ECLI:NL:RBROT:2011:BP2231
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Essen
- J. Veling
- A. Vrolijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens gebrek aan objectieve gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 27 januari 2011 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoeker, ingediend tegen een rechter in een echtscheidingsprocedure. De wraking werd aangevraagd omdat verzoeker meende dat de rechter niet onpartijdig was, nadat deze had besloten geen kennis te nemen van te laat ingediende financiële stukken. De rechtbank oordeelde dat de mededeling van de rechter om geen kennis te nemen van deze stukken een processuele beslissing was, die in overeenstemming was met het Procesreglement. Verzoeker had de stukken niet tijdig ingediend, wat in strijd was met de regels die de rechtbank had gesteld.
De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank vond geen aanwijzingen dat de rechter jegens verzoeker een vooringenomenheid koesterde. De door verzoeker aangevoerde omstandigheden gaven geen aanleiding om te concluderen dat de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd was.
Uiteindelijk wees de rechtbank het wrakingsverzoek af, omdat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor het oordeel dat de rechter niet onpartijdig was. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier, en de uitspraak werd openbaar gedaan.