ECLI:NL:RBROT:2012:8977

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 november 2012
Publicatiedatum
15 november 2013
Zaaknummer
92609 - HA ZA 11-2257
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad bij ongeval in sporthal

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 21 november 2012, gaat het om een onrechtmatige daad die heeft plaatsgevonden in een sporthal. [Eiseres], de moeder van [Kind], vorderde schadevergoeding na een ongeval waarbij [Kind] zijn duim tussen de deur kreeg toen [Gedaagde 1] deze dichtdeed. De rechtbank heeft vastgesteld dat [Gedaagde 1] onzorgvuldig heeft gehandeld door niet te controleren of er vingers tussen de deur konden komen. De rechtbank oordeelde dat [Gedaagde 1] [Kind] had moeten zien en dat zijn handelen onrechtmatig was. De rechtbank heeft [Gedaagde 1], Soccershowdown B.V. en Reaal Schadeverzekeringen N.V. hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schade die [Kind] heeft geleden.

De rechtbank heeft de schade begroot op € 4.000,-- voor immateriële schade, waarbij rekening is gehouden met de eigen schuld van [Kind], die 20% van de schade voor zijn rekening moet nemen. Dit resulteert in een te betalen bedrag van € 3.200,-- door de gedaagden aan [Eiseres]. De rechtbank heeft ook de wettelijke rente toegewezen vanaf de datum van het ongeval, 17 april 2009. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De proceskosten werden toegewezen aan [Eiseres], met uitzondering van de kosten van de stichting, die op nihil zijn gesteld.

De rechtbank heeft in haar beslissing verklaard dat [Gedaagde 1] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [Kind] en dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de geleden schade. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DORDRECHT

Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 92609 / HA ZA 11-2257
Vonnis van 21 november 2012
in de zaak van
[Eiseres],
voorheen in de hoedanigheid van de met het ouderlijk gezag belaste moeder van
[Kind]
wonende te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. G.C. Haulussy,
tegen

1.[Gedaagde 1]

wonende te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOCCERSHOWDOWN B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
3. de stichting
STICHTING STREET DREAMS,
gevestigd te Rotterdam,
4. de naamloze vennootschap
REAAL SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Zoetermeer,
gedaagden,
advocaat mr. S.W. Polak.
Partijen zullen hierna [Eiseres] en [alle gedaagden] (voor gedaagden gezamenlijk en afzonderlijk [Gedaagde 1], Soccershowdown, Street Dreams en Reaal) genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 april 2012 (hierna: het tussenvonnis) en de daarin genoemde
stukken;
  • het proces-verbaal van getuigenverhoor van 21 juni 2012;
  • het proces-verbaal van getuigenverhoor van 8 oktober 2012.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Ten tijde van de aanvang van onderhavige procedure was [Kind] (hierna: [Kind]) minderjarig en trad [Eiseres] op als procespartij in de hoedanigheid van de met het ouderlijk gezag belaste moeder. Op 15 februari 2012 is [Kind] meerderjarig geworden. Nu [Kind] geen gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid tot schorsing van het geding als bedoeld in artikel 225 Rv, wordt het geding op naam van [Eiseres] voortgezet.
2.2.
In het tussenvonnis is [Eiseres] toegelaten tot bewijs van haar stelling dat toen [Gedaagde 1] op 17 april 2009 in de sporthal de deur van de kleedkamer dicht deed, hij [Kind] zag of had moeten zien.
2.3.
Ter voldoening aan die bewijsopdracht zijn aan de zijde van [Eiseres] twee getuigen gehoord, te weten [getuige 1] en [getuige 2]. In de contra-enquête zijn [Gedaagde 1] en [getuige 3] als getuige gehoord.
2.4.
De getuigenverklaringen van [getuige 1]en [getuige 2] bevestigen de verklaring van [Kind] (afgelegd tijdens de comparitie), te weten dat [Kind] in de kleedkamer stond, geleund met zijn rechterhand tegen de (rechterzijde van de) deurpost toen [Gedaagde 1] ‒ die in de sportzaal stond ‒ de deur van de kleedkamer dicht deed. De rechtbank gaat uit van deze toedracht. Aan de verklaring van [Gedaagde 1], te weten dat [Kind] niet in de kleedkamer, maar achter [Gedaagde 1] in de naastgelegen sportzaal stond toen [Gedaagde 1] de deur dichtdeed, wordt voorbij gegaan nu [Gedaagde 1] een weinig overtuigende getuigenverklaring heeft afgelegd. [Gedaagde 1] heeft in zijn conclusie van antwoord, tijdens de comparitie en tijdens zijn getuigenverhoor inconsequent verklaard over hetgeen is gebeurd direct voorafgaand aan het ongeval. Nadat [Gedaagde 1] hiermee door de rechtbank werd geconfronteerd, heeft hij geen overtuigende verklaring voor deze inconsequenties kunnen geven.
2.5.
Dat [getuige 3] heeft verklaard dat hij een bebloede nagel heeft gezien die zat vastgeplakt aan de deurpost aan de kant van de sportzaal, is onvoldoende om de verklaringen van [Kind], [getuige 1]en [getuige 2] in twijfel te trekken nu de verklaring van [getuige 3] door geen enkel ander (overtuigend) bewijsmiddel wordt gesteund.
2.6.
Ervan uitgaande dat [Kind] in de kleedkamer stond toen zijn duim tussen de deur kwam, wordt geoordeeld dat [Gedaagde 1] [Kind] heeft gezien of had moeten zien toen hij de deur dicht deed. Immers stond [Kind] met zijn hand geleund tegen de deurpost en stond [Gedaagde 1] in de deuropening voordat hij de deur dichtdeed. Aldus is [Eiseres] geslaagd in haar bewijsopdracht.
Er waren derhalve omstandigheden die tot extra oplettendheid noopten. Het dichttrekken van de deur door [Gedaagde 1] zonder te controleren of er vingers tussen de deur konden komen met als gevolg schade doordat een vinger tussen de deur is gekomen is, gelet op de vastgestelde toedracht, onzorgvuldig en onrechtmatig jegens [Kind]. De gevorderde verklaring voor recht dat [Gedaagde 1] onrechtmatig ‘jegens eiser’ (de rechtbank begrijpt: jegens [Kind]) heeft gehandeld, is toewijsbaar.
2.7.
Gezien het voorgaande en de rechtsoverwegingen 5.5. en 5.11. van het tussenvonnis zijn [Gedaagde 1], Soccershowdown en Reaal in beginsel aansprakelijk voor de door [Kind] geleden schade ten gevolge van het ongeval. De rechtbank begrijpt dat [Eiseres] een hoofdelijke veroordeling vordert jegens [alle gedaagden] tot betaling van schade. Nu op [Gedaagde 1], Soccershowdown en Reaal de verplichting rust tot vergoeding van dezelfde schade, zijn zij daartoe hoofdelijk verbonden.
2.8.
[alle gedaagden] hebben de omvang van de schade betwist. In de door [Eiseres] overgelegde brief van 6 januari 2010 van plastisch chirurg [betrokkene] (productie 12 bij dagvaarding) wordt vermeld, voor zover relevant:
“ (…) Het direct postoperatieve beloop was ongecompliceerd. De huid was goed aangeslagen. Patient(e) is intensief poliklinisch vervolgd. Wij zagen hem op 23 en 28 april, op 4, 6 en 14 mei, op 4 juni, op 8 en 29 oktober 2009.
Bij de laatste poliklinische controle op 29 oktober 2009 was er eigenlijk een mooie bedekking van de stomp. Wel heb ik patient(e) verwezen naar ons multidisciplinaire handenteam voor het verder mobiliseren van de vinger. Patient(e) had wat last van koude intolerantie.
Ik zie patient(e) wederom op 2 februari 2010 en verwacht dan een goed beeld te kunnen schetsen over de medische eindsituatie. Ik verwacht dan ook dat tegen die tijd de eindsituatie is bereikt. (…)”
2.9.
[Eiseres] stelt dat [Kind] nog altijd klachten en beperkingen ondervindt aan zijn duim en dat (nog) geen sprake is van een medische eindsituatie. Volgens haar is de duim van [Kind] niet mobiel, is er sprake van koude intolerantie, heeft [Kind] moeite met schrijven en is hij gestopt met zijn opleiding vanwege zijn duim en is er mogelijk een verlies van arbeidsvermogen ten gevolge van het ongeval.
2.10.
Als uitgangspunt dient te gelden dat de schade zo mogelijk in één en dezelfde procedure wordt begroot (artikel 612 Rv). [Eiseres] heeft de beperkingen van [Kind] (zie 2.9.) in de dagvaarding gesteld en tijdens de comparitie besproken. [alle gedaagden] hebben de stellingen van [Eiseres] in hun conclusie van antwoord en tijdens de comparitie gemotiveerd betwist. Gelet op het tijdsverloop sinds het ongeval en het debat dat partijen over de schade hebben gevoerd, had het op de weg van [Eiseres] gelegen om de beperkingen van [Kind] nader te onderbouwen. De overgelegde brief van [betrokkene] van 6 januari 2010 is daartoe onvoldoende. Dat [Eiseres] niet in staat was om recente(re) medische informatie op te vragen over de medische toestand van [Kind] vanwege de daaraan verbonden kosten, komt voor haar risico. De door [Kind] geleden schade ten gevolge van het ongeval zal in onderhavige procedure definitief worden begroot. De gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure zal worden afgewezen nu het bestaan van schade, anders dan de hieronder vermelde (definitieve) begroting, niet aannemelijk is gemaakt.
2.11.
Geoordeeld wordt dat [Gedaagde 1], Soccershowdown en Reaal gehouden zijn tot vergoeding van immateriële schade. Bij de vaststelling van de hoogte van het schadebedrag wordt rekening gehouden met het gemis van een deel van de duim, het litteken, de geleden pijn, de ondergane operatie en behandelingen in het ziekenhuis. De dientengevolge door [Kind] geleden immateriële schade wordt begroot op € 4.000,--.
Eigen schuld
2.12.
Met [alle gedaagden] is de rechtbank van oordeel dat sprake is van eigen schuld van [Kind] omdat hij zijn duim over de deurpost heeft gelegd. Rekening houdend met de leeftijd van [Kind] ten tijde van het ongeluk (15 jaar) en rekening houdend met de handelwijze van [Gedaagde 1] (zijn onzorgvuldigheid en het in tweede instantie harder dichttrekken van de deur toen hij dacht dat die klemde) wordt geoordeeld dat 20% van de door [Kind] geleden schade voor zijn rekening dient te blijven.
Aldus zullen [Gedaagde 1], Soccershowdown en Reaal hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van (80% van € 4.000,-- =) € 3.200,-- aan [Eiseres].
2.13.
De gevorderde wettelijke handelsrente zal worden afgewezen nu sprake is van vergoeding van schade en niet van een handelsovereenkomst ex artikel 6:119a BW. De wettelijke rente ex artikel 6:119 BW zal worden toegewezen vanaf 17 april 2009 nu het ongeval op die datum heeft plaatsgevonden.
2.14.
De gevorderde verklaringen voor recht ten aanzien van aansprakelijkheid voor schade die [Gedaagde 1] heeft toegebracht aan [Kind] zullen in die zin worden toegewezen dat voor recht zal worden verklaard dat [Gedaagde 1], Soccershowdown en Reaal hoofdelijk aansprakelijk zijn voor schade van [Kind] ten gevolge van het onrechtmatig handelen van [Gedaagde 1]. De aansprakelijkstelling voor vermogensschade van [Kind] zal worden afgewezen nu de toegekende schadevergoeding slechts ziet op immateriële schade.
Buitengerechtelijke incassokosten
2.15.
[alle gedaagden] hebben gemotiveerd verweer gevoerd tegen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten; zij hebben aangevoerd dat slechts sprake is geweest van werkzaamheden ter instructie van de zaak. Het had in de rede gelegen dat [Eiseres] haar vordering nader had onderbouwd naar aanleiding van het verweer van [alle gedaagden] Nu een nadere onderbouwing is uitgebleven, zal de vordering als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
2.16.
Als de in het ongelijk gestelde partijen zullen [Gedaagde 1], Soccershowdown en Reaal worden veroordeeld in de proceskosten van [Eiseres], welke kosten worden begroot op:
- dagvaarding € 90,89
- griffierecht € 71,--
- salaris advocaat
€ 1.536,--(4 punten × tarief I ad € 384,-- per punt)
Totaal € 1.697,89
2.17.
Nu de vorderingen van [Eiseres] jegens Street Dreams zullen worden afgewezen, zal [Eiseres] worden veroordeeld in de proceskosten van Street Dreams, welke worden begroot op nihil aangezien Street Dreams door dezelfde advocaat is bijgestaan als de overige gedaagden, Street Dreams (behalve door haar advocaat) niet is vertegenwoordigd tijdens zittingen, het verweer van Street Dreams gering is geweest en daar door [Eiseres] niet (inhoudelijk) op is gereageerd.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart voor recht dat [Gedaagde 1] onrechtmatig jegens [Kind] heeft gehandeld en dat [Gedaagde 1], Soccershowdown en Reaal hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door [Kind] dientengevolge geleden schade;
3.2.
veroordeelt [Gedaagde 1], Soccershowdown en Reaal hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de anderen zullen zijn bevrijd, om aan [Eiseres] te betalen een bedrag van € 3.200,-- (drieduizend tweehonderd euro) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 april 2009;
3.3.
veroordeelt [Gedaagde 1], Soccershowdown en Reaal in de kosten van het geding, aan de zijde van [Eiseres] begroot op € 1.697,89,--
waarvan € 68,11 aan explootkosten te voldoen aan de griffier door overmaking op rekeningnummer 56.99.90.602 ten name van MVJ Arrondissement Dordrecht (538) onder vermelding van "proceskostenveroordeling" en het zaak- en rolnummer 92609 /
HA ZA 11-2257;
3.4.
veroordeelt [Eiseres] in de proceskosten van Street Dreams, begroot op nihil;
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor wat betreft de veroordelingen onder 3.2. en 3.3.;
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. van Dooren en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2012.