ECLI:NL:RBROT:2011:BT8218
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.J.J. Wetzels
- L.A.C. Nifterick
- M.C. van der Kolk
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter in een civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 oktober 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van een rechter in een civiele procedure. Het verzoeker, die betrokken was bij een procedure over partneralimentatie, heeft de rechter gewraakt na een zitting op 1 september 2011. Tijdens deze zitting heeft de rechter suggesties gedaan die volgens verzoeker aanleiding gaven voor de vrouw om een verzoek tot terugvordering in te dienen. Verzoeker stelde dat de rechter hierdoor partijdig was en dat hij 'meegeprocedeerd' had. Het wrakingsverzoek werd pas op 16 september 2011 ingediend, wat volgens de rechtbank te laat was, aangezien verzoeker de feiten en omstandigheden die tot de wraking leidden al eerder had kunnen onderkennen. De rechtbank oordeelde dat verzoeker het verzoek tot wraking niet tijdig had ingediend, omdat hij dit pas deed nadat de vrouw haar verzoekschrift had ingediend. De rechtbank concludeerde dat verzoeker niet ontvankelijk was in zijn verzoek tot wraking, omdat hij niet had gehandeld zodra de feiten en omstandigheden aan hem bekend waren geworden. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit drie rechters, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.