ECLI:NL:RBROT:2011:BV0994
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L.J. van Die
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en huurprijsaanpassing door economische omstandigheden
In deze zaak vorderde de verhuurster, aangeduid als [eiseres], de ontbinding van de huurovereenkomst met de huurder, aangeduid als [gedaagde], en de ontruiming van het gehuurde. De huurder had de betaling van huurpenningen tijdelijk opgeschort, stellende dat haar tegenvallende bedrijfsresultaten deels aan de verhuurster te wijten waren. De kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam oordeelde dat de huurder, die sinds 1998 het gehuurde in gebruik had, niet kon aantonen dat de verminderde omzet als gevolg van externe omstandigheden, zoals de economische crisis, een onvoorziene omstandigheid was die de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De kantonrechter stelde vast dat de huurder gedurende elf jaar het gehuurde zonder problemen had kunnen exploiteren en dat de daling van de omzet een ondernemersrisico was. De omstandigheden die de huurder aanvoerde, zoals de leegstand van kantoren en bouwwerkzaamheden in de nabijheid, werden niet als gebreken of onvoorziene omstandigheden erkend. De kantonrechter hield de verdere beslissing aan, zodat de verhuurster in de gelegenheid werd gesteld om te reageren op de stelling van de huurder dat de huurovereenkomst per medio december 2010 was geëindigd. De zaak werd verwezen naar de rolzitting voor verdere behandeling.