ECLI:NL:RBROT:2011:BU3360
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- W.J.J. Wetzels
- H. van Lokven-van der Meer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaak met betrekking tot mensensmokkel en oplichting
Op 4 november 2011 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door de verzoeker in een strafzaak. De verzoeker was beschuldigd van medeplegen van mensensmokkel, oplichting, witwassen en lidmaatschap van een criminele organisatie. Tijdens de behandeling van de strafzaak op 10 oktober 2011 heeft de raadsman van de verzoeker de rechters gewraakt, omdat zij een verzoek tot het horen van tolken als getuigen hadden afgewezen. De verzoeker stelde dat deze afwijzing onbegrijpelijk was en voortkwam uit vooringenomenheid van de rechters.
De rechtbank oordeelde dat een onwelgevallige beslissing van een rechter op zichzelf geen grond voor wraking oplevert, tenzij er sprake is van een onbegrijpelijke beslissing die wijst op vooringenomenheid. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van het verzoek om tolken te horen niet zo onbegrijpelijk was dat dit een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleverde. De rechters hadden de verzoeker de gelegenheid geboden om aan te geven welke gesprekken ten onrechte aan hem waren toegeschreven, wat volgens de rechtbank aantoont dat er geen sprake was van vooringenomenheid.
De rechtbank benadrukte dat de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechters moet worden vermoed, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. In dit geval waren er geen aanwijzingen dat de rechters niet onpartijdig waren. De rechtbank wees het wrakingsverzoek af, omdat de verzoeker niet had aangetoond dat er sprake was van een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid.