ECLI:NL:RBROT:2011:BQ1273
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Franken
- mrs. Reinds
- mrs. Van Lottum
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in cocaïne-invoeraffaire na gebrek aan bewijs voor opzet en wetenschap
Op 14 april 2011 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van de invoer van 1.017 kilo cocaïne. De zaak kwam voort uit een onderzoek naar een container die op 31 december 2009 vanuit Trinidad naar Nederland was verzonden. Bij inspectie van de container door de douane werden afwijkende dozen aangetroffen, waarin cocaïne was verborgen. De verdachte, huurder van de loods waar de container werd afgeleverd, had een aanzienlijke geldlening afgesloten voor de inklaring van de goederen, maar ontkende wetenschap te hebben gehad van de inhoud van de dozen.
Tijdens de rechtszitting werd vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de logistiek rondom de container, maar dat er onvoldoende bewijs was om aan te tonen dat hij opzet had op de invoer van cocaïne. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de verdachte actief betrokken was bij de gebeurtenissen, er geen bewijs was dat hij wist dat de dozen cocaïne bevatten. De verklaringen van medeverdachten waren niet voldoende om zijn schuld te bewijzen.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij, al dan niet in nauwe en bewuste samenwerking met anderen, opzet had op de invoer van cocaïne of de voorbereidingshandelingen daarvoor. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de noodzaak om opzet en wetenschap aan te tonen bij beschuldigingen van drugshandel.