ECLI:NL:RBROT:2011:BT2645
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.H. Veling
- H. van Lokven-van der Meer
- P. Vrolijk
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om verschoning van de rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 6 september 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot verschoning van de rechter. De rechter had op 17 augustus 2011 een schriftelijk verzoek tot verschoning ingediend, omdat hij zich ongemakkelijk voelde in verband met zijn vriendschap met een radioloog die betrokken was bij de zaak. De rechtbank oordeelde dat de door de rechter aangevoerde omstandigheid, in combinatie met het feit dat hij zelf om verschoning vroeg, een zwaarwegende aanwijzing opleverde voor de vrees dat zijn onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen. Eiser, die zich niet tegen de onpartijdigheid van de rechter verzette, vroeg wel om een spoedige planning van een nieuwe zitting. De rechtbank benadrukte dat verschoning een middel is om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter te waarborgen. De rechtbank concludeerde dat de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd was en heeft het verzoek tot verschoning toegewezen. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor verschoningszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters.