ECLI:NL:RBROT:2011:BQ4877
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Zelm van Eldik
- Rechtspraak.nl
Verkoop van rijncruiseschepen en de uitleg van overeenkomsten in faillissement
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, gaat het om de verkoop van vijf rijncruiseschepen door Bonaventura Cruises Holding B.V. en andere vennootschappen aan een gefailleerde vennootschap, aangeduid als [gedaagde]. De rechtbank heeft op 4 mei 2011 een vonnis gewezen in een procedure waarin Bonaventura c.s. de curator van [gedaagde] heeft aangesproken op de nakoming van koopovereenkomsten. De vordering van Bonaventura c.s. is gebaseerd op de stelling dat er onvoorwaardelijke koopovereenkomsten zijn gesloten, waarbij [gedaagde] verplicht was de schepen af te nemen en de koopprijzen te betalen. De curator heeft de vordering betwist en zich beroepen op schuldeisersverzuim aan de zijde van Bonaventura c.s., waardoor [gedaagde] niet in verzuim zou zijn geraakt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de raamovereenkomst en de bijbehorende koopovereenkomsten onder bepaalde opschortende voorwaarden zijn gesloten. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen tegen elkaar afgewogen en geconcludeerd dat de curator zich niet met succes kan beroepen op de opschortende voorwaarden die niet in de koopovereenkomsten zijn opgenomen. De rechtbank heeft ook overwogen dat de curator niet kan aantonen dat Bonaventura c.s. in schuldeisersverzuim verkeerde, en dat de curator niet gerechtigd was om de afnameverplichting op te schorten.
De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rol voor nadere conclusies van partijen, waarbij Bonaventura c.s. als eerste aan het woord is. De verdere beoordeling van de overige geschilpunten is aangehouden, en partijen zijn verzocht om specifieke informatie te verstrekken over de vergunningen en certificaten die nodig waren voor de schepen, alsook over de inhoud en uitvoerbaarheid van de bijlagen bij de koopovereenkomsten.