ECLI:NL:RBROT:2011:BP9300

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
352995 / HA ZA 10-1344
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Mr. Van Zelm van Eldik
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident inzake toepasselijkheid cognossementscondities op raamovereenkomst tot verrichten zeevervoer

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, ging het om een bevoegdheidsincident tussen Global Producers B.V. en Compañía Sud Americana de Vapores S.A. Global Producers vorderde betaling van CSAV voor schade die was ontstaan door het niet tijdig vervoeren van containers met fruit. CSAV voerde aan dat de rechtbank zich onbevoegd moest verklaren op basis van de toepasselijkheid van haar cognossementsvoorwaarden, waarin een forumkeuze voor de Engelse rechter was opgenomen. De rechtbank heeft de vordering van CSAV tot onbevoegdverklaring afgewezen en zich bevoegd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de raamovereenkomst tussen partijen niet onder de cognossementsvoorwaarden viel, omdat deze voorwaarden niet expliciet waren overeengekomen bij de totstandkoming van de raamovereenkomst. De rechtbank concludeerde dat Global Producers als opdrachtgever van CSAV moest worden aangemerkt en dat de bevoegdheid van de rechtbank Rotterdam op basis van het Nederlands recht kon worden vastgesteld. CSAV werd veroordeeld in de kosten van het incident. De zaak werd vervolgens verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord aan de zijde van CSAV.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 352995 / HA ZA 10-1344
Uitspraak: 2 maart 2011 (bij vervroeging)
VONNIS van de enkelvoudige kamer
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GLOBAL PRODUCERS B.V.,
gevestigd te Venlo,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr A. Al Mansouri,
- tegen -
de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging
COMPAÑÍA SUD AMERICANA DE VAPORES S.A.,
gevestigd te Valparaíso, Chili,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr M. Wattel.
Partijen worden hierna aangeduid als "Global Producers" respectievelijk "CSAV".
1. Het verloop van het geding
1.1
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken
- dagvaarding d.d. 8 januari 2010 met de door Global Producers overgelegde producties;
- incidentele conclusie inzake exceptie van onbevoegdheid, met producties;
- conclusie van antwoord in het incident houdende exceptie van onbevoegdheid.
1.2
Partijen hebben hun standpunt in het incident doen bepleiten door hun raadslieden, die zich daarbij bedienden van pleitnotities. Bij die gelegenheid heeft CSAV nog een aantal producties (kopieën van cognossementen) in het geding gebracht.
2. De vordering in de hoofdzaak
2.1
De vordering luidt, verkort weergegeven, om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, CSAV te veroordelen tot betaling aan Global Producers van USD 239.650,- vermeerderd met rente en kosten.
2.2
Global Producers heeft aan de vordering - kort en zakelijk weergegeven - de volgende stellingen ten grondslag gelegd:
(a) partijen hebben op 11 januari 2008 een overeenkomst gesloten, op basis waarvan CSAV op twee verschillende lijnen zou gaan varen om voor Global Producers containers met fruit te vervoeren van Puerto Limón respectievelijk Caldera in Costa Rica naar Rotterdam;
(b) CSAV bleef al snel in gebreke bij het nakomen van deze overeenkomst: zij was niet in staat om aan te geven met welke schepen zij het transport zou gaan uitvoeren en wat de vertrek- en aankomsttijden zouden zijn, zij wilde geen transporten uitvoeren omdat deze niet tijdig tevoren zouden zijn geboekt, zij bracht ten onrechte een handling fee in de laadhavens in rekening en zij kon de afgesproken containercapaciteit niet leveren omdat er op de schepen niet voldoende ruimte beschikbaar was;
(c) een en ander heeft geleid tot grote schade voor Global Producers: USD 230.300,- ter zake van het fruit voor 33 containers dat niet kon worden verscheept en moest worden vernietigd en USD 9.350,- ter zake van ten onrechte in rekening gebrachte handling fees, samen USD 239.650,-.
3. De vordering en het verweer in het bevoegdheidsincident
3.1
De incidentele vordering van CSAV luidt - verkort weergegeven - dat de rechtbank zich onbevoegd zal verklaren, met veroordeling van Global Producers in de kosten van het incident.
3.2
CSAV heeft daartoe - in het kort - het volgende aangevoerd:
(a) zowel in 2007 als in 2008 heeft Global Producers containers met fruit laten vervoeren door CSAV; voor deze transporten zijn door CSAV telkens cognossementen afgegeven, waarin haar 'terms and conditions' toepasselijk werden verklaard met een rechts- en forumkeuze voor Engels recht en de Engelse rechter: "This bill of lading and any claim or dispute arising hereunder shall be subject to English law and the jurisdiction of the English High Court of Justice in London";
(b) op alle vervoerovereenkomsten met CSAV zijn haar cognossementsvoorwaarden met die forumkeuze van toepassing; datzelfde geldt ook voor eventuele niet-vervoerde containers waarop de vordering van Global Producers berust;
(c) op grond van art. 23 EEX-Vo is de rechtbank Rotterdam niet bevoegd.
3.3
Het verweer van Global Producers strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van CSAV in de kosten van het geding.
3.4
Global Producers heeft daartoe - in het kort - het volgende aangevoerd:
(a) voor de 33 niet-vervoerde containers zijn geen cognossementen afgegeven en daarvoor is geen forumkeuze overeengekomen; de forumkeuze in de overgelegde 'terms and conditions of carriage' is beperkt tot geschillen die betrekking hebben op of voortvloeiende uit het betreffende afgegeven cognossement, en geldt dus niet voor de vorderingen van Global Producers;
(b) niet blijkt dat deze 'terms and conditions' ook de cognossementsvoorwaarden zijn op basis waarvan CSAV eerder containers heeft vervoerd voor Global Producers; deze 'terms and conditions' zijn niet van toepassing (verklaard) op de raamovereenkomst van 11 januari 2008;
(c) de forumclausule in de 'terms and conditions' is nietig op grond van art. 629 lid 2 Rv, welk artikel aan de rechtbank bevoegdheid toekent; subsidiair is de rechtbank bevoegd op grond van art. 6 onder a Rv.
4. De beoordeling in het bevoegdheidsincident
4.1
Nu CSAV is gevestigd in Chili en Global Producers in Nederland, moet het beroep op de forumkeuze voor de rechter in Londen worden beoordeeld volgens art. 23 EEX-Vo en wordt de bevoegdheid van de Nederlandse rechter overigens geregeld door intern Nederlands recht.
4.2
De vordering van Global Producers is gebaseerd op de tussen partijen op 11 januari 2008 tot stand gekomen overeenkomst. Partijen zijn het erover eens dat het hierbij ging om een raamovereenkomst op grond waarvan CSAV zich verbond tot het uitvoeren van het zeevervoer van containers met fruit van Costa Rica naar Rotterdam.
4.3
Uit de overgelegde producties en de stellingen van partijen blijkt dat Global Producers, die in onder meer Costa Rica partijen fruit inkocht op basis van FOB en deze in Europa importeerde, een vaste partner zocht voor het vervoer over genoemd traject van containers met fruit in het eerste half jaar van 2008 en dat partijen voor dat vervoer bepaalde tarieven overeenkwamen en ook afspraken maakten over de beschikbare capaciteit ("space agreement"). In het kader van dit bevoegdheidsincident moet Global Producers worden aangemerkt als de opdrachtgever van CSAV om het vervoer van die containers te verrichten.
4.4
Met betrekking tot de totstandkoming van deze overeenkomst heeft Global Producers vier
e-mails overgelegd, alle van 11 januari 2008, als het sluitstuk van de onderhandelingen die in november en december 2007 waren gevoerd tussen de vertegenwoordigers van partijen, te weten de expediteur Albert Scheid GmbH voor Global Producers en CSAV Group Agencies (Germany) GmbH (hierna: CSAV Hamburg) voor CSAV.
4.5
Niet blijkt, noch is gesteld, dat voor of bij de totstandkoming van deze raamovereenkomst door CSAV is aangegeven dat zij wenste dat op deze overeenkomst haar 'terms and conditions' dan wel haar cognossementsvoorwaarden van toepassing zouden zijn.
In de overgelegde e-mails van 11 januari 2008 afkomstig van CSAV Hamburg staat dat ook niet vermeld.
Daarin is wel een drietal standaardverwijzingen opgenomen, te weten naar de "Allgemeinen Deutschen Spediteurbedingungen (ADSp)" voor "Speditionsgeschäften", naar
"die jeweiligen Konnossementsbedingungen" voor "Carrier's Haulages" en naar de "Allgemeinen Geschäftsbedingungen für Schiffsmakler und Schiffsagenten in der Bundesrepublik Deutschland" voor "allen übrigen Geschäften".
Partijen zijn het erover eens dat toepasselijkheid van de eerstgenoemde en de laatstgenoemde algemene voorwaarden in dit geding geen rol speelt en tevens dat het bij "Carrier's Haulages" gaat om vóór- en natransport dat eventueel door CSAV zou worden uitgevoerd voorafgaande aan of volgend op het zeevervoer van een container met fruit.
