ECLI:NL:RBROT:2011:BQ9879

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
347977
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van reisbureau bij faillissement van luchtvaartmaatschappij en de rol van de garantieregeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 mei 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een reisbureau, aangeduid als [eiseres], en een stichting, aangeduid als [gedaagde]. De kern van het geschil betreft de vraag of [eiseres] als bemiddelaar of als reisorganisator heeft opgetreden bij de verkoop van duikreizen, en of zij aanspraak kan maken op de garantieregeling van [gedaagde] na het faillissement van de luchtvaartmaatschappij [AA].

[eiseres] heeft bij dagvaarding gevorderd dat [gedaagde] haar zou veroordelen tot betaling van een bedrag van € 14.965,00, dat zij had voorgeschoten voor haar klanten om hen van en naar Egypte te krijgen na het faillissement van [AA]. [gedaagde] heeft de vordering betwist en aangevoerd dat [eiseres] niet als bemiddelaar maar als reisorganisator heeft gehandeld, waardoor de garantieregeling niet van toepassing zou zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiseres] zich naar buiten toe presenteert als een reisbureau dat complete duikreizen aanbiedt, en dat zij in feite als reisorganisator heeft opgetreden door pakketreizen aan te bieden.

De rechtbank concludeert dat [eiseres] onvoldoende heeft aangetoond dat zij enkel als bemiddelaar heeft opgetreden en dat de boekingsbevestigingen niet duidelijk maken dat de consument als wederpartij van [AA] heeft te gelden. De rechtbank wijst de vordering van [eiseres] af en veroordeelt haar in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van reisorganisatoren en de voorwaarden waaronder de garantieregeling van toepassing is.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te [plaats],
eiseres,
advocaat mr. E. Douma te Almere,
tegen
de stichting
[gedaagde],
gevestigd te [plaats],
gedaagde,
advocaat mr. R. van den Berg te Amsterdam.
Partijen worden verder aangeduid met “[eiseres]” en “[gedaagde]”.
1. Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de rechtbank kennis heeft genomen.
• het exploot van dagvaarding van 25 januari 2010 met producties;
• de conclusie van antwoord met producties;
• de conclusie van repliek met producties;
• de conclusie van dupliek met producties.
2. De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen het volgende vast.
2.1 [eiseres] (vanaf 26 juni 2008 een besloten vennootschap) is de rechtsopvolgster van de vennootschap onder firma [eiseres] Adventures welke handelde onder de namen [eiseres] Travel en [eiseres] Adventurer.
2.2 [eiseres] is een reisbureau dat zich op haar website presenteert als “het reisbureau met de beste prijzen voor al uw duikreizen is aangesloten bij [gedaagde]…”.
2.3 [eiseres] is (onder meer) aanbieder van compleet verzorgde duikreizen bestaande uit vluchten, accommodatie en duikarrangement.
2.4 [eiseres] maakt gebruik van [eiseres] Travel BV reisvoorwaarden.
2.5 In de reisvoorwaarden van [eiseres] zijn - onder meer - de volgende bepalingen opgenomen:
“9. aansprakelijkheid van de reisorganisatie
a. [eiseres] treedt op als boekingskantoor (reisagent) en bemiddelt derhalve tussen touroperator en klant. [eiseres] Travel aanvaardt geen aansprakelijkheid welke valt onder de activiteiten van de reisorganisatie.
b. Schade voortgekomen uit niet uitgekomen verwachtingen (…) komen voor rekening van de reisorganisator.
2.6 Voorts zijn de volgende bepalingen opgenomen in de reisvoorwaarden van [eiseres] Travel:
“3. Reissom, reisduur en reisprogramma:
(…)
d. Indien een los pakket geboekt wordt, dit is een accommodatie en/of duikpakket zonder een daaraan verbonden vlucht, zal [eiseres] Travel reserveringskosten van 45,- per boeking in rekening brengen.
6. Wijziging en in-de-plaatsstelling-door de opdrachtgever:
(…) Indien het vervoer en verblijf in de brochure als losse segmenten worden aangeboden, zijn de desbetreffende annuleringsvoorwaarden van toepassing. Voor lijndiensten gelden afwijkende voorwaarden; na het printen van het vliegticket worden altijd 100% annulering - of wijzigingskosten in rekening gebracht.
7. Annulering door de opdrachtgever:
(…)
c. Indien een reiziger of een deel van de reizigers, die gezamenlijk voor een verblijf in een gezamenlijke hotelkamer zijn geboekt, annuleert, dan geldt dit als annulering van de gehele reisovereenkomst voor dat deel van de reizigers dat op dezelfde hotelkamer zou verblijven.
d. De overgebleven reizigers hebben de mogelijkheid een nieuwe reisovereenkomst met [eiseres] Travel aan te gaan, waarbij de reissom zoals vermeld in het reisprogramma van toepassing is. Geldt deze overeenkomst voor hetzelfde tijdvak en dezelfde accommodatie, dan wordt op de nieuwe reissom de verschuldigde of ontvangen annuleringsgelden in mindering gebracht.
8. Annulering en wijziging door de reisorganisator:
(…)
f. Bij overboeking dient de organisator een gelijkwaardig alternatief aan te bieden om zodoende aan zijn deel van de overeenkomst te voldoen. De opdrachtgever is gerechtigd het alternatief (onder vermelding van redenen) te weigeren, mits dit schriftelijk binnen vijf dagen na het aanbod van [eiseres] Travel is gebeurd. Tevens kan de organisator onder verrekening van het verschil met de oorspronkelijke reissom, een andere datum, andere accommodatie of een andere reis uit het programma aanbieden.”
2.7 [gedaagde] heeft onder meer ten doel het doen van uitkeringen aan of voor consumenten ter zake van de op de Nederlandse markt aangeboden of afgesloten reisovereenkomsten indien deze consumenten geldelijk schade lijden in gevallen dat de betrokken reisorganisator, reisagent, vervoerder of verstrekker van verblijf wegens financieel onvermogen niet presteert.
Deze uitkeringen worden alleen gedaan indien en voorzover een deelnemende reisorganisator, een deelnemende vervoerder of een deelnemende verstrekker van verblijf wegens financieel onvermogen niet kan presteren en de reisovereenkomst, de overeenkomst van vervoer of de overeenkomst van verblijf door de consument rechtstreeks hetzij door bemiddeling van een reisagent bij de deelnemende reisorganisator, vervoerder of verstrekker is aangeboden.
Op jaarbasis garandeert [gedaagde] een bedrag van 4,5 miljard aan reisgelden.
2.8 [eiseres] heeft ten behoeve van haar klanten losse vliegtickets geboekt bij [A], handelend onder de naam [AA].
2.9 Op 26 oktober 2006 is [AA] failliet verklaard. In dit verband heeft [gedaagde] op 26 oktober 2006 een algemene mail verstuurd waarin reisbureaus werden bericht dat [AA] failliet was verklaard. In de e-mail wordt met klem verzocht geen vooruitbetalingen meer aan [AA] te doen. Vooruitbetalingen die zouden worden gedaan na 26 oktober 2006 werden niet meer door [gedaagde] gegarandeerd. Voorts werden de reisbureaus uitgenodigd namens de klant een schadeclaim bij [gedaagde] in te dienen.
2.10 Naar aanleiding van voornoemd faillissement heeft [eiseres] [gedaagde] direct gemaild met het verzoek een terugvlucht voor de klanten van [AA] in Egypte te regelen. [gedaagde] stelde zich echter op het standpunt dat [eiseres] de reizen van [AA] op eigen naam zou aanbieden en dus als touroperator diende te worden aangemerkt. In dat verband zou [eiseres] zelf verantwoordelijk zijn voor de terugvlucht van de klanten van [AA].
3. De vordering
3.1 [eiseres] heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 14.965,00 aan hoofdsom, € 904,00 aan buitengerechtelijke kosten en veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
3.2 Reizigers die via de bemiddeling van [eiseres] bij [AA] hebben geboekt, hebben zich tot [eiseres] gewend om een beroep te doen op de garantie.
3.3 [eiseres] heeft in totaal tot het moment van dagvaarden € 14.965,00 aan Transavia en Nile Travel voldaan om haar klanten alsnog van en naar Egypte te krijgen [eiseres] komt een beroep op de garantieregeling toe zodat de door haar geleden schade door [gedaagde] dient te worden vergoed.
[gedaagde] is ongerechtvaardigd verrijkt doordat [eiseres] de vluchten voor de gedupeerde reizigers heeft voldaan terwijl [eiseres] is verarmd.
3.4 [eiseres] is als reisbureau actief en niet als touroperator. Doorslaggevend is hoe [eiseres] zich naar buiten toe presenteert. [eiseres] biedt meerdere lossen diensten aan. De klant kan op de facturen zien welke touroperator de diensten heeft aangeboden.
3.5 [eiseres] heeft de reizen niet op eigen naam ingekocht en verkocht. [eiseres] heeft geen vluchten ingekocht bij [AA]. [eiseres] heeft zich jegens haar klanten niet verbonden tot het verschaffen van de overeengekomen reis. Dit risico lag (onder andere) bij [AA]. Er was geen sprake van doorverkopen.
3.6 Op de achterkant van de boekingsbevestiging, de reisinformatie en de begeleidende brief voor de klant staat vermeld dat [eiseres] slechts bemiddelt.
3.7 [AA] heeft de toeslag van het calamiteitenfonds aan [eiseres] doorberekend. Deze toeslag kan alleen worden doorberekend als het gaat om een reisbureau die een arrangement of vlucht afneemt en mag niet worden doorberekend in geval van business tot business.
3.8 [eiseres] betaalt op advies van mevrouw [B] van [gedaagde] de premie van een touroperator bij [gedaagde] aangezien zij van plan was op den duur zelf reizen te gaan organiseren naar verre bestemmingen. [gedaagde] wist op dat moment dat er slechts bemiddelingsactiviteiten werden verricht.
4. Het verweer
4.1 [gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daartoe het volgende -zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang- aangevoerd.
Ofschoon [eiseres] bij herhaling stelt dat zij de betrokken overeenkomsten niet op eigen naam, maar in naam van [AA] is aangegaan, wordt deze stelling niet steekhoudend onderbouwd.
4.2 Op de door [eiseres] in het geding gebrachte boekingsbevestigingen staat niet vermeld dat [eiseres] de overeenkomst namens een ander sloot. Uit hetgeen [eiseres] met de betrokken consumenten heeft gecommuniceerd konden en mochten deze niet opmaken dat [eiseres] niet op eigen naam maar als tussenpersoon de (reis)overeenkomsten sloot. Juist uit de boekingsbevestiging moet blijken wie de wederpartij is van de consument.
4.3 In het boekingsstuk dat bij repliek in het geding is gebracht, wordt [eiseres] BV genoemd terwijl ten tijde van onderhavige boekingen [eiseres] geen BV was maar een VOF. [gedaagde] betwist uitdrukkelijk dat de in het geding gebrachte boekingsbevestiging relevant is voor onderhavige procedure. Nu de boekingsbevestigingen geen aanknopingspunt bieden voor de stelling van [eiseres] dat zij niet op eigen naam handelde, moet [eiseres] het hebben van andere omstandigheden die daarop duiden. Die kan zij echter niet aanwijzen.
4.4 [eiseres] biedt volledig verzorgde duikreizen aan, zoals ook blijkt op haar website. Deze reizen worden door [eiseres] zelf samengesteld uit onderdelen die door verschillende toeleveranciers worden geleverd en vervolgens door [eiseres] als een pakket met een eigen prijsstelling verkocht. De boekingsbevestigingen hebben betrekking op het gehele pakket tegen één enkele prijs. [eiseres] stelt haar eigen reisvoorwaarden van toepassing te verklaren, niet die van toeleveranciers.
[eiseres] bevestigde ook reizen voordat bij [AA] onderdelen voor die reizen werden ingekocht, hetgeen er op duidt dat [eiseres] kon beschikken over de stoelenvoorraad van [AA] tegen een vooraf vastgestelde inkoopprijs. Nergens blijkt dat [AA] aan [eiseres] commissie betaalde en dat tussen [eiseres] en [AA] afspraken inzake bemiddeling of een agentuurovereenkomst golden.
4.5 Indien [eiseres] slechts bemiddeld zou hebben tussen de klant en [AA] is niet te verklaren waarom verschillen bestaan tussen de reisbevestiging van [eiseres] aan consumenten en de bevestigingen van [AA] aan [eiseres].
4.6 [eiseres] heeft een verkeerde voorstelling van zaken over de waarde die [gedaagde] aan de term “touroperator” toekent. In de statuten en reglementen van [gedaagde] komen de termen “reisbureau” of “touroperator” niet voor. Tot 2008 werden deze termen specifiek en uitsluitend gehanteerd als aanduiding van de categorie waarin een deelnemer voor de te betalen deelnemersbijdrage (zijnde de bijdrage in de bureaukosten van [gedaagde]) werd ingedeeld. [gedaagde] kent een bijdrage van (thans) € 270,00 per kalenderjaar voor deelnemers van wie de omzet op eigen naam (risicodragende omzet) lager is dan € 250.000,00 per jaar en maximaal 50% van hun totale omzet en een bijdrage van (thans) € 1.356,00 per kalenderjaar voor alle overige deelnemers. Omdat de termen “reisbureau” en “touroperator” de lading niet dekten, wordt sinds 2008 gesproken van tariefgroepen I en II. De tariefgroepindeling geeft daarom geen antwoord op de vraag of een deelnemer omzet op eigen naam of als tussenpersoon heeft.
4.7 De vraag in welke omvang deelnemers risicodragende omzet hebben is voorts van belang voor de hoogte van de te stellen bankgarantie. Deelnemers, en dus ook [eiseres] moeten [gedaagde] jaarlijks opgave doen van hun risicodragende omzet, zijnde de omzet die wordt geboekt met (reis) overeenkomsten die onder de [gedaagde]-garantie vallen en waarvoor [gedaagde] dus potentieel het risico loopt. De vereiste bankgarantie wordt over dit deel van de omzet berekend. Voor zover deelnemers ook omzet boeken met (reis)overeenkomsten die zij niet op eigen naam sluiten maar op naam van een andere deelnemer van [gedaagde], geven zij die niet als risicodragende omzet op. Zij hoeven daar dan ook geen bankgarantie over te stellen.
Bij haar aanmelding als deelnemer had [eiseres] helemaal geen risicodragende omzet opgegeven. [gedaagde] betwijfelde of dit juist kon zijn en heeft navraag gedaan. [eiseres] was toen niet in staat duidelijk te maken of en zo ja welke omzet zij had die niet risicodragend was. [gedaagde] kon dan ook niet anders aannemen dan dat de hele omzet van [eiseres] risicodragend was en heeft de bankgarantie die zij van [eiseres] vroeg daarop afgestemd. Daar heeft [eiseres] geen bezwaar tegen gemaakt.
4.8 [gedaagde] stelt vast dat
- de boekingsbevestigingen één pakket voor één prijs vermelden, niet de voorwaarden van de toeleveranciers vermelden.
- [eiseres] geboekte reizen aan de consument bevestigt nog voordat zij de corresponderende onderdelen bij [AA] had ingekocht
- verschillen bestaan tussen de reisbevestiging van [eiseres] aan de consumenten en de bevestigingen van [AA] aan [eiseres], waarmee de stelling dat zij zou bemiddelen voor [AA] niet is te rijmen.
4.9 Het betoog omtrent de bijdrage voor het Calamiteitenfonds die [AA] aan [eiseres] in rekening bracht laat onverlet dat [eiseres] op eigen naam met haar klanten heeft gecontracteerd. Hoe en wat [AA] omtrent het handelen van [eiseres] al dan niet heeft begrepen doet aan die feitelijke constatering niet af.
5. De beoordeling van de vordering
5.1 Het geschil gaat kort gezegd om de vraag of [eiseres] een reisbureau is dat als bemiddelaar optreedt of een reisorganisator van pakketreizen die op eigen naam met de consument een contract afsluit. Essentieel voor de [gedaagde] garantie in onderhavig geval is dat deze slechts van toepassing is als tussen [AA] en de consument een (reis)overeenkomst tot stand is gekomen. Voor het antwoord op de vraag of iemand jegens een ander bij het sluiten van een overeenkomst handelt in eigen naam of namens een ander, is bepalend hetgeen partijen over en weer daaromtrent jegens elkaar hebben afgeleid en mochten afleiden.
5.2 Een reisorganisator is degene die van te voren georganiseerde reizen aanbiedt aan het publiek of aan een groep van personen daarbij handelend op eigen naam en in de uitoefening van zijn bedrijf. Onverschillig is of hij zich al dan niet reisorganisator noemt en of hij de reis of delen daarvan zelf verzorgt, dan wel daarvoor anderen als hulppersoon inschakelt. Volgens de Nederlandse wetgever gaat het om het op eigen initiatief samenstellen van een reis die de reisorganisator, nadat zij is samengesteld vervolgens aan het publiek aanbiedt. Onder het begrip reisorganisator valt niet het in opdracht en op aanwijzing van de reiziger samenstellen van een reis.
5.3 [eiseres] stelt dat door haar organisatie alleen als bemiddelaar opgetreden wordt en dat zij zich als zodanig presenteert. De door haar gebruikte reisvoorwaarden zijn niet eenduidig. Het moge zo zijn dat [eiseres] zich naar buiten toe presenteert als een reisbureau door op de ramen een affiche met reisbureau te plakken en de onder r.o. 2.5 vermelde bepaling in haar reisvoorwaarden te hebben opgenomen, op de site worden door [eiseres] echter compleet verzorgde duikreizen aangeboden. Uit de bepalingen in de reisvoorwaarden gemeld onder rechtsoverweging 2.6 volgt dat weldegelijk sprake is van het aanbieden van pakketreizen. Uit artikel 3 van de aangehaalde voorwaarden kan worden opgemaakt dat verkoop van een los onderdeel uit een pakket een uitzondering is. Ook artikel 6 van de voorwaarden brengt met zich mee dat een los onderdeel een uitzondering is. In artikel 7 van de voorwaarden wordt gesproken over “de gehele reisovereenkomst” waarmee wordt aangegeven dat sprake is van een pakket. In artikel 8 van de voorwaarden wordt “een andere reis uit het programma aangeboden”. Daarmee wordt eveneens verwezen naar een pakket.
Anders dan in de aangehaalde uitspraak van de HR van 11 juni 2010 gaat het hier niet om reizen die samengesteld worden op verzoek en initiatief van een reiziger bij andere reisorganisaties maar om “complete” reispakketten bestaande uit vluchten, accomodaties en duikarrangementen die door [eiseres] worden aangeboden waarbij [eiseres] de eigen reisvoorwaarden hanteert. Uit de in het geding gebrachte boekingen blijkt voorts niet dat wordt verwezen naar van toepassing zijnde algemene voorwaarden van de organisaties waarbij is geboekt.
Kortom, de rechtbank komt tot de conclusie dat [eiseres] voornamelijk door haar zelf samengestelde pakketreizen en soms losse pakketten/elementen (accommodatie, vlucht of duikarrangement) verkoopt. De door haar gehanteerde algemene reisvoorwaarden vormen onvoldoende aanknopingspunt om te kunnen concluderen dat [eiseres] niet op eigen naam overeenkomsten met [AA] heeft gesloten.
In de algemene reisvoorwaarden van [eiseres] zijn boekingsvoorwaarden en reisvoorwaarden gecombineerd. Reisvoorwaarden (zie r.o. 2.6) die van toepassing zijn voor de op naam van [eiseres] gesloten reisovereenkomsten en boekingsvoorwaarden (zie r.o. 2.5) voor het geval niet op eigen naam wordt gecontracteerd, maar wordt bemiddeld. Overigens is in onderhavige procedure niet gebleken dat de algemene reisvoorwaarden van [eiseres] van toepassing waren op de overeenkomsten waarvoor in onderhavige procedure schadevergoeding wordt gevorderd.
5.4 Beoordeeld dient derhalve te worden of uit de gang van zaken bij de totstandkoming van de individuele reisovereenkomsten kan worden geconcludeerd dat [eiseres] in het concrete geval als bemiddelaar is opgetreden omdat niet [eiseres] maar de consument als wederpartij van [AA] had te gelden voor de geboekte vlucht.
5.5 Uit de door [eiseres] in het geding gebrachte boekingsbevestigingen is op te maken dat de cliënten waarvoor [eiseres] in onderhavige procedure een schadevergoeding claimt bij haar een totaalpakket hadden besteld bestaande uit vlucht, accommodatie en duikarrangement. Op de facturen wordt op geen enkele wijze verwezen naar algemene voorwaarden, niet naar de reisvoorwaarden van [eiseres] zelf en evenmin naar voorwaarden van andere partijen.
Er wordt een reissom in rekening gebracht met aanvullende diensten, maar uit de factuur kan niet worden opgemaakt hoeveel betaald diende te worden voor de vlucht en hoeveel voor de accommodatie. Op de boekingsbevestigingen staan de verschillende onderdelen van de reis opgesomd: vluchtgegevens, verblijfsgegevens en aanvullende diensten. Niet wordt duidelijk welk onderdeel door welke organisatie wordt uitgevoerd. Onderin de factuur staat in kleine lettertjes vermeld “Touroperator: [AA]/RSD” . Naar het oordeel van de rechtbank is een dergelijke toevoeging zonder context onvoldoende om te kunnen opmaken dat bedoeld is met een andere partij te contracteren dan [eiseres]. Hoe dan ook valt uit de boekingsbevestiging niet te concluderen dat de consument als wederpartij van [AA] heeft te gelden.
Pas bij repliek komt [eiseres] met “een achterkant van de boekingsbevestiging en de reisinformatie”. Op geen enkele wijze is gebleken dat deze achterkant de achterkant zou zijn van de eerder in het geding gebrachte boekingsbevestigingen of dat de overige documenten hierbij behoren. Bovendien heeft [gedaagde] gemotiveerd betwist dat deze producties betrekking zouden hebben op de boekingsbevestigingen die voor onderhavige zaak van belang zijn omdat in de tekst de BV staat vermeld terwijl [eiseres] destijds een VOF was. Gelet op deze betwisting van [gedaagde] laat de rechtbank de bij repliek in het geding gebrachte producties buiten beschouwing.
5.6 Na het goed opgebouwde gemotiveerd verweer van [gedaagde] had het op de weg van [eiseres] gelegen haar stelling dat zij geen wederpartij van de consument was maar slechts als boekingskantoor optrad, nader te onderbouwen en handen en voeten te geven. De boekingsbevestigingen ondersteunen - de vordering - onvoldoende. Onduidelijk is gebleven hoe bij de consument en [AA] kenbaar had moeten zijn dat [eiseres] slechts als bemiddelaar optrad. Nu ook uit overige omstandigheden niet kan worden opgemaakt dat [eiseres] als vertegenwoordiger op basis van lastgeving of bemiddeling van de consument is opgetreden en niet op eigen naam handelde, is de [gedaagde] niet gehouden op grond van de garantieregeling reisgelden de kosten die door [eiseres] zijn gemaakt ten behoeve van haar cliënten ten gevolge van het faillissement van [AA] te vergoeden. Van een ongerechtvaardigde verrijking van [gedaagde] is derhalve geen sprake.
5.7 Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat [eiseres] onvoldoende heeft gesteld om tot toewijzing van de vordering te kunnen komen zodat deze voor dadelijke afwijzing gereed ligt.
5.8 [eiseres] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld.
6. De beslissing
De rechtbank:
1. wijst de vordering af;
2. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op € 904,00 aan salaris voor de gemachtigde;
Dit vonnis is gewezen door mr. F.B. Böttcher en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 mei 2011 in aanwezigheid van de griffier.