“1. Welke zijn de huidige klachten en welke verschijnselen neemt u waar bij uw onderzoek? Welke diagnose stelt u hierop?
- Betrokkene heeft sinds het ongeval van 13-02-1999 pijnklachten in zijn nek. Tevens geheugen en concentratievermindering. Hij loopt daardoor moeizaam. Daarnaast is er geleidelijk aan sinds 13-02-1999 een standsafwijking ontstaan van het hoofd naar links. Bij lichamelijk onderzoek heeft betrokkene een scheefstand van het hoofd naar links, niet te corrigeren met willekeurige of onwillekeurige spierbewegingen. Tevens heeft hij een wat moeizaam looppatroon en een vrijwel niet beweeglijke cervicale wervelkolom. De diagnose die wordt gesteld is:
- Flexie/extensie acceleratie/deceleratie non-contact trauma van de cervicale wervelkolom d.d. 13-02-1999.
- Late gevolgen hiervan.
- Torticollis spasmodicum ontstaan met een interval in de jaren na 13-02-1999.
- Geringe syringomyelie C5-7 cervicaal (MRI).
2. Hoe is het beloop van de klachten tot nu toe geweest?
- Betrokkene heeft sinds het ongeval van 13-02-1999 nekpijnklachten gehouden. Tevens hoofdpijnklachten en wat moeite met lopen door zijn gebogen houding. Daarnaast heeft hij geleidelijk aan (vanaf 2003/2004) een abnormale rotatiestand ontwikkeld van zijn hoofd naar links. Hij heeft daarbij een vrijwel onbeweeglijke cervicale wervelkolom gekregen.
3. Zouden alle in uw antwoord 1 genoemde klachten en afwijkingen thans ook en in dezelfde mate aanwezige zijn als het ongeval niet had plaatsgevonden? Zo neen, welke
niet? (…)
- Bij betrokkene is de nekpijn ontstaan in aansluiting van het ongeval van 13-02-1999. De klachten van nekpijn, geheugenvermindering en concentratievermindering kunnen gerelateerd worden aan het ongeval. De torticollis naar links is niet goed te verklaren omdat deze pas is ontstaan in de jaren na 13-02-1999. Voor het eerst wordt er melding gemaakt van een torticollis in één van de verslagen van de UWV gedateerd 2004 (18-08-2004). Hoewel de torticollishouding het gevolg kan zijn van chronische nekpijnklachten ontstaan na het ongeval van 13-02-1999 is er een interval geweest van ongeveer 4 à 5 jaar voordat deze torticollis is ontstaan. De bewegingsbeperking van de cervicale wervelkolom is deels het gevolg van de torticollis naar links. De gevonden afwijkingen (de abnormale rotatie van het hoofd naar links) zijn ontstaan naar aanleiding van de nekpijnklachten die betrokkene ontwikkelde na 13-02-1999. Naar mening van ondergetekende is de bewegingsbeperking van de cervicale wervelkolom en de nekpijn een direct ongevalsgevolg. De stand van het hoofd naar links in het kader van de elders gediagnostiseerde torticollis is een indirect gevolg van het ongeval van 13-02-1999.
(…)
5. Acht U wat betreft de onder 3 omschreven ongevalsgevolgen thans een eindtoestand bereikt? Zo nee, wanneer verwacht U die dan wel? Zo ja, wilt U dan in een percentage uitdrukken wat naar uw mening de daardoor veroorzaakte functionele invaliditeit is? Hierbij de algehele invaliditeit als mens in het geheel op 100% stellend (ongeacht enig beroep); dit volgend de Guides van de AMA (vijfde editie) eventueel aangevuld met de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie.
- Bij betrokkene is er thans sprake van een functionele stationaire eindtoestand.
Het ongeval heeft ten tijde van de neurologische expertise 7 jaar en 6 maanden geleden plaatsgevonden. Op grond hiervan mag worden aangenomen, dat de eindtoestand bereikt is en dat dit stationair zal zijn.
- Het percentage functieverlies voor de gehele persoon wordt vastgesteld voor de AMA-guides en de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie (uitgave 2001). Hierbij wordt uitgegaan van de bewegingsbeperking van de cercivale wervelkolom. Echter vermeldenswaard is dat de bewegingsbeperking niet louter alleen het gevolg is van het ongeval van 13-02-1999, maar ook is ontstaan door de zich langzaam ontwikkelde torticollis. Op grond hiervan wordt het percentage functieverlies voor de gehele persoon vastgelegd op 4%. Voor de gevonden syringomyelie C5 t/m C7 (MRI-bevinding) cervicaal wordt geen invaliditeitspercentage aangegeven, aangezien hier geen klinisch klachtenpatroon aan verbonden is.
(…)
Opmerking II:
Betrokkene heeft de rotatie van zijn linker hoofd (torticollis), die geleidelijk aan gefixeerd is geraakt, ontwikkeld in de jaren na het ongeval van 13-02-1999. Op grond hiervan wordt de abnormale rotatie van het hoofd naar links niet als direct ongevalsgevolg van 13-02-1999 gekwalificeerd. (…)
Opmerking V:
Ten tijde van de expertise verricht door [neurochirurg], neurochirurg d.d. 05-11-2003 is er naar zijn eigen zeggen weinig beperking bij het verrichten van loonvormende arbeid. De beperkingen leiden volgens collega [neurochirurg] niet tot arbeidsonbekwaamheid. Betrokkene heeft vrij spoedig na het ongeval zijn werkzaamheden volledig hervat. Collega [neurochirurg] gaat er vanuit dat een deel van de labiele toestand in de werksituatie het gevolg is van de labiele psychische gesteldheid van betrokkene. Ten tijde van de expertise van [neurochirurg] worden er geen bewegingsbeperkingen van de nek waargenomen. Bij lateroflexie is er stroefheid naar beide zijden. Het hoofd werd destijds enigszins naar links gehouden!”