Verder staat in de eerste e-mail van CSAV Hamburg van 11 januari 2008: "If any item is missing or mis-delineate, pls urgently advise (..), otherwise the enclosed terms accepted by Sh/Cnee" met daaronder een opsomming van de "Shipping terms".
In de verdere e-mails van die dag is alleen nog discussie over bepaalde kosten, niet over algemene voorwaarden.
4.6
Geconcludeerd moet worden dat de toepasselijkheid van de (cognossements)voorwaarden van CSAV op deze raamovereenkomst niet aan de orde is geweest voor en ten tijde van het sluiten van die overeenkomst.
4.7
CSAV voert aan dat haar cognossementscondities steeds uitdrukkelijk van toepassing waren verklaard op het vervoer van containers dat zij in 2007 voor Global Producers had uitgevoerd en dat aldus tussen hen gebruikelijk was - en ook in overeenstemming was met de gewoonte in de internationale handel - dat al het vervoer op die condities werd verricht, zodat dit ook gold voor het vervoer op grond van de raamovereenkomst en voor de raamovereenkomst zelf. Dit standpunt wordt door Global Producers betwist.
4.8
De rechtbank is van oordeel dat onderscheid dient te worden gemaakt tussen de raamovereenkomst strekkende tot het vervoer van containers met fruit tussen Costa Rica en Rotterdam in de betreffende periode enerzijds en de individuele transporten van bepaalde containers anderzijds. Ook indien zou moeten worden aangenomen dat het de bedoeling van partijen was dat op deze individuele transporten, waarvoor telkens een cognossement zou worden afgegeven, de cognossementscondities toepasselijk zouden zijn - de rechtbank laat dit in het midden - dan betekent dat nog niet dat partijen overeenkwamen dat deze condities met daarin het bewuste forumkeuzebeding ook van toepassing waren op de raamovereenkomst. Uit het voorgaande volgt dat niet is gebleken dat partijen dat laatste ten tijde van het sluiten van die overeenkomst inderdaad zijn overeengekomen. Partijen hadden tevoren alleen individuele vervoerovereenkomsten gesloten; dit was hun eerste raamovereenkomst. Ten aanzien van deze raamovereenkomst kan niet worden gesproken van een tussen partijen gebruikelijke handelwijze en evenmin blijkt dat daarbij sprake is van een gewoonte in de internationale handel.
Ook de tekst van het forumkeuzebeding waarop CSAV zich beroept (zie onder 2.2) wijst er niet op dat dit mede zag op een vordering als ingesteld door Global Producers, waarbij CSAV wordt verweten dat zij een aantal containers níet heeft vervoerd, waarvoor zij ook geen cognossement heeft afgegeven.
4.9
De slotsom moet zijn dat ten aanzien van de vordering van Global Producers tussen partijen geen forumkeuze is overeengekomen als bedoeld in art. 23 EEX-Vo.
4.1
Anders dan Global Producers meent, kan de rechtbank Rotterdam geen bevoegdheid ontlenen aan art. 629 Rv, reeds omdat deze bepaling het oog heeft op geschillen tussen een vervoerder en een ontvanger die niet de afzender was, terwijl Global Producers bij de raamovereenkomst moet worden aangemerkt als de opdrachtgever van CSAV tot het uitvoeren van transporten over zee en dus kan worden beschouwd als afzender en zij geen derde-ontvanger was. Daaraan doet niet af dat bij de wel uitgevoerde transporten niet
Global Producers maar de FOB-verkoper van het fruit die de container(s) ten vervoer had aangeleverd op het cognossement was vermeld als 'shipper' (en Global Producers alleen als 'consignee').
4.11
Global Producers baseert de bevoegdheid van de rechtbank Rotterdam subsidiair op
art. 6 onder a Rv als de rechter van de plaats waarheen CSAV het fruit diende te vervoeren. Nu CSAV dit niet heeft betwist - afgezien van het hiervoor verworpen beroep op de forumkeuze - kan de rechtbank hieraan rechtsmacht ontlenen.
De rechtbank is derhalve bevoegd en de incidentele vordering van CSAV zal worden afgewezen, met haar veroordeling in de kosten van het incident.
5. De beslissing
De rechtbank,
in het incident:
wijst de vordering af en verklaart zich bevoegd om van de vordering kennis te nemen;
veroordeelt CSAV in de kosten, tot op deze uitspraak aan de zijde van Global Producers begroot op nihil aan verschotten en op € 2.842,- aan salaris van de advocaat;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 30 maart 2011 voor conclusie van antwoord aan de zijde van CSAV.
Dit vonnis is gewezen door mr Van Zelm van Eldik.