ECLI:NL:RBROT:2011:BT6243
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Zelm van Eldik
- Rechtspraak.nl
Merkinbreuk door verkoop van namaakrijst onder de naam [persoon 1]
In deze zaak, uitgesproken op 28 september 2011 door de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een vordering van de S.A. Nouvelle Rizerie du Nord (NRDN) tegen een supermarktondernemer, aangeduid als [gedaagde], wegens merkinbreuk. NRDN, houder van het woord-/beeldmerk [persoon 1] voor rijst, stelt dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt door zakken rijst onder dezelfde naam te verkopen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] in 2010 zakken basmatirijst met het opschrift [persoon 1] heeft verkocht, die sterk leken op de zakken van NRDN. NRDN heeft op 20 november 2010 conservatoire bewijsbeslag laten leggen op 217 zakken rijst in de winkel van [gedaagde].
De rechtbank oordeelt dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door deze namaakrijst te verkopen, en verklaart voor recht dat hij in strijd met het merkrecht van NRDN heeft gehandeld. De rechtbank veroordeelt [gedaagde] om de inbeslaggenomen zakken rijst te laten vernietigen en om de schade die NRDN heeft geleden te vergoeden, welke nader moet worden opgemaakt bij staat. Tevens wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 6.795,96, met wettelijke rente indien deze niet binnen veertien dagen na de uitspraak wordt voldaan. De rechtbank ontzegt het meer of anders gevorderde en verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
De zaak benadrukt de verantwoordelijkheden van verkopers om te verifiëren of de producten die zij aanbieden inbreuk maken op bestaande merkrechten. De rechtbank concludeert dat de onrechtmatige merkinbreuk aan [gedaagde] kan worden toegerekend, ondanks zijn verweer dat hij niet op de hoogte was van de inbreuk.