met sommige mannen meerdere keren. Verwacht zou worden dat in ieder geval een paar van deze mannen aan de hand van informatie van aangeefster over hun naam, uiterlijk en/of andere bijzonderheden getraceerd zouden kunnen worden, maar er is geen één man gevonden. In dit verband is opmerkelijk de opmerking van aangeefster op de zitting dat zij bewust informatie voor de politie heeft achtergehouden om (het gezinsleven van) haar klanten te beschermen.
- Aangeefster heeft in de periode van anderhalf jaar (januari 2006 tot en met circa april 2007) dat zij door de door haar genoemde groep mannen werd gedwongen tot het hebben van seks met hen en met heel veel klanten de medeverdachte [medeverdachte 4] leren kennen, namelijk in maart 2006. Met hem heeft zij in [plaatsnaam 2] (in de buurt van [plaatsnaam 3]) een relatie en een bestaan opgebouwd, welke relatie heeft geleid tot een huwelijk in december 2007. Daarnaast heeft zij in die periode in [plaatsnaam 4] (met succes) haar opleiding HBO-V voortgezet. De rechtbank acht het welhaast onmogelijk dat aangeefster al deze dingen naast elkaar heeft kunnen uitvoeren.