ECLI:NL:RBROT:2011:BP6866
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- W.J.J. Wetzels
- O.E.M. Leinarts
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 4 maart 2011 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek dat was ingediend door de gemachtigde van verzoeker, mr. J.W. Verhoef. Het wrakingsverzoek was ingediend op 4 februari 2011, terwijl de feiten en omstandigheden waarop het verzoek was gegrond, bekend waren geworden tijdens de zitting op 26 januari 2011. De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat het niet tijdig was ingediend volgens artikel 37 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker geen omstandigheden heeft aangevoerd die de late indiening van het wrakingsverzoek rechtvaardigen. De voorzitter van de wrakingskamer heeft in een telefonische bespreking met de gemachtigde van verzoeker bevestigd dat de zitting op 18 februari 2011 heeft plaatsgevonden, waar het wrakingsverzoek is behandeld. De rechtbank heeft de argumenten van verzoeker en de reactie van de gewraakte rechter in overweging genomen, maar kwam tot de conclusie dat de wraking niet kon worden beoordeeld op inhoudelijke gronden. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en is ter openbare terechtzitting uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.