ECLI:NL:RBROT:2011:BP5131
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Kostenveroordeling in familierechtzaak wegens onnodig veroorzaakte kosten door advocaat
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 februari 2011 uitspraak gedaan in een familierechtelijke kwestie waarbij de man een verzoekschrift had ingediend tot wijziging van het ouderlijk gezag over zijn minderjarige kind. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 februari 2011 zijn partijen noch hun advocaten verschenen. De vrouw had echter een referteverklaring ingediend, en de advocaat van de man, mr. Nasrullah, heeft de procedure ingetrokken via een faxbrief. De rechtbank constateert dat de man de minderjarige heeft erkend en dat de vrouw van rechtswege alleen belast is met het ouderlijk gezag. De rechtbank vraagt zich af waarom de man via een advocaat een verzoekschrift op tegenspraak heeft ingediend, terwijl partijen overeenstemming hadden kunnen bereiken zonder juridische tussenkomst. De rechtbank wijst op de mogelijkheid voor partijen om zelf een verzoek tot gezamenlijk gezag in te dienen zonder een advocaat in te schakelen.
Daarnaast wordt opgemerkt dat de advocaat van de vrouw, mr. G.H.M. Vriesde, verbonden is aan hetzelfde kantoor als de advocaat van de man, wat in strijd is met de gedragsregels voor advocaten. De rechtbank heeft de betrokken advocaten om opheldering gevraagd, waarna de procedure door de man is ingetrokken. De rechtbank besluit het verzoek van de man buiten behandeling te stellen en veroordeelt hem in de onnodig veroorzaakte kosten van de procedure. Aangezien de man procedeert op basis van een toevoeging, wordt hij veroordeeld het verschuldigde griffierecht te voldoen aan de griffier van de rechtbank. De rechtbank suggereert dat de advocaat van de man de proceskosten voor zijn rekening neemt, gezien de onterecht veroorzaakte kosten door zijn handelwijze. De beschikking is gegeven door mr. J. van de Ven, rechter tevens kinderrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.