ECLI:NL:RBROT:2011:BW4374
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Regresvordering van verzekeraar HDI-GERLING tegen gedaagde wegens kosten gerelateerd aan douane-inklaring van beschadigd jacht
In deze zaak vorderde HDI-GERLING VERZEKERINGEN N.V. (hierna: HDI) betaling van € 20.189,48 aan hoofdsom en € 2.135,= aan administratiekosten van de gedaagde, die in 2004 eigenaar was van een zeiljacht genaamd Superbigou. Het jacht was tijdens een zeereis ernstig beschadigd en werd in juni 2004 geborgen. De gedaagde gaf een Canadese onderneming, Avalon Custom Brokers, opdracht om de repatriëring van het jacht te verzorgen. Eimskip Transport BV verzorgde op 13 juli 2004 de inklaring van het jacht in Rotterdam en factureerde de kosten aan de gedaagde via Avalon. In 2006 ontving Eimskip een uitnodiging tot betaling van de douane wegens onterecht niet afgedragen BTW bij invoer, wat leidde tot een bezwaarprocedure.
HDI stelde dat zij, als verzekeraar van Eimskip, recht had op regres van de gedaagde voor de kosten die Eimskip had gemaakt in verband met de douane-inklaring en de daaropvolgende acties. De rechtbank oordeelde dat er geen rechtsgeldige overeenkomst was tussen de gedaagde en Eimskip, en dat de Fenex-voorwaarden niet van toepassing waren. De rechtbank concludeerde dat de kosten die HDI vorderde niet rechtstreeks verband hielden met de uitvoering van de opdracht aan Eimskip en dat de gedaagde niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de kosten van de adviseur die door Eimskip was ingeschakeld zonder toestemming van de gedaagde.
Uiteindelijk wees de rechtbank de vordering van HDI af en veroordeelde HDI in de proceskosten van de gedaagde. Dit vonnis werd uitgesproken op 9 november 2011 door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten.