ECLI:NL:RBROT:2011:BP5134
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanhouding mondelinge behandeling in verband met plaatsing jeugdige in accommodatie gesloten jeugdzorg
In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 januari 2011 uitspraak gedaan over de aanhouding van de mondelinge behandeling met betrekking tot de plaatsing van een minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. De zaak betreft een verzoek van een stichting om de minderjarige op te nemen in een gesloten jeugdzorginstelling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders of de gezinsvoogd verantwoordelijk zijn voor het vervoer van de minderjarige naar de rechtbank. Indien dit niet mogelijk is en beschermd vervoer noodzakelijk is, kan de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) worden ingeschakeld. De minderjarige heeft aangegeven niet per DV&O naar de rechtbank te willen worden vervoerd, wat haar recht is. De kinderrechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat andere vervoersmogelijkheden niet uitvoerbaar zijn en dat beschermd vervoer noodzakelijk is, aangezien de stichting geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die dit onderbouwen.
De kinderrechter heeft de machtiging om de minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg te doen verblijven, verlengd tot 16 februari 2011. Tevens is bepaald dat het verhoor van de minderjarige, haar advocaat, de belanghebbenden en de stichting op 10 februari 2011 zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw te Rotterdam. De kinderrechter heeft de zaak aangehouden om de minderjarige de gelegenheid te geven haar mening kenbaar te maken, aangezien zij wel gehoord wil worden. De uitspraak is gedaan door mr. E.M.M. Engbers, kinderrechter, in aanwezigheid van griffier H.P. Eekhout